N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Waarom stemmen kiezers op lokale partijen?
Ze zijn sinds 2002 de grootste partij in de gemeenteraden van Nederland: lokale partijen. Toch weten we weinig van waarom mensen op ze stemmen. Ik zocht uit waarom mensen op deze partijen stemmen (studie achter paywall). Uit mijn onderzoek is gebleken dat mensen vooral op lokale partijen stemmen als hun landelijke partij niet meedoet in de gemeenteraad, of omdat landelijke partijen teleurstellen. Inhoudelijke factoren om op een lokale partij te stemmen, spelen een secundaire rol.
Lokale partijen zijn partijen die alleen mee doen met verkiezingen voor de gemeenteraad. Ze doen niet mee aan verkiezingen op hogere niveaus (provincie, landelijk). Ze hebben geen banden met landelijke partijen, zoals combinatielijsten dat vaak wel hebben. Lokale partijen spelen ook een rol bij verkiezingen in landen als Duitsland, Oostenrijk, Zweden, Noorwegen en Denemarken. Ze zijn ook bijzonder sterk in België, alhoewel het hier heel lastig is om het verschil tussen een lokale partij en combinatielijst te identificeren. Veel gemeenten hebben hun eigen partijsysteem in België waar verschillende partijen samenwerken (soms onder de vlag 'partij van de burgemeester') en zich minder vaak alleen maar afficheren als een afdeling van een landelijke partij. We kijken hier naar Nederland waar in 2014 28% van de kiezers op een lokale partij stemde. Geen enkele landelijke partij kreeg zo veel stemmen.
Lokalisme, meedoen en afkeer
Er zijn grofweg drie motivaties te bedenken waarom mensen op een lokale partij stemmen. Ten eerste uit wat we "lokalisme" zouden kunnen noemen. Dat is een politieke oriëntatie naar de gemeente. Lokale partijen presenteren zichzelf als kampioenen van lokale belangen. De vraag is wat dat betekent. Onderzoek onder onafhankelijke gemeenteraadsleden in het Verenigd Koninkrijk stelt voor dat lokalisme twee dimensies heeft: een sterke oriëntatie naar de belangen van de gemeenschap en steun voor lokale autonomie. Het zou vanwege hun lokale oriëntatie heel raar zijn als kiezers van lokale partijen een heldere positie hebben op nationale thema's, als immigratie of inkomensverdeling. Er zijn juist veel verschillende lokale partijen, sommige meer links of meer rechts.
De tweede reden is misschien de meest platte: sommige partijen doen niet mee bij gemeenteraadsverkiezingen. Hun kiezers moeten ergens naartoe. Lokale partijen zijn voor deze kiezers een mogelijkheid. In Nederland doen 50Plus, PVV, de Partij voor de Dieren en de Socialistische Partij wel mee aan landelijke en provinciale verkiezingen, maar deze partijen doen in veel gemeenten niet mee.
Een derde reden om op een lokale partij te stemmen, is meer omdat kiezers zijn afgekeerd van de landelijke politiek. Omdat ze weinig vertrouwen hebben in landelijke politici. Het alternatief voor hen is dan stemmen op lokale partij. Kortom: lokale partijen zijn succesvol omdat landelijke partijen falen.
Hoog cynisme
Ik heb dit onderzocht aan de hand van het Lokaal Kiezersonderzoek, dat door een groep onderzoekers waaronder Stuk Rood Vlees' eigen Tom van der Meer is opgezet om een beeld te krijgen van de relatie tussen kiezers en gemeentelijke politiek.
Het onderzoek geeft steun voor alle drie de hypothesen (lokale politieke oriëntatie, afwezigheid van de eigen partij, laag politiek vertrouwen) maar wel in de tegenovergestelde volgorde. Kiezers van lokale partijen worden in de eerste plaats gekenmerkt door hun hoge cynisme over landelijke politiek. Daar hebben ze geen vertrouwen in. Daarnaast is er een sterke relatie tussen de deelname van de partij waarop iemand in 2012 gestemd heeft bij de gemeenteraadsverkiezingen en de stem op een lokale partij. Kiezers van de 50Plus, PVV, SP en de PvdD stemmen vaker op lokale partijen. Hierbij speelt de aanbodkant een belangrijke rol. Opvallend is dat dit zelfde niet geldt voor kiezers van de ChristenUnie en de SGP, partijen die ook in veel gemeenten niet mee doen.
Waar het gaat om steun voor lokale autonomie of lokale identificatie zijn de effecten het zwakst. Mensen die vinden dat de gemeente meer te zeggen zou moeten hebben dan ze nu hebben, stemmen wel vaker op lokale partijen, maar de relatie met identificatie is veel zwakker, in plaats van een oriëntatie naar de gemeenten zijn het eerder mensen die zich identificeren met hun dorp die op een lokale partij stemmen. Die zullen dan vaak op een partij stemmen die het opneemt voor de belangen van een kleinere plaats dat in een herindeling bij een grote gemeente is gekomen, zoals Rosmalens Belang in Den Bosch.
Seculier en gesloten
Wat ten slotte kiezers van lokale partijen kenmerkt is dat ze op politieke thema's het wel vaak met elkaar eens zijn: ze zijn namelijk conservatief over vraagstukken als immigratie (denk concreet aan het openen van AZCs) en juist progressief op vraagstukken met een morele component (zoals de zondagssluiting). Kiezers op lokale partijen kan je kenmerken als seculier en gesloten. De moreel progressieve oriëntatie is te begrijpen aangezien lokale partijen ontstaan zijn in een periode van ontzuiling en kiezers die nog sterk verzuild zijn (met een meer conservatieve oriëntatie) hebben dus minder met deze partijen. Hun meer conservatieve opvattingen over immigratie zijn opmerkelijk omdat dit gaat om vraagstukken van globalisering. Kiezers die verder afstaan van gevestigde partijen op deze mondiale thema's keren naar lokale partijen. Dit is des te opmerkelijker omdat er zo veel verschillende soorten lokale partijen zijn. Dit effect blijft bestaan als we er rekening mee houden dat kiezers van lokale partijen vaak landelijk aanhanger zijn van partijen met conservatieve opvattingen over migratie, zoals de PVV.
Kortom: de push-factor is belangrijk bij de keuze voor een lokale partij. Het zijn kiezers die niet op hun eigen landelijke partij kunnen stemmen omdat deze niet meedoet aan verkiezingen; die niet op een landelijke partij willen stemmen omdat ze weinig vertrouwen hebben in de landelijke politiek. Positieve inhoudelijke factoren lijken een secundaire rol te spelen, alhoewel deze kiezers wel meer lokale autonomie willen. Maar inhoudelijk zijn landelijke scheidslijnen als over immigratie belangrijker.