N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
De tegenmacht van de media
De parlementaire journalistiek ligt onder vuur. Sprekend over de Haagse politieke cultuur memoreerde informateur Tjeenk Willink eind april dat de journalisten onderdeel zijn van het probleem, ze zouden meer functioneren als onderdeel van de macht dan als tegenmacht. Voor Frits van Exter, voormalig hoofdredacteur van Trouw, was dat aanleiding voor een zeer kritisch stuk over de huidige journalistiek.[1] Hij richtte daarbij zijn pijlen vooral op de talkshows en de vele journalisten die daar regelmatig aanschuiven.
Volgens Van Exter is het probleem dat politici liever niet verschijnen als het even tegenzit of als de redactie verwacht dat zij een paar pittige quotes leveren. Journalisten mogen dan de plaats van politici innemen en als ‘vakkenvuller’ uitleg geven over de ontwikkelingen in politiek Den Haag. De cijfers die Van Exter presenteert over de gasten van OP! In het coronajaar zijn echter verre van overtuigend. Er waren maar liefst 159 politici te gast, waaronder een groot aantal ministers. Joost Vullings zat 37 keer aan tafel en zijn college Xander van der Wulp 31 keer. Zij willen wat minder vaak aanschuiven. Het is echter de vraag of de frequente aanwezigheid van journalisten bezwaarlijk is, veel kijkers stellen een vertrouwd gezicht wel op prijs. Ferry Mingelen was in een recent verleden veel frequenter te zien, alhoewel dat niet in het kader van een talkshow was.
Het hoeft ook niet betreurd te worden dat politici het vaak laten afweten. Het is gewenst dat zij zich desgevraagd verantwoorden voor hun politieke keuzen, maar politici die een degelijke mediatraining hebben gehad, veelal van journalisten, zijn meester in het niet beantwoorden van relevante vragen. Ik zie liever Xander van der Wulp of een collega die helder uitlegt wat er aan de hand is, dan een politicus die er handig om heen draait. Bovendien is het de taak van politiek journalisten voor een breed publiek de politieke ontwikkelingen begrijpelijk uit te leggen. Dat burgers hun dan soms verwijten onderdeel te zijn van de Haagse machten en hun ‘kontenlikkers’ noemen is vervelend maar mag geen reden zijn om niet in talkshows te verschijnen.
Journalisten die bang zijn voor het verwijt dat ze te veel een onderdeel van de macht zijn vergeten dat hun taak net alleen is om een tegenmacht te vormen. Deze kritische of waakhondfunctie van de media is van groot belang maar niet hun enige functie. Een goed functionerend democratisch stelsel vereist ook een goed geïnformeerd publiek. Minstens zo belangrijk, en ik denk eigenlijk belangrijker is dat de media hun informatieve functie goed vervullen. Dat is zeker niet vanzelfsprekend, maar in deze tijd van sociale media en fake news is deze functie alleen maar essentiëler geworden.
Talkshows zijn in grote mate een meningencircus waarbij entertainment belangrijker is dan het informatieve gehalte van de bijdrage van de gasten. Dat mag geen reden zijn voor politieke journalisten om niet aan tafel aan te schuiven. Juist parlementaire journalisten kunnen de inhoudelijke kwaliteit van talkshows verhogen, zowel bij de publieke omroep als bij commerciële omroepen.
Misschien wordt het belang van talkshows wel overschat, zeker door al die schrijvende journalisten en oud—journalisten die zich opwinden over de oppervlakkigheid. Als het gaat om de informatiefunctie en kritische functie voor een breed publiek zijn andere media van groter belang. Het bereik van het NOS-journaal en het RTL-nieuws is veel groter dan dat van talkshows. Het acht uur Journaal bereikt dagelijks rond de 1,5 miljoen kijkers, het RTL-nieuws om half acht vaak tegen de miljoen. Het totale dagelijkse bereik van deze nieuwsrubrieken is nog veel groter. Het bereik van de talkshows op deze zenders blijft hier ver bij achter. De websites van beide nieuwsprogramma’s worden daarnaast ook goed bezocht. Veel burgers halen hun politieke kennis uit deze nieuwsrubrieken, niet uit de talkshows. Een deel van het publiek sluit zich helaas ook af voor deze nieuwsstromen. Dat betekent overigens niet dat er geen kritiek mogelijk is op deze programma’s. Ook zij laten zich soms veel te veel (mis)leiden door spindoctors van politici en nemen met een zeker enthousiasme geënsceneerde beelden over. De angst om van politiek correcte berichtgeving te worden beschuldigd of van linkse vooringenomenheid heerst nog steeds op redacties. Als gevolg daarvan krijgen incidenten en provocerende uitlatingen van rechts-populistische partijen nog steeds overmatig veel aandacht.
In de dagelijkse verslaggeving van uit de wandelgangen van het Binnenhof kan de kritische functie van de media maar in beperkte mate worden ingevuld, laat staan dat in deze verslaggeving de tegenmacht vorm kan krijgen. De controle van de macht vindt vooral plaats door de onderzoekredacties van verschillende media, zoals bijvoorbeeld bij Nieuwsuur, RTL-nieuws, Follow the money en een krant als Trouw. Het is zeer lovenswaardig dat media daar middelen voor vrij maken, enkele decennia geleden was dat niet of nauwelijks het geval. Bijna alle politici die de laatste jaren om politieke reden zijn afgetreden deden dat als direct of indirect gevolg van onthullingen van onderzoekredacties van verschillende media. Deze taakverdeling tussen politieke verslaggevers en onderzoekjournalisten is essentieel voor de controle van de macht. De uitdaging voor de dagelijkse Haagse verslaggeving blijft om een zo groot mogelijk publiek goed te informeren.
Philip van Praag is politicoloog en demograaf verbonden aan de Universiteit van Amsterdam.
[1] De Volkskrant, 8 mei 2021.