Asielbeleid: Tussen droom en daad

maandag 28 oktober 2024, 13:00, Prof.Dr. Bert van den Braak

De vraag hoe de 'asielcrisis' moet worden aangepakt, beheerste de afgelopen weken de politieke agenda. Sterker: zij lijkt zelfs al maanden alle andere problemen te overschaduwen. Vier maanden na het aantreden van het kabinet kwam er overeenstemming over de aanpak. Welke kanttekeningen zijn daarbij te maken?

Er lijkt een krachtig pakket te liggen, maar is dat wel zo als we kijken naar de uitvoerbaarheid? En is de PVV verliezer omdat de noodwet niet doorgaat?

Asiel- en opvangcrisis

Allereerst is het de vraag wat die crisis precies inhoudt. De instroom is niet groter dan voorheen, maar de overbelasting van het aanmeldcentrum in Ter Apel door gebrekkige doorstroming naar reguliere opvang levert problemen op. Dat heeft vooral te maken met het eerder afschalen van die reguliere opvangplekken.

Om de doorstroming van statushouders vanuit AZC's naar huisvesting te verbeteren, kwam er eerder een Spreidingswet1). Erkend wordt dat die wet 'werkt', maar niettemin is het voornemen haar af te schaffen. De intrekkingswet maakt overigens geen deel uit van de asielnood­maatregelenwet.

In het regeerprogramma werd een tijdelijke 'asiel crisiswet' [de foutieve spatie stond er zo] aangekondigd, evenals het toepassen van uitzonderingsbepalingen (artikelen 110 en 111) op de vreemdelingenwet ['op de vreemdelingenwet' en de schrijfwijze van de wet zonder hoofdletter stonden er zo]. De bedoeling was dat snel extra bevoegdheden en maatregelen konden worden ingezet om de asielinstroom te beperken en de 'asiel- en opvangcrisis' [dus ook opvang] te bestrijden.

Omdat primair werd ingezet op toepassing van art. 100/111 (de noodmaatregelen) werd niet direct de weg van de asielcrisiswet gekozen. Randvoorwaarde voor de noodmaatregelen was een juridische toets. Al snel bleek dat de weg van artikel 110/111 niet voor deze 'crisis' is bedoeld en dat de Eerste Kamer evenmin zou meewerken aan een 'voortduringswet' om de maatregelen te bestendigen. Een doodlopende weg derhalve.

Het pakket

In het regeerprogram werden al concrete maatregelen aangekondigd: extra inzet aan de grens, strenge controles tegen illegale migratie en mensensmokkel, het aanjagen van sneller vertrek door gedwongen terugkeer te bevorderen, en het strafbaar stellen van het niet meewerken aan terugkeer. Verder moet er een versnelde procedure komen voor kansarme asielaanvragen. Die maatregelen worden nu onderdeel van een in te dienen asielnood­maatregelenwet.

In het licht van eerdere uitlatingen van PVV-Kamerleden is het niet gewaagd te stellen dat beperking van asielmigratie mede wordt ingegeven door het bij de PVV levende anti-islamsentiment. Zo zei Geert Wilders in september 2020 bij de algemene politieke beschouwingen2):

"De islam verovert Nederland. We raken ons land kwijt als we zo doorgaan, dankzij de open grenzen van deze premier [Rutte], die ons land in sneltreinvaart heeft weggegeven, die alle immigratie- en asielrecords heeft gebroken."

Nadat zij eerder in haar bijdrage het woord 'omvolking' had gebruikt, zei Marjolein Faber in oktober 2020 bij de algemene politieke beschouwingen in de Senaat3):

"De grenzen staan open voor Hassan en alleman."

Tweede Kamerlid Gidi Markuszower zei bij de behandeling van de Justitiebegroting in 20214)":

"De PVV wil nul immigratie uit islamitische landen."

VVD, BBB en NSC nemen deze achterliggende gedachten weliswaar niet over, maar helpen zo wel mee deze PVV-agenda uit te voeren. Dat de 'noodwet' er niet komt, weegt in dat opzicht niet zo zwaar.

Compromis?

De uitkomst van het beraad tussen premier Schoof en fractieleiders van PVV en NSC werd gepresenteerd als een compromis. Bij de gebleken onbegaanbaarheid van de weg van art. 110/111 (gegeven de gestelde randvoorwaarde) en de eerder in het regeerprogram aangekondigde maatregelen is het de vraag of de term 'compromis' terecht is. Het is vooral de bevestiging van het doodlopen van de weg.

Uiteraard kon bij de noodmaatregelen (art. 110/111) het parlement in eerste instantie worden gepasseerd. De Vreemdelingenwet verlangt echter tevens dat 'onverwijld' een wetsvoorstel tot voortzetting wordt ingediend. De uitkomst daarvan kon zijn het stopzetten van de noodmaatregelen, waardoor alsnog 'plan B' in werking had moeten worden gesteld. En dat lag er tot vorige week nog niet.

Je kunt de vraag stellen: waarom kwam de weg van het noodrecht überhaupt in het regeerprogram? Er waren drie maanden inhoudelijke onderhandelingen en in die tijd had de (on)haalbaarheid kunnen worden onderzocht. Of was het doel slechts het woord 'asielcrisis' te kunnen lanceren?

Zorgvuldige wetgeving

Over een reguliere 'noodmaat­regelenwet' zal de Raad van State advies uitbrengen. Welke andere adviezen en reacties er komen, is de vraag. Bij de introductie van de internetconsultaties (omstreeks 2010) werd de mogelijkheid geschapen om daar in geval van spoed van af te zien (al werd tevens gesteld dat er geen reden is om te veronderstellen dat die consultaties de duur van het proces verlengen).

Ongetwijfeld zal de Tweede Kamer (en later de Eerste Kamer) wel vragen om bijvoorbeeld een hoorzitting en/of expertisebijeenkomst. Vraag is hoeveel ruimte de regeringsfracties gaan bieden voor 'inspraak'. Bij de uitvoering gaat het om mensenrechten (van asielzoekers) en om de belasting van onder meer gemeenten, politie, IND, COA, gevangeniswezen en rechterlijke macht. Die zullen zeker inspraak verlangen.

Het regeerakkoord kent overigens een hoofdstuk 'Sterke democratische rechtsstaat'. Daarin staat onder andere: "Medeoverheden, publieke dienstverleners en toezicht­houders moeten in staat worden gesteld om hun taken goed uit te voeren." En verder:

"Het is [..] van groot belang dat wetten begrijpelijk, uitvoerbaar en doenbaar zijn voor mensen en in de praktijk werken zoals de bedoeling is. Om dat te bereiken zet het kabinet in op beter gebruik van inzichten van burgers (...) en meer aandacht voor de werking van wetten voor burgers, bedrijven en maatschappelijke organisaties."

Politieke steun

In de Tweede Kamer beschikken de vier regeringsfracties over een ruime meerderheid. Als er overeenstemming is over de via de noodmaat­regelenwet te nemen maatregelen, ligt aanneming voor de hand. Het front moet tijdens de behandeling wel gesloten blijven en bij voorgestelde amendering moet één lijn worden getrokken.

In de Eerste Kamer ligt het gecompliceerder. Weliswaar is goed denkbaar dat naast de 30 leden (BBB, VVD en PVV) er nog zeker acht anderen zijn te vinden (3 FVD, 3 JA21 en 2 SGP), maar dan mogen er ook daar bij de regeringsfracties geen dissidenten zijn en is het de vraag of bijvoorbeeld FVD geen eisen gaat stellen aan de steun.

Bij intrekking van de Spreidingswet heeft de Eerste Kamer, met een zelfde politieke samenstelling als welke het wetsvoorstel aannam, het laatste woord. Hoe die Kamer, die volgens velen toetst op uitvoerbaarheid, rechtmatigheid etc, eerst in meerderheid vóór kan zijn en daarna in meerderheid 'tegen', is raadselachtig. Zeker nu die wet 'werkt'. Dat zal de Eerste Kamer als instituut geen goed doen.

De uitkomst

Hoe snel het wetgevingstraject kan verlopen, is nog ongewis. Net zo zeer als het de vraag is hoe houdbaar alle maatregelen zijn. Ze toch voorstellen vergt misschien enig 'lef'. Of gaat het om 'hoop'?

  • Artikel 25 van de Schengengrenscode beperkt de mogelijkheid tot instellen van tijdelijke (interne) grenscontroles aan dreiging van bedreiging van de openbare orde en gevaar van terrorisme. Daarvan is geen sprake. Bovendien vergt uitvoering extra menskracht.
  • Deskundigen geven aan dat het veilig verklaren van een deel van Syrië niet kan. Een uitspraak van het Europese Hof is duidelijk en er is geen Nederlandse ambassade in Damascus, die de veiligheid van teruggestuurde statushouders enige tijd kan monitoren.
  • Gemeenten moeten zorgen voor opvang van statushouders in sobere voorzieningen. Daarover komt overleg, maar of, hoe en wanneer dat is te realiseren is volkomen onduidelijk.
  • Het al na drie jaar wel of niet verlengen van een verblijfsvergunning betekent extra druk op de IND, die toch al met achterstanden heeft te maken (Overigens is dit een maatregel die ook in het VVD-programma stond).
  • Het vervallen van de plicht voor gemeenten om voor huisvesting te zorgen, betekent waarschijnlijk een nog groter probleem voor AZC's.

Asielmigratie is slechts een deel van het migratieprobleem. Arbeids- en studiemigratie zijn minstens zo belangrijk, zo niet belangrijker. In het VVD-verkiezingsprogramma staat dat er grip op arbeidsmigratie nodig is en NSC noemde daar concrete maatregelen voor. Voorstellen om dat te bereiken ontbreken vooralsnog.

Het lijkt erop dat de voorgestelde maatregelen deels symbolisch zijn en deels niet goed doordracht (want onuitvoerbaar of onhoudbaar), dan wel niet zijn beoordeeld op effectiviteit. Zo lijkt het kabinet krachtdadig, maar stuit het waarschijnlijk op 'wetten en praktische bezwaren'.

Bert van den Braak is buitengewoon hoogleraar parlementaire geschiedenis in Maastricht en redacteur van parlement.com


Deze bijdrage stond in