N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Brexit-soap: eindelijk de kaarten op tafel?
Toen ik in December 2016 voor het laatst over Brexit schreef voor de Hofvijver, zei ik dat de Britse regering toch ooit eens de kaarten op tafel moest gaan leggen. Meer dan een jaar later, terwijl de Hofvijver ter perse gaat, verzamelt zich een kernkabinet in Chequers, het buitenhuis van de Britse premier, om een onderhandelingspositie af te spreken. Zouden ze nu dan, eindelijk, de knoop gaan doorhakken?
Eigenlijk is er in de situatie waar we in juni 2016 mee geconfronteerd werden niet veel veranderd. Er was een stem om de EU te verlaten, maar wat dat precies betekende, dat was niet helemaal duidelijk. Goed, Brexit betekende Brexit, volgens de premier. Maar verder zitten we nog steeds in een impasse: nog steeds is er veel debat binnen de Conservatieve partij over de toekomst.
Zo is het nog altijd niet echt duidelijk of de Britse regering nu wel of niet in de gemeenschappelijke markt of de douane-unie wil blijven. Premier Theresa May heeft in twee speeches geprobeerd hierover wat helderheid te verschaffen en enigszins duidelijk te maken dat het VK de gemeenschappelijke markt en de douane-unie gaat verlaten. Maar vervolgens verzandt men weer in lange debatten en discussie.
Een vage positie
Zo heeft het bedrijfsleven duidelijk gemaakt dat, als de Britten de EU-douane-unie gaan verlaten, lidmaatschap van een douane-unie met de EU toch wel van vitaal belang is. Daar duiken tegenstanders van Brexit, zoals het Conservatieve Lagerhuislid Anna Soubry en haar Labour-collega Chuka Ummuna, dan bovenop. Een reactie van de voorstanders blijft natuurlijk niet uit: voor hen staat vast dat ze niets anders dan de hardste Brexit zullen accepteren. Het gevolg is dat de regering beide kampen tevreden probeert te houden door de precieze positie wat vaag te houden.
Een ander ideetje uit een speech van May lijkt op voorhand al te stranden op de rode lijnen van de EU. Het plan is dat er drie categorieën komen in de nieuwe relatie: 1. Voor punten waarbij de doelstellingen gelijk zijn en men het eens is over de middelen - bijvoorbeeld lidmaatschap van het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart (EASA) - moet alles gewoon hetzelfde blijven; 2. Voor punten waarbij men de doelstellingen deelt maar er verschil van mening is over de middelen die nodig zijn om die te bereiken, moeten afspraken komen die het mogelijk maken om de Britse en de EU-manier als equivalent te zien; 3. Voor zaken waarbij men zowel de doelstellingen als de middelen niet deelt, gaat ieder gewoon z’n eigen weg.
Krenten uit de pap
Volgt u het nog? De EU ook niet. Ze vinden dat dit toch wel heel erg klinkt alsof de Britten alleen de krenten uit de pap willen pikken. En dat mag niet. Bovendien is het geheel onduidelijk wat dit betekent in de praktijk. En hoe strookt het idee dat bepaalde dingen gewoon hetzelfde blijven (bijvoorbeeld het EASA-lidmaatschap) met de Britse rode lijnen, zoals dat Brexit het einde van een rol voor het Europese Hof van Justitie moet betekenen? Logisch dat Europese leiders als premier Rutte blijven vragen om duidelijkheid.
Ook het bedrijfsleven zit steeds meer met de handen in het haar. Dat er een overgangsperiode komt lijkt redelijk duidelijk, alhoewel de details nog uitgewerkt moeten worden. Zolang de regels in die periode maar hetzelfde blijven als de huidige, hoeft de dagelijkse praktijk niet twee keer kort achter elkaar te veranderen. Wat er ná die overgangsperiode zal komen, is veel belangrijker. Daarom moeten er nu voorbereidingen getroffen worden voor als er nieuwe goedkeuringsprocessen moeten komen voor bijvoorbeeld auto’s. Of in geval het nodig is nieuwe systemen in te voeren om douaneverklaringen in te vullen. Zolang er onduidelijkheid is, kan er geen sprake zijn van voorbereidingen.
Ondertussen bereiden bedrijven zich voor op het ergste, voor zover dat mogelijk is. Sommige banken hebben personeel verplaatst naar andere EU-landen, als Ierland of Duitsland. Productie van een aantal zaken die in de productieketen van niet-Britse EU-bedrijven zitten, vertrekken ook. Investeringen lopen terug, ook uit het buitenland.
Hakken in het zand
De samenleving is ondertussen nog altijd sterk verdeeld. Er is weliswaar veel mediasensatie met als boodschap dat steeds meer Britten spijt krijgen van hun Brexit-stem, maar de praktijk is anders. Er is weinig beweging, men zet eerder de hakken in het zand. De tegenstanders grijpen slecht economisch nieuws aan als bewijs voor hun voorkeur EU-lid te blijven. De voorstanders van Brexit zien het matige economische nieuws juist aan als bewijs dat zíj gelijk hadden: immers, had het Project Fear van de Blijven-stemmers niet tijdens het referendum gezegd dat de economie in elkaar zou storten en is er nu niet gewoon groei?
Ondertussen wakkert de pers de beide kampen aan, met krantenkoppen waarin in Brexit-tegenstanders worden afgedaan als “verraders” of “rebellen” – zelfs rechters zijn “volksvijanden”.
Zal het treffen op Chequers de verlossing geven? In het VK en in de EU hoopt met in ieder geval op een stap vooruit, maar er is veel scepsis of het genoeg zal zijn. Of niet haalbaar gezien de EU-positie. En dan zijn we weer bij af, en gaat de Brexit-soap gewoon weer een nieuwe aflevering in.