N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Versplintering in de belangenbehartiging: nieuwe professionalisering gevraagd!
Sinds de verkiezingen is er weer veel aandacht voor de politieke versplintering. In de Tweede Kamer zetelt een recordaantal fracties, het stembiljet lijkt steeds breder te worden en het aantal afsplitsingen van fracties neemt toe. Dit verschijnsel van versplintering bestaat ook in de maatschappij. Er is een spiegelbeeldsituatie ontstaan, waarbij de versplinterde politiek terug te zien is in de manier waarop er gelobbyd wordt. Als je lijnen zou trekken tussen die sferen, zijn er patronen te ontdekken. Arco Timmermans, Bijzonder Hoogleraar Public Affairs aan de Universiteit Leiden, constateert dat deze nieuwe diversiteit voor kansen zorgt, maar ook voor gevaren: ‘Natuurlijk is het spannend: nieuwe avonturen beleven, een chaotischer speelveld, maar tegelijk is deze ontwikkeling voor het in banen leiden van public affairs, en voor onze bestuurscultuur, moeilijker. De huidige ontwikkeling vraagt om nieuwe professionalisering.’
Versplintering in het maatschappelijk veld
Lobbyorganisaties hebben te maken met een hoge mate van turbulentie op dit moment. Aan de ene kant willen gevestigde spelers hun positie behouden, aan de andere kant zie je overal uitdagers die een plek proberen te veroveren. Timmermans: ‘We zien meer diversiteit, diverse spelers en daardoor ook meer onderscheid in stijl. De afgelopen tijd is de meer activistische vorm van belangenbehartiging sterk naar voren gekomen. Een goed voorbeeld is de Farmers Defence Force, vooral bekend van de tractordemonstraties. Zij beukten letterlijk op de deur van het Provinciehuis in Groningen. Op een heel andere manier zie je het activisme bijvoorbeeld bij de wetenschappers, die de Hofvijver indoken, of bij milieuorganisaties, die juist naar de rechter stappen. Wat dat betekent voor het maatschappelijk verkeer in Nederland, daar kan je zorgen over hebben. Enerzijds is het een goudmijn voor public affairs-kantoren, want er is veel werk. Anderzijds wordt het afwegingsproces voor beleidsmakers ook ingewikkelder. Naar wie luister je? Hoe geleid je dat in goede banen? En welke coalities kan je vervolgens maken? Met deze vragen zullen beleidsmakers in de komende periode zeker gaan worstelen. Om goede antwoorden te vinden, is een nieuwe professionalisering nodig, een andere manier van kijken naar de rol van ontvanger van allerlei belangen uit de maatschappij.’
Laissez-faire loslaten en een gelijk speelveld creëren
Om de versplintering het lijf te bieden, moet het openbaar bestuur meebewegen, stelt Timmermans. Het Nederlandse openbaar bestuur heeft altijd een laissez-faire-mentaliteit gehad tegenover lobbyisme: weinig regulering en weinig kanalisering. Timmermans: ‘Van die laissez-faire-houding moet Nederland zo langzamerhand af. Daarmee bedoel ik niet dat je alles moet dicht reguleren, want dat kan juist verstikkend, averechts werken. Maar het is wel zo dat ons parlement, bewindspersonen en ambtenaren overal in het openbaar bestuur op dit moment veel moeite hebben met de bonte verzameling belangenbehartigers en hun verschillende stijlen van lobbyen.’
Timmermans stelt dat er twee zaken beter moeten worden aangepakt. Enerzijds moet het maatschappelijk veld beter gekanaliseerd worden, zodat er een gelijk speelveld ontstaat. Zeker nu de omgeving zo versplintert is dat een noodzaak. Ten tweede moeten politieke en ambtelijke professionals in het openbaar bestuur zich bewuster worden van hun positie tegenover belangenbehartigers. Dat kan door training, bewustwording en meer aandacht op de werkvloer. In Canada werkt men bijvoorbeeld met een vaste Commissioner of Lobbying die als Independent agent of parliament het belangenverkeer helpt te kanaliseren. Daar is dus een professional aangesteld met een toezichthoudende rol. Timmermans stelt dat dat een goed voorbeeld is voor Nederland. Het openbaar bestuur zou daar de regie in moeten pakken.
Timmermans vervolgt: ‘Sommigen zeggen dat we die regulering in Nederland helemaal niet nodig hebben. Dat komt voort uit de tegenstelling tussen de Angelsaksische wereld en de onze. Wij beschouwen onszelf in onze consensusdemocratie als een high trust society. Wij vertrouwen elkaar op basis van sociaal kapitaal en dan heb je volgens sommigen geen formele regulering nodig. Dat is echter een achterhaalde opvatting. Er is natuurlijk een consensuscultuur in Nederland, waardoor de rauwe randen van standpunten bijgeschaafd worden en er compromissen moeten worden gesloten. Dat staat tegenover de winner takes all-opvatting in de Angelsaksische wereld. Toch kunnen we bij die consensuscultuur niet meer achterover leunen. Zoals gezegd, brengt de versnippering in het maatschappelijk veld een activistische stijl met zich mee. Dat betekent dat je er als professional voor moet gaan zorgen dat geluiden beter vertolkt en opgevangen gaan worden. Met de Nederlandse laissez-faire houding gaan we daar veel te makkelijk aan voorbij. Wat is er nog meer nodig om het nu wél onder de aandacht te brengen?’
We leven in turbulente tijden en dat kan nog verder toenemen. Ja, er is veel werk voor public affairs, maar tegelijk moet al dat werk door beleidsmakers bewuster worden bekeken. Daar ligt een duidelijke opdracht voor het openbaar bestuur, dat zo snel mogelijk aan de slag moet gaan met deze ‘nieuwe professionalisering’.
Arco Timmermans is Bijzonder Hoogleraar Public Affairs aan de Universiteit Leiden.