Giorgia Meloni stevig in het zadel

maandag 27 november 2023, 13:00

Giorgia Meloni is aan de macht gekomen om er te blijven. Zoveel is een jaar na haar benoeming tot minister-president van Italië wel duidelijk. Dat ze stevig in het zadel zit, blijkt keer op keer weer uit de peilingen: weinig Europese collega-premiers kunnen onder hun bevolking rekenen op een zo hoog waarderingscijfer als zij.

En haar partij Fratelli d’Italia kan achteruitzittend meeliften op haar succes: inmiddels is deze ooit als reactionaire uitlaatklep voor het conservatieve slagdeel van het Italiaanse electoraat begonnen niche-partij gegroeid tot een beklijvende machtsfactor van jewelste in het Italiaanse politieke landschap, met een stabiel aandeel van bijna 30%.

In een land waar kiezers de afgelopen decennia jaarlijks hun partijvoorkeur vaak radicaal wisselden, als reactie op de implosie van de grote klassieke partijen op rechts en links, is dat bepaald opmerkelijk. Na de populistische experimenten van de wispelturige Vijfsterrenbeweging lijkt dit een nieuw seizoen van politieke rust in te luiden. Een seizoen waarin het post-populisme van Meloni de toon zet. En dat begint opmerkelijke trekjes te vertonen.

Ironisch genoeg schuilt het succes van Meloni’s aanpak juist in het afrekenen met de mannen die haar opkomst in gang hebben gezet, binnen en buiten haar eigen partij. Kennelijk heeft ze de smaak te pakken gekregen toen ze een jaar geleden, in de aanloop naar de verkiezingen en in de erop volgende kabinetsformatie, alfamannetjes als Berlusconi en Salvini in het gareel heeft weten te houden. Nu Berlusconi er niet meer is hoeft ze zich om die coalitiepartner minder druk te maken, maar bij Salvini moet ze nog steeds de teugels strak aanhouden.

Dat ze hier telkens weer in slaagt komt ook doordat ze hem gunt voor de Bühne te schitteren met zijn ‘love baby’, het droomkasteel van een brug tussen het eiland Sicilië en het vasteland, een overambitieus plan dat net als de vele eerdere versies ervan gedoemd is te mislukken en Salvini in zijn val te beschadigen.

Veel bedreigender voor Meloni is de inmiddels formidabele reeks mannen uit haar eigen omgeving die zich op allerlei manieren misdragen, van haar naaste collega binnen de partij, senaatsvoorzitter Ignazio La Russa tot en met haar levenspartner toe. De vaak heel publieke misstappen van dit soort dubieuze figuren beschadigen weliswaar deze heren zelf, maar opmerkelijk genoeg nooit Meloni. Want anders dan in haar verleden onthoudt zij zich ervan publiekelijk olie op het media-hyperige vuur te gooien, en weet zich aldus verre te houden van de vaak smakeloze schandalen en schandaaltjes.

Om te voorkomen dat dit de verhouding tot haar achterban schaadt blijft Meloni meestal dit soort figuren de hand boven het hoofd houden, zoals bij La Russa. Maar die vlieger ging niet op voor haar eigen vriend en vader van haar dochter: die maakte het zo bont dat Meloni hem aan de kant heeft gezet en voortaan als bewust alleenstaande moeder invulling geeft aan haar ambt van premier, bepaald curieus gezien haar ferme opvattingen over de wenselijkheid van traditionele gezinnen.

Dit soort gedrag van een schijnbaar boven de kibbelende partijen staande maar doortastend handelende leider etaleert Meloni ook in haar verhouding tot de Europese partners in de hoofdpijndossiers migratie en Europees herstelplan. Nog steeds is het haar gelukt te voldoen aan de strikte voorwaarden voor de uitbetaling van de immense bedragen die de EU ter beschikking heeft gesteld voor het Italiaans herstelplan.

En op het gebied van migratie heeft ze tot veler verbazing, ook in Italië, het voortouw genomen door onorthodoxe deals te regelen voor opvang van asielzoekers/arbeidsmigranten in Tunesië en Albanië. Doordat Meloni het initiatief naar zich heeft toegetrokken en zo internationale collega’s als Macron, Scholz en Rutte het nakijken heeft gegeven, willen haar Italiaanse kiezers maar al te graag door de vingers zien dat ondanks alle mooie beloften in het afgelopen jaar de immigratie juist verder is toegenomen.

Dat een opmerkelijk omvangrijk deel van het Italiaans electoraat, ook buiten de kring van haar eigen partij, enthousiast blijft voor Meloni heeft daarnaast toch vooral te maken met het gevoel dat bij haar hun materiële belangen in goede handen zijn, net als eerder bij Berlusconi. Zoals haar afgedankte voorganger komt ook zij met allerlei maatregelen die de portemonnee van heel veel mensen, vooral (kleine) zelfstandigen, ontzien.

Het getreuzel met het openstellen van de markt voor strandtentconcessies spreekt boekdelen, net als de bedenkelijke belastingmoraal die de regering Meloni tentoonspreidt: in een land waar 47% van de belastingplichtigen amper tot niets afdraagt wil haar kabinet deze voor de staatskas funeste misstand bestrijden door een ‘pact met de belastingontduikers’ te sluiten, feitelijk een vorm van collectieve amnestie in de hoop zo alsnog wat inkomsten binnen te harken.

In dit voor haar comfortabele klimaat van instemming waagt Meloni het nu ook om, vooralsnog in de vorm van proefballonnetjes, allerlei paradepaardjes uit het behoudende gedachtengoed van haar in het neofascisme wortelende partij Fratelli d’Italia op de agenda te zetten. Gedacht wordt over een reactionaire familiepolitiek zoals die in Hongarije al jaren bestaat, met evident racistische, homofobe en misogyne ondertonen.

Maar radicaler en risicovoller nog dan deze identiteitspolitiek is het recente plan van Meloni om via een referendum het staatsbestel wezenlijk te veranderen, en wel door de premier voortaan rechtstreeks te laten kiezen. De ambitie om te komen tot een politiek bestel met een alles dominerende want rechtstreeks gekozen eerste minister ondergraaft het zorgvuldig in de Italiaanse grondwet vastgelegde principe van elkaar in evenwicht houdende machten, door het gezag van de premier te vergroten ten koste van de haar controlerende instanties zoals de president.

Nu ze zo stevig in het zadel zit, waagt Meloni het zelfs te dromen van een meer autocratisch bestel waarin, net als ten tijde van Mussolini, de premier altijd het laatste woord heeft.

 

Harald Hendrix is hoogleraar Italiaans aan de Universiteit Utrecht