N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Minder Kamervragen, nog minder antwoorden
Wie denkt dat een Tweede Kamerlid tijdens het zomerreces alleen vakantie viert, heeft het mis. Ook het Kamerwerk gaat door. Zo is er tijd voor werkbezoeken. En er worden schriftelijk Kamervragen gesteld aan de regering. Dat zijn er wel minder dan gewoonlijk. De beantwoording van die vragen laat tijdens de zomerperiode op zich wachten, zo blijkt uit gegevens van PDC.
Aantal vragen tijdens het zomerreces
Het zomerreces van 2017 was – afgezet tegen afgelopen jaren - wat het aantal schriftelijke Kamervragen betreft een rustige zomer. Met nog een week van het reces voor de boeg, ligt het aantal vragen gesteld door Kamerleden aan de lage kant, vergeleken met voorgaande zomers.
Jaar |
Aantal schriftelijke vragen |
---|---|
2013 |
334 |
2014 |
342 |
2015 |
391 |
2016 |
300 |
2017 (t/m 24 aug) |
246+ |
Scoren tijdens komkommertijd
Tijdens een reces zijn juist Kamervragen het middel bij uitstek om de regering te controleren. Toch dienen ze het zomerreces niet alleen dat doel. Sommige Kamerleden maken er een sport van om in het zomerreces (komkommertijd) het nieuws te halen met een Kamervraag. Joop Atsma, van 1998-2010 Tweede Kamerlid voor het CDA, stond erom bekend. Zo stelde hij bijvoorbeeld de vraag of het bericht klopte dat Europa het rapen van Kievitseieren aan banden wilde leggen in Fryslân. Atsma’s zomerse proefballonnetjes en Kamervragen kwamen bekend te staan als ‘Atsmaatjes’.
Ook dit zomerreces werden er enkele opvallende vragen gesteld, zoals ‘Kunt u bij NPO navragen hoeveel betalende abonnees zij verwacht voor NPO Start Plus?’, en over ‘het bericht dat de Joint Strike Fighter (JSF) evenveel geheugen heeft als een iPhone’. Enkele in het oog springende vragen waren gerelateerd aan de vakantieperiode. Ze gingen bijvoorbeeld over de aanpak van drukte op Schiphol, de gebrekkige beschikbaarheid van uitzendingen van de NPO in het buitenland, of over het opdrijven van prijzen van hotelkamers door boeking-websites.
Toch moet niet het beeld ontstaan dat er alleen vragen worden gesteld over incidenten. Deze zomer werden er bijvoorbeeld ook vragen gesteld over belastingontduiking, de zorg, beschikbaarheid van hulpdiensten, aardbevingen in Groningen, en uiteraard over fipronil in eieren.
Beantwoording laat op zich wachten
Ondanks het geringere aantal vragen, loopt de beantwoordingstermijn gedurende het zomerreces toch op. Voor de beantwoording van schriftelijke Kamervragen wordt normaliter een beantwoordingstermijn gehanteerd van 21 dagen. Ook buiten het reces wordt die bij meer dan de helft van de vragen overschreden.[1] PDC volgde deze zomer het aantal onbeantwoorde vragen en zag dat de onbeantwoorde schriftelijke vragen zich nog verder opstapelden. De vragen blijven op het ministerie langer onbeantwoord op het bureau liggen, zo blijkt uit onderstaande grafiek.
Overzicht aantallen Kamervragen per dag.
Donkerblauw: gesteld; lichtblauw: nog niet beantwoord, nog binnen termijn van 21 dagen; oranje: nog niet beantwoord na 21 dagen; geel: beantwoord.
Te zien is dat er in de zomermaanden weinig vragen beantwoord worden. Het aantal vragen dat niet binnen de termijn beantwoord wordt, neemt daardoor toe (oranje).
Real Time Research
Onder de noemer Real Time Research faciliteert PDC wetenschappelijk onderzoek. Hiermee kunnen onderzoekers en journalisten actuele én historische data snel en eenvoudig analyseren en gemakkelijk de juiste verbanden leggen.
[1] N. Cramer, Schriftelijke vragen: duurzaam onderzoek naar een miskend (?) instrument. Verschenen in de Hofvijver van 25 april 2016.