De onwil om te luisteren (én te handelen)

maandag 28 april 2025, 13:00, Prof.Dr. Caelesta Braun

Ik moest laatst denken aan het gedicht ‘lekker stout’, een van die treffende gedichten van Annie M.G. Schmidt. Het gedicht begint met: “ik wil niet meer, ik wil niet meer…”. Vervolgens word je meegenomen in een tirade van onwil, om daarna over alle stoute dingen te lezen die de ik-persoon wel wil, bijvoorbeeld: “ik wil heel hard stampen in een plas en dan m’n tong uitsteken.” Om dan uiteindelijk bij de afsluitende zin aan te komen: “en als ze kwaad zijn, zeg ik: Bil!”1)

Wie het gedicht als ouder leest, herkent de opstandige (peuter)puber. Je ziet ze voor je. Vaak ook nog stampvoetend en met de handen tegen de oren: “Ik luister niet, lekker puh, je kan me toch niks maken.” Dat is ook de boodschap van het gedicht: gewoon lekker overal tegenaan schoppen en je nergens iets van aantrekken. De wijze ouder bakent stevig af en wacht geduldig, wetende dat dit gedrag tijdelijk is en hoort bij de ontwikkeling van peuters naar kinderen en van pubers naar volwassenheid.

Bij mij roept dit gedicht niet alleen associaties op met (peuter)pubergedrag, maar het doet mij juist ook denken aan de huidige coalitiepartijen. De onwil om te luisteren naar de wereld om hen heen en er betekenisvol naar te handelen nemen zorgelijke vormen aan. Medeoverheden, uitvoeringsorganisaties, adviesraden, wetenschappers, journalisten, rechters, maatschappelijke organisaties; ze kunnen allemaal roepen tot ze een ons wegen. Geen gehoor. “Ik luister lekker toch niet.” Anders dan bij de (peuter)puber is dit gedrag niet van tijdelijke aard. Het is blijvend en precies de bedoeling. En in tegenstelling tot wat wijze ouders doen, wordt op het politieke toneel vooral gewacht en veel te weinig afgebakend. Dat is erg zorgelijk.

Er tekent zich namelijk een blijvend patroon af: niet luisteren. Niet reageren. Vooruitschuiven van oplossingen van grote maatschappelijke problemen. Losse flodders lanceren. Chaos creëren. Je moedwillig doofstom houden. Tegenspraak in de kiem smoren en, als het even kan, blijvend verder verzwakken. Voorbeelden genoeg. Denk aan de serieuze bezuinigingen op maatschappelijke organisaties van wie hun collectieve stem wordt gedempt. Of de nieuwe Kaderwet rijksinspecties die onder andere probeert te regelen dat een minister in het werkprogramma van inspecties kan ingrijpen, wat de onafhankelijke oordeelsvorming en van deze toezichthouders serieus beperkt. Maar ook de bezuinigingen op de publieke omroep, waarmee kritische journalistiek wordt lamgelegd. De bezuinigingen op het onderwijs, die uiteindelijk leiden tot een minder goed ontwikkelde bevolking en daarmee ook tegenspraak in de kiem smoren. Echo's van wetenschappelijke adviezen die lijken door te klinken in kabinetsreacties.

Als je ze goed leest, zijn het eerder kopieën van goed klinkende formuleringen, dan een intentie van daadwerkelijk handelen in lijn met deze adviezen. Uitvoeringsorganisaties worden nog steeds niet voldoende serieus genomen in ‘Den Haag’, als ze wijzen op misstanden in de publieke dienstverlening. Adviezen van kennisinstituten en adviesraden worden domweg niet in ontvangst genomen, omdat de boodschap de betreffende bewindspersoon niet aanstaat. De pogingen om het demonstratierecht te beperken, omdat de betogers er een andere mening op nahouden dan de regering, zijn een onmiskenbare inperking van tegenstemmen. “Ik luister lekker toch niet. En als je er wat van zegt, dan mep ik je gewoon in de hoek.” Zo zou Annie M.G. Schmidt het wellicht hebben geformuleerd namens haar ik-persoon.

Eerlijk is eerlijk, dit patroon is natuurlijk niet helemaal nieuw. Laten we elkaar niet voor de gek houden. Voorgaande regeringen waren ook regelmatig en bewust doofstom. Maar niet op deze schaal. En ook niet met deze grove minachting van tegenspraak én voor burgers in het land. Want in tegenstelling tot wat de grote lege woorden die gebruikt worden lijken te signaleren, is dat natuurlijk waar het fundamenteel mis gaat. Al deze doofstomheid leidt tot welvaartsverlies van precies die burgers die het meest kwetsbaar zijn. Doofstomheid en lethargie leiden tot symboolpolitiek en korte termijn fetisjisme, en zijn precies daarom zo ongelooflijk zorgelijk.

Wat te doen? Altijd blijven voorleven hoe het wel moet. Niet alleen het belang van goede tegenspraak blijven benoemen, maar er óók voor opkomen en het verdedigen zijn cruciaal. Zo niet voor het effect ten opzichte van de huidige regering, dan wel als voorbeeld voor de rest van het land. Dat geldt voor iedereen voor wie een vorm van tegenspraak onderdeel van diens professionele rol is. Noblesse oblige. Maar het geldt zeker voor onze volksvertegenwoordigers in de Tweede Kamer. Zoals de historicus Timothy Ryback het verwoordt: “als iets me echt doet denken aan de Weimarrepubliek, dan is het dit: dat onze volksvertegenwoordigers in het parlement falen om de pijlers onder de democratie hoog te houden.In plaats daarvan willen ze waarborgen dat ze de volgende ronde herkozen worden. In hun eigen belang.”2)

Dus speciaal voor alle oppositiepartijen in de Tweede Kamer: word politiek volwassen. Zorg ervoor tegenspraak te stutten voordat het bouwwerk instort en niet meer te repareren is. Dwing handelen af om grote maatschappelijke problemen duurzaam bij de kop te pakken. Doe dat samen, stap over je verschillen heen. We hebben meer te verliezen dan een mislukt fragment van een Kamerdebat op sociale media of een niet-ingekopte motie. Beter samen dit patroon ten volle gekeerd dan alleen te zijn verleid door retoriek die ons allemaal de afgrond in stort. Politici en bestuurders die niet alleen macht hebben, maar ook verantwoordelijkheid durven dragen voor het algemene belang. “Dat is alles wat ik wil.”

  • 1) 
    https://www.gedichten.nl/nedermap/gedichten/gedicht/35762.html
  • 2) 
    Goede Gesprekken, podcast van De Correspondent met Lex Bohlmeijer en Timothy Ryback, 28-03-2025

Deze bijdrage stond in