N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Tegen het belletje trekken. Waarom ligt de drempel voor het passieve kiesrecht zo laag?
Inmiddels, meer dan twee maanden na de Tweede Kamerverkiezingen, zijn VVD, CDA en D66 druk op zoek naar een coalitiepartner. GroenLinks wordt het althans vooralsnog niet, ChristenUnie wellicht ook niet, SP en PvdA houden de boot al evenzeer af. Het had allemaal anders kunnen lopen als ook de Vrouwen Partij en Trots op Nederland aan de verkiezingen zouden hebben deelgenomen. Maar die partijen werden van de stembus geweerd.
Achter die beslissing gaat een boeiende, zelfs principiële kwestie. En dat is de vraag naar de reikwijdte van het passieve kiesrecht, het democratische recht om tot lid van de Tweede Kamer of een andere volksvertegenwoordiging te worden gekozen. Moet iedereen worden toegelaten? Mag van partijen die zich aanmelden voor verkiezingen een waarborgsom worden geëist? Of is dat een (te) forse inbreuk op het recht van vrije verkiezingen?
financiële drempel
De Vrouwen Partij en Trots op Nederland weigerden om principiële redenen die waarborgsom (€ 11.250) te betalen. Dat was voor het Centraal Stembureau reden om hun kandidatenlijsten ongeldig te verklaren. Maar de bestuursrechter (de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State) gaf hen uiteindelijk geen gelijk. Ook getoetst aan internationale verdragen, vond de Afdeling dat zo'n drempel een objectief en legitiem doel kent.
Dat waarborgsommen verenigbaar kunnen zijn met het recht op vrije verkiezingen, heeft het Europese Hof voor de Rechten van de Mens in 2006 al eens uitgemaakt in een zaak tegen Oekraïne. Volgens het Hof brengt het registreren van kandidatenlijsten relatief hoge kosten met zich mee. De waarborgsom moet volgens het Hof bewerkstelligen dat alleen serieuze kandidaten deelnemen en zou daarom legitiem zijn.
De waarborgsom is in Nederland niet buitenproportioneel hoog. Gemeten aan het gemiddelde inkomen in Nederland, is het - aldus de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State - geen wezenlijke belemmering voor een politieke groepering om deel te nemen aan de verkiezingen. Hetgeen ook blijkt omdat er op 15 maart zo veel nieuwe partijen een gooi hebben gewaagd naar een zetel in de Tweede Kamer.
Het is onwaarschijnlijk dat de Vrouwen Partij en Trots op Nederland het geld voor de waarborgsom niet hebben kunnen opbrengen. Vermoedelijk - dat is gissen - was het een verkiezingsstunt: een signaal om te laten zien dat de partij (nog) bestaat en dat zij door het bestaande 'partijkartel' belemmerd worden. Zoiets. Maar dat roept de vraag op of zulke partijen wel tot de verkiezingen moeten worden toegelaten? Moeten die niet worden beperkt tot serieuze partijen?
Bijkomende belemmeringen
Het passief kiesrecht is een van de belangrijkste grondslagen van de parlementaire democratie en moet daarom zo min mogelijk worden belemmerd. Het is goed dat hier af en toe aandacht voor wordt gevraagd, wat het motief ook is. Ook omdat er nog meer belemmeringen zijn dan een waarborgsom. De kandidaten moeten tenminste 18 jaar oud zijn om verkozen te kunnen worden en er mogen niet meer dan 50 kandidaten op de lijst worden geplaatst.
Er is kritiek mogelijk op de wijze waarop Nederland is verdeeld in kieskringen en het aantal stembureaus. De kiezer kan nu niet stemmen op de 51e kandidaat en het is niet uitgesloten dat een jongere kandidaat dan 18 jaar geschikt is. Is wel elk stembureau goed bereikbaar en zijn de openingstijden voor ieder voldoende om zijn stem uit te kunnen brengen? Daarin schuilen ook nog mogelijke belemmeringen voor het passief (en actief) kiesrecht die de moeite van een kritische beschouwing waard zijn.
Drempels omhoog
In vergelijking met al die beperkingen is de waarborgsom een slechts geringe inbreuk op de democratische rechten. Het is eerder de vraag of zo'n (lage) financiële drempel het meest geëigende middel is om er voor te zorgen dat alleen serieuze partijen aan de verkiezingen deelnemen. Zeker als daaraan wordt afgemeten wat de deelnemer ervoor terug krijgt - veel publicitaire aandacht.
De bijkomende eisen zijn relatief gering. Het vereist bij registratie slechts een notariële akte voor de oprichting van een vereniging (de partij) en inschrijving bij de Kamer van Koophandel, en bij de inlevering van de kandidatenlijst het geringe aantal van 30 verklaringen van ondersteuning per kieskring. Nederland telt 20 kieskringen. Het is dus voldoende als de nieuwe partij na registratie 600 ondersteuningsverklaringen weet te verzamelen. En dan is er ook nog de mogelijkheid om in minder kieskringen deel te nemen.
Zijn deze drempels niet te laag? Is het niet veel te gemakkelijk om aan verkiezingen deel te nemen? Moet het niet zo worden geregeld dat minder serieuze partijen en partijtjes worden afgeschrikt? Moeten de verkiezingen niet worden beperken tot partijen die klaar zijn om te regeren? Wie voldoende geld op zak heeft en voldoende handtekeningen heeft verzameld, is nog niet in staat om beloften aan kiezers waar te maken. Populisme is bij aanvang eenvoudig, maar als moet worden geregeerd komt de echte test. Daadwerkelijk meedoen als partij vergt een doortimmerd verkiezingsprogramma plus voldoende (gekwalificeerde) mensen om het te kunnen uitvoeren.
Oprechte deelname
Een echte drempel zou voor Nederlandse begrippen een grove inbreuk op het passieve kiesrecht zijn. Tot nu toe maakt ons kiesrecht het iedereen zo gemakkelijk mogelijk. Praktisch iedereen kan stemmen, deelname aan verkiezingen is simpel en bij de toegang naar de Tweede Kamer is er geen wezenlijke drempel.
Dat heeft altijd gegolden als kenmerk van een ware democratie. Maar dat kan ook ontaarden in een spelletje, een farce of zelfs een kwajongensstreek, een gelegitimeerde vorm van belletje trekken. Onze democratie is een te groot goed om aan zichzelf over te laten. Moeten er daarom geen echte kwaliteitseisen worden gesteld aan partijen die zich in de verkiezingsstrijd willen storten? Waarom niet het aantal benodigde ondersteuningsverklaringen verdubbeld of zelfs verdrievoudigd? Al is het alleen maar om te laten zien dat de partij voldoende mensen achter de hand heeft om te kunnen regeren.
Wie zich een plekje wil veroveren aan de onderhandelingstafel bij de kabinetsformatie, moet bij de verkiezingen al laten zien dat hij serieus is.