Kabinetscrisis in Italië voorlopig een pyrrusoverwinning voor Conte

maandag 25 januari 2021, 13:00, dr. Pepijn Corduwener en Edgar Hoedemaker

Opnieuw een kabinetscrisis in Italië. In het land waar een jaar zonder kabinetscrisis een uitzondering lijkt te zijn, valt opnieuw een regering uiteen. Dit keer trekt voormalig premier Matteo Renzi, tegenwoordig van de kleine coalitiepartij Italia Viva, de stekker uit het tweede kabinet Conte. De vertrouwensstemming die hierop volgde in het Italiaanse parlement won Conte op het nippertje, waardoor hij voorlopig aan kan blijven als premier. Toch lijkt deze overwinning een pyrrusoverwinning te zijn voor de regering: Conte komt verzwakt uit de strijd met Renzi en moet alsnog op zoek naar structurele steun. Bovendien gaat de kabinetscrisis over een fundamenteel onderwerp in de toekomst van Italië: hoe kijken we tegen Europa aan en waar gaat het Europese coronageld naar toe?

De aanleiding

De directe aanleiding voor de kabinetscrisis is de kwestie hoe het Europese geld uit het coronaherstelfonds besteed moet worden, hoe die uitgaven gecontroleerd moeten worden, en of er ook nog aanvullende aanvragen gedaan moeten worden uit het Europees noodfonds ESM. Italië, vooral in de eerste coronagolf zwaar getroffen, is verdeeld over deze vragen. Over het ESM zei voornamelijk Renzi heel duidelijk: ja, daar moeten we gebruik van maken, want die miljarden liggen te wachten om de problemen in de gezondheidszorg op te lossen. De andere partijen, met name de in oorsprong anti-Europese Vijfsterrenbeweging, wijzen die gedachte af. De Vijfsterrenbeweging is bang dat het accepteren van steun uit het ESM ertoe leidt dat Italië aan de ketting zal worden gelegd door Brussel.

Qua controle op het gebruik van geld uit het coronaherstelfonds botsten Conte en Renzi vooral op de vraag hoe de democratische legitimering geregeld moet zijn. Moet het parlement toezien op de besteding, of kan Conte daar een speciale commissie voor samenstellen, bestaande uit topambtenaren? De premier, in het algemeen bekend als technocraat, stelt zo’n commissie voor, terwijl Renzi alle macht voor het parlement wil behouden. Dit meningsverschil bleek niet te overbruggen.

Onderhuids speelt echter ook de persoonlijke dynamiek tussen Conte en Renzi, die veel verder gaat dan alleen het bovenstaande beleidsmatige geschil. Oud-premier Renzi, in 2016 van zijn voetstuk gevallen, zoekt naar eerherstel en onderscheiding. Het lukt hem echter maar niet om zijn nieuwe partij Italia Viva daadwerkelijk op gang te krijgen; electoraal blijft hij ver achter de grote partijen. Bovendien strijdt hij tegen Conte om de stem van de gematigde kiezer, het politieke midden van Italië. Een strijd die de huidige premier nu lijkt te winnen, ook nu hij na de dolksteek van Renzi het vertrouwen wist te behouden in de Senaat. Het zou niks verbazen als de politieke rol van Renzi nog verder vermindert, of zelfs uitgespeeld is. Hij heeft zijn politieke populariteit verspeeld; Italianen vonden hem al arrogant, en nu laat hij de regering ook nog eens klappen in crisistijd.

Flater in Europa?

De crisis komt voort uit onenigheid over de besteding van Europees geld in Italië. De Europese regeringsleiders zijn van mening zeer genereus te zijn geweest richting Italië door een deel van het coronaherstelfonds in giften om te zetten. Van dit beeld is men zich zeer bewust in Rome. Met het coronaherstelfonds willen de Italianen juist zo graag laten zien dat het land vooruit wil, wil investeren in de toekomst, om zo ook bij te dragen aan de toekomst van de Europese Unie. Naar buiten toe komt nu echter weer het beeld van instabiliteit en wanorde naar boven.

Toch is het goed om te stellen dat die instabiliteit van de Italiaanse politiek deels schijn is. Natuurlijk, kabinetten vallen vaak, maar er zijn drie belangrijke pijlers die alsnog voor stabiliteit zorgen. Dat is ten eerste de ambtelijke top, die door de voortdurend wisselende regeringen veel macht heeft, waardoor het land grotendeels draaiende blijft. Ten tweede is dat de macht van de president [Mattarella], die dezelfde persoon blijft en boven de partijen de touwtjes in handen heeft. Daardoor, en dat is het derde punt, zijn er wel vaak verschillende kabinetten, maar verschilt de invulling van die kabinetten niet zo vaak. In de kern behouden de regeringssamenstellingen dezelfde politieke kleur.

Hoe nu verder?

Nu Conte de vertrouwensstemming voor nu in ieder geval gewonnen heeft, kan de regering weer even verder. Uitdaging wordt echter het behoud van steun; er is immers niet een absolute meerderheid, maar slechts een relatief nipte, en dus moet het kabinet op zoek gaan naar een groep Senatoren die blijvend steun wil verlenen. Anders moet Conte voor ieder wetsvoorstel apart een meerderheid vinden, en dat is een moeilijk werkbare situatie, zeker in deze crisistijd. Als hij er niet in slaagt om genoeg responsabili van andere partijen te overtuigen om structureel de regering te steunen, zou het wel eens snel voorbij kunnen zijn met het de tweede regering Conte. Voor nu is de zege van Conte vooral een pyrrusoverwinning.

 

Pepijn Corduwener is universitair docent politieke geschiedenis aan de Universiteit Utrecht en Italiëkenner. Onlangs schreef hij samen met Arthur Weststeijn het boek 'Het Italiaanse experiment: Een nieuwe geschiedenis van modern Italië'.

De interviewer, Edgar Hoedemaker, is eindredacteur van de Hofvijver.

Deze bijdrage stond in