N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Kaf en koren. Ter gelegenheid van de honderdste Hofvijver
Ter gelegenheid van het honderste nummer
‘Een hoofdredacteur’, schreef een spinnijdige minister mij al weer heel wat jaren geleden, ‘is, meen ik, aangesteld om het kaf van het koren te scheiden. Maar waarom wordt toch steeds weer het kaf afgedrukt?’ Waarover het ging, weet ik niet meer precies. Wat ik teruggeschreven heb ook niet. Maar het zal ongetwijfeld geheel in stijl zijn geweest: schouderophalend, kribbig, tikkeltje arrogant wellicht.
Maar gaandeweg - na ervaringen op een departement, bij een bank en in het parlement - ben ik me, ook als oud-journalist, steeds meer dezelfde vraag gaan stellen. Wordt het kaf professioneel van het koren gescheiden? Wordt er niet te veel kaf over de hoofden uitgestort? Hoeveel kaf wordt voor koren aan gezien? En andersom?
Geen zorgen. Dit wordt niet een zoveelste jammerklacht over verloederingen binnen de journalistiek, een klaagzang over de ondergang van De Krant, een aanklacht tegen de mediacratie of een jeremiade over ‘afzeikjournalistiek’ in de wandelgangen van de Tweede Kamer. Het is al helemaal niet de zoveelste verontwaardigde reactie op fake nieuws, laat staan een afrekening met alternatieve feiten. Dit is een pleidooi om wandelend door het bos de bomen preciezer te bekijken.
Dat bos begint steeds meer een jungle te worden. ‘We’ worden platgegooid met nieuws en dat wat er voor doorgaat. Dat is niet helemaal nieuw, al in de negentiende eeuw werd geklaagd over de ‘onrustbarende stroom aan nieuwsberichten’. Maar zeker sinds de opkomst van sociale media is het uitgegroeid tot een waar bombardement. Dankzij de smartphone is de omloopsnelheid van het nieuws niet meer bij te benen. Al helemaal als het ook nog eens hijgerig, opgewonden en alarmerend wordt gepresenteerd. Dat is iets om je zorgen over te maken, legde J.L. Heldring, oud-hoofdredacteur van de NRC, in zijn nadagen (2011) al uit. ‘Overdaad schaadt. Overdaad aan voedsel leidt tot obesitas, overdaad aan alcohol tot alcoholisme. En overdaad aan nieuws? Tot nieuwsmoeheid, onverschilligheid?’
Aanleiding voor Heldrings bezorgde column was een essay van de Zwitserse denker Rolf Dobelli - bekend in Nederland dankzij zijn boek over het ‘heldere denken’ - dat als prikkelende kop meekreeg: ‘Weg met het nieuws’. ‘Helpt het opeenhopen van feitjes om de wereld te begrijpen? Jammer genoeg niet. Juist het omgekeerde: hoe meer ‘news factoids’, hoe minder je snapt van het grote verhaal.’
De dagelijkse nieuwsselectie blijft te veel hangen in allerlei ‘feitjes’, los-vaste berichten, te vaak ook nog overwoekerd door opinies en meninkjes? Is er zoiets als het grote verhaal, een samenhang tussen al die losstaande meldingen? Wat is de relevantie? Zijn er lijnen te trekken? Wat is het onderliggende proces?
Hoe valt, anders gezegd, het ‘nieuws’ te begrijpen?
Dat is niet alleen maar een journalistieke kwestie, te bespreken op redacties. Het raakt ook aan - grote woorden… - onze democratische samenleving.
Een democratie staat of valt met goed geïnformeerde en betrokken burgers, burgers die weten wat er speelt en weloverwogen keuzen kunnen maken.
Een teveel aan nieuws, nieuwsfeitjes, maakt niemand wijzer. Het stoot veeleer af. Desinteresse of zelfs onverschilligheid kunnen lelijk uitpakken. Of zoals Heldring waarschuwde: ‘Door overdaad [..] raakt de burger het spoor eerder bijster dan dat hij wordt verlicht. Dat kan er toe leiden dat hij afhaakt van het democratisch proces, de weg vrijlatend voor de terribles simplificateurs [..].’
Meer dan ooit is de journalistieke kunst het totaalverhaal te presenteren - zo te presenteren dat een geïnteresseerde krantenlezer de feiten, netjes geserveerd, op een rij krijgt, in samenhang geduid, zonder dat de berichtgeving meer overwoekerd wordt door opinies, columns en andere meningen.
Als ergens behoefte aan is, is het overzichtsjournalistiek, een vorm van systematisch ‘nieuwsmanagement’ dat samenhangen duidelijk maakt, onderlinge structuren in kaart brengt, verbindingslijnen tekent, een patroon probeert te schetsen, orde in de chaos schept. Hoe het kaf van het koren gescheiden? Dat zal een hele klus worden. Met behulp van moderne, geavanceerde informatietechniek moet je een heel eind kunnen komen, denk ik. Maar met het ouderwetse journalistieke handwerk kun je ook een heel eind komen.
De Hofvijver probeert het op zijn manier - op kleine, overzichtelijke schaal. Al honderd nummers lang bespreken, becommentariëren en begeleiden we vanuit het Montesquieu Instituut ontwikkelingen op het snijvlak van democratie, politiek en parlement - zowel in Den Haag als in Brussel.
Nieuws wordt geduid, gebeurtenissen worden ontleed, voorvallen worden in een kader geplaatst, beweringen worden tegen het licht gehouden en besluiten worden geanalyseerd. Wetenschappers verbonden aan universiteiten van Leiden [Faculteit Governance and Global Affairs], Groningen [Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen], Nijmegen [Centrum voor Parlementaire Geschiedenis] en Maastricht plus het Parlementair Documentatiecentrum in Den Haag - onze vaste partners - tekenen er maandelijks voor. Maar we weten ook wetenschappers van andere universiteiten [Amsterdam, Groningen, Utrecht] te vinden.
Nee, we maken ons niet groter dan we zijn. Het is een vorm van overzichtsjournalistiek op een bescheiden schaal, een serieuze poging om de bomen in het bos te laten zien - vanuit de overtuiging dat de democratie, politiek en parlement te belangrijk zijn om aan politici, bestuurders en ambtenaren over te laten. Eén ding staat voor mij, als voormalig krantenjongen, vast: de overproductie aan nieuws, het scheiden van kaf en koren, vraagt om een ordening met papier en inkt, sinds ettelijke jaren ook digitaal.
Misschien moet ik dat die minister-van-toen nog eens schrijven.
Of ze er minder narrig van wordt, weet ik niet.
Jan Schinkelshoek, directeur van een communicatiebureau in Den Haag, is zowel oud-journalist als oud-politicus. Hij was hoofdredacteur van de Haagsche Courant/Sijthoff Pers (1994-2001) en lid van de Tweede Kamer voor het CDA (2006-2010). Sinds 2011 is hij hoofdredacteur van De Hofvijver.