N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
De ontwikkeling van de journalistiek: Het is tijd voor iets nieuws
Vroeger was niet alles beter, wel veel overzichtelijker. De schoenmaker was nog schoenmaker en die hield zich uitdrukkelijk bij zijn leest. Wat goed was stond redelijk vast en wat kwaad was evenzeer. Regels waren er niet voor niets en eigenlijk werd je geacht je daaraan te houden.
En aangezien je als burger niet overal persoonlijk bij kon zijn, was het plezierig dat daar dan wel verslaggevers waren die voor jou zo goed mogelijk de rol van oog en oor vervulden. Het nieuws werd nog vooral geduid door de hoofdredacteur en door twee wijze mannen die ieder op hun eigen wijze op zondagmiddag de wereld via de radio uit de doeken deden.
Het nieuws werd nog vooraf gecheckt en wilde je helemaal zeker zijn van je zaak dan was je lezer van de NRC die daarvoor 24 uur extra nam.
Naarmate de wereld ingewikkelder werd en de overheid zijn goede zorgen met meer en meer regels en beleid over ons ging uitspreiden, bleek de journalistieke hand ook benodigd om de bedoelingen van de overheid zo goed en objectief mogelijk voor het voetlicht te brengen. De overheidsvoorlichting was geboren.
Eenzijdige beeldvorming
Zij die deze functie gingen vervullen - in de regel ervaren en alom gerespecteerde journalisten - zullen niet vermoed hebben dat deze functie zich zou ontwikkelen tot hoedster van het politieke voortbestaan van bewindslieden. Dat is die bewindslieden natuurlijk van harte gegund, maar waar haalbaarheid niet altijd de sterkste kant is van beleid, valt het onverdacht hoog houden van de feiten en daarmee het vertrouwen in de overheid bepaald niet altijd mee.
Wel werd er zo ruimte geschapen voor een nieuwe loot aan de journalistieke stam: de onderzoeksjournalistiek die zijn tanden zet in de onderste overheidsteen die boven moet komen. Een specialisatie die zijn sporen inmiddels meer dan verdiend heeft in een overheidsveld waar overzicht vaak ver te zoeken is.
Jammer is alleen dat deze journalistieke tak zich niet zo leent voor sensationele onthullingen over wat er nu juist wel goed gaat en zo eenzijdig bijdraagt aan het gevoel dat het met ons mooie Nederland op zijn minst de verkeerde kant uitgaat.
Weg van sensatie, tijd voor nuance
Ook van de praat- en debatjournalistiek moeten we niet teveel verwachten als het gaat om evenwichtige beeldvorming en overzicht. Deze vorm moet zich als entertainment staande houden in een wereld van kijkcijfers en reclamegelden en ontpopt zich - als aanklager, rechter en vierde macht in één - als een regisseur die de loop van verkiezingen in belangrijke mate bepaalt. Helaas niet door uit te blinken in genuanceerde verhalen of door het agenderen van ingewikkelde problemen waar de burger niet op zit te wachten.
Wellicht is het in deze onoverzichtelijke tijden waarin de burger alleen al afhaakt bij het horen van de woorden duurzaamheid en Europa*, wel tijd voor iets nieuws: Overzichtsjournalistiek als betrouwbaar oog en oor voor een complexe wereld waarin evenwichten weer hersteld worden en beeldvorming en werkelijkheid elkaar weer vaker ontmoeten.
-
*Zoals een media-specialist vorige week in het tv-programma Whats the Hague over de agenda-setting van politieke campagnes te kennen gaf.