N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Onze democratische rechtsstaat kan wel wat groot onderhoud gebruiken
Voor mijn antwoord vat ik de bestorming van het Capitool op als een opstand van een sociaal-maatschappelijke beweging die met illegale middelen probeerde om de formele bekrachting van de verkiezingsuitslag te saboteren om daarmee een huidig president in het zadel te houden. Hierbij aangemoedigd door diezelfde president, gecombineerd met een op zijn minst twijfelachtige poging tot handhaving waarbij etnische profilering en institutioneel racisme belangrijke componenten waren. Daarmee zie ik voor antwoord op de vraag of een bestorming van het Binnenhof hier ook denkbaar zou zijn, ten minste drie belangrijke aspecten: of we hier in Nederland eenzelfde sociaal-maatschappelijke beweging zoals in de VS kunnen waarnemen; of we een zittend premier een beweging zoals deze zouden kunnen zien aanmoedigen om tot een dergelijke bestorming over te gaan, en of we met eenzelfde dubieuze handhavingsaanpak te maken zouden kunnen krijgen om dit te stoppen.
Om op de eerste vraag antwoord te geven: dergelijke sociaal-maatschappelijke beweging zien we al in Nederland. Een opstand georganiseerd door deze sociaal-maatschappelijke beweging(en) waarbij op illegale manieren democratische instituties worden bestormd zou ik hierbij op voorhand niet zo maar uitsluiten. Als we terugdenken aan de diverse protesten in 2019 en in 2020, herinneren we ons ook allemaal de ontwrichtende werking van sommige van deze demonstraties en het grensoverschrijdende gedrag van een aantal van de demonstranten. Zowel de overbrugging van de afstand van het Malieveld tot aan het Plein als als het glijden op een hellend vlak van grensoverschrijdend gedrag is niet moeilijk voor te stellen.
Ten tweede, of we een zittend premier een dergelijke beweging zouden kunnen zien aanmoedigen om de verkiezingsuitslag te saboteren; dat zie ik minder snel gebeuren. Maar met name op basis van de aard van ons politieke bestel, en zeker niet op basis van de huidige kwaliteit van politiek leiderschap, dat schiet mijns inziens tekort dat opzicht. Daarnaast hebben we in het recente verleden opruiend gedrag van diverse politiek leiders kunnen aanschouwen, dus ondenkbaar is een dergelijke aanmoediging zeker niet ben ik bang.
Dan rest de vraag nog of we een twijfelachtige handhaving van een dergelijke illegale ordeverstoring zouden kunnen zien gebeuren in Nederland, waarbij etnische profilering een belangrijke component zou zijn. Mijn hoop is dat we dat niet zouden kunnen zien gebeuren, gezien de hoge kwaliteit en het plichtsbesef van onze orde en handhaving. Tegelijkertijd, zoals we recent gezien hebben, moeten we ons ook realiseren dat institutioneel racisme in ons land wijdverspreid is. Dit laat zien dat dergelijke excessen al plaatsvinden en niet hypothetisch zijn.
Kortom, onze democratische rechtstaat is als een goede relatie: die is niet vanzelfsprekend, en daar moet je aan blijven werken. Zoals met name de recente kinderopvangtoeslag affaire heeft laten zien, kan onze democratische rechtstaat wel wat groot onderhoud en vooral goed politiek leiderschap gebruiken.
dr. Caelesta Braun is als universitair hoofddocent verbonden aan het Instituut Bestuurskunde, Universiteit Leiden.