Autocratisering en statistiek

donderdag 10 april 2025, 11:10, analyse van Wim van Meurs

Het aantal landen in de wereld – zoals het Vaticaan of Brunei – dat niet voor zichzelf claimt een democratie te zijn, is op de vingers van twee handen te tellen. Daarmee is de filosofische vraag wat democratie is, nog geenszins tevredenstellend beantwoord. En nog veel minder de methodische vraag hoe de democratische kwaliteit van een staatsbestel gemeten en beoordeeld kan worden. Wat het design van de survey ook is en hoeveel criteria ook gebruikt worden, veel hangt uiteindelijk af van het oordeel van de (landen)expert, ook in het wegen van vaak tegenstrijdige ontwikkelingen binnen één criterium.

Wereldwijd heeft een aantal instituten een reputatie verworven met een eigen doordachte, maar nooit onomstreden meetmethode voor democratie. Naast Freedom House (1973), de Democracy Index van The Economist (2006) en de Bertelsmann Transformation Index (2006), om er enkele te noemen, hoort daartoe zeker ook V-Dem (Varieties of Democracy) van de Universiteit van Gotenburg. Ondanks alle verschillen in methode en criteria worden deze lijsten steeds aangevoerd door de Scandinavische landen, en horen ook Luxemburg, Estland, Zwitserland en Nederland tot de usual suspects voor de medailleplaatsen.

Al deze indices en wereldwijde surveys hebben sinds de eeuwwisseling het einde van de democratie-euforie geconstateerd en de terugkeer van wat in de politicologie als ‘autocratie’ bestempeld wordt. Sinds 2020 heeft elk V-Dem rapport deze term als net zo moeilijk te definiëren tegenstuk van democratie in de titel: “Autocratization Turns Viral” (2021); “Autocratization Changing Nature?” (2022) en het vorige week gepubliceerde rapport voor 2025: “25 Years of Autocratization - Democracy Trumped?1)

De aandacht van de democracy watchers verschoof van de transitie van dictatuur naar democratie uit de jaren negentig naar processen van autocratisering binnen een (gevestigde) democratie. Begin jaren negentig heerste in de analyses nog het rotsvaste vertrouwen dat een land om een gevestigde democratie te worden na decennia van communistische regimes niet meer nodig had dan een rechtsstaat met grondwet, een doordacht democratisch bestel en een of twee electorale regeringswisselingen. Zonder het risico van wat nu als de-democratisation, backsliding of democratic erosion betiteld wordt.2)

Een kwarteeuw later zijn Erdoğan, Trump, Orban en Poetin de figuren die direct met autocratisering geassocieerd worden: leiders die – soms met behulp van verkiezingsfraude – aan de macht komen en vervolgens de democratie van binnenuit uithollen. Verkiezingen als minimaal vereiste voor de schijn van de democratie worden door hen in stand gehouden. Maar de waarborgen voor een functionerende democratie, zoals een vrije pers, een onafhankelijke rechterlijke macht en demonstratierecht, komen meer en meer onder druk te staan. De bandbreedte is echter groot: van een Orban, die voorzichtig maneuvreert in Boedapest en Brussel, nu zijn macht eenmaal gevestigd is, tot een Poetin, die geen partijpolitieke oppositie en geen rechtstatelijke belemmeringen meer te duchten heeft, of een Trump, die in een razend tempo de confrontatie met de rechterlijke macht en met de vrije pers aangaat.

De beoordeling van landen op electorale en liberale democratie door V-Dem voor 2025 is opvallend. In het bovenste kwart van de 200+ gerankte landen is er voor de afgelopen tien jaar bij geen enkele democratie een significante stijging te zien, met een daling alleen voor de VS. Nederland staat op plaats 20, in het geruststellende gezelschap van het VK, Letland, Oostenrijk en IJsland. Duidelijk achter de top 3 van Denemarken, Estland en Zwitserland, maar ver boven de eerste Europese electoral autocracy in de lijst: Hongarije op plaats 95 en 97. Voor West-Europa en Noord-Amerika is het geschetste beeld al jaren redelijk stabiel. In Oost-Europa is na de democratisering van de jaren negentig een duidelijk negatieve trend zichtbaar: een terugval van liberale naar electorale democratie in landen als Litouwen, Polen, Slovenië en Slowakije. En van electorale democratie naar autocratie in Hongarije, Rusland, Servië en Oekraïne.

In het actuele autocratiseringsgeweld wereldwijd lijkt Nederland een oase van democratische rust. De rankings zijn echter onverbiddelijk: elke stap terug op een of meer democratiecriteria is een vorm van autocratisering. In het rapport van vijf jaar geleden was Nederland 16e (van 18 volle liberale democratieën en 19 met zwaktes) met scores van 0,784 en 0,83 voor liberale en electorale democratiecriteria.3) In het nieuwste rapport scoort Nederland minimaal slechter: rang 20 met scores van 0,76 en 0,82, maar belandt zo wel onder de 25 democratieën met zwaktes.

Voor wie gelooft in de macht van cijfers. De V-Dem rapporten onderscheiden vier varianten of dimensies van democratie, die apart gerankt worden. Al in 2020 scoorde Nederland laag op egalitaire democratie (0,847 en rang 30) en participatieve democratie (0,621 en rang 42), terwijl het bij de toplanden hoorde voor liberale democratie (0,962 en rang 4) en deliberatieve democratie (0,958 en rang 6). De verschillen met 2025 zijn opmerkelijk. Terwijl voor liberale, egalitaire en participatieve democratie de rang (13, 14 en 40) deels wel verschilde, was de score nagenoeg gelijk aan die van 2020. Alleen voor de klassieke Nederlandse deugd van het polderen, de deliberatie, zijn score en rang sterk gekelderd: van 0,958 en rang 6 naar 0,89 en rang 22, in het gezelschap van IJsland, Bhutan, Portugal en Senegal. Volgens het rapport ontsnapt Nederland cijfermatig door de mate van daling in egalitaire en deliberatieve democratie maar nét aan de kwalificatie confirmed autocratizer.4)

Nu zijn er genoeg redenen om bezorgd te zijn over de politieke realiteit van het kabinet-Schoof en de maatschappelijke polarisatie in Nederland anno 2025. De vraag is wel of deze zorgen gedekt worden door de statistische trends op enkele V-Dem democratievarianten. Leggen deze data de vinger op de wond van een verlies aan democratische kwaliteit? Of vormen ze een broodnodige early warning voor dreigingen aan de horizon? Bij het lezen van een dergelijk globaal rapport in Nederland, en misschien zelfs al eerder bij het scoren van de individuele criteria door de landenexperts, wordt democratie al snel een totem voor een veel groter complex aan overheidsbeleid, rechtvaardigheid en ideologische keuzes. Terwijl ons tijdsgewricht juist vraagt om een herwaardering van en opkomen voor de democratische rechtsstaat als een systeem van checks and balances voor links én rechts. Dat moet voorkomen dat presidenten koningen worden en moet garanderen dat onrechtvaardige of onzorgvuldige beleidsmaatregelen ten halve gekeerd kunnen worden.

Prof. dr. Wim van Meurs is hoogleraar Politieke Geschiedenis aan de Radboud Universiteit Nijmegen


  • 1) 
    25 Years of Autocratization - Democracy Trumped? (Gothenburg: V-Dem Institute, 2025), https://www.v-dem.net/documents/60/V-dem-dr__2025_lowres.pdf.
  • 2) 
    Marlies Honingh en Carolien van Ham, Verkenning en verdieping democratische erosie en respons in Nederland (Den Haag: Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, 2024).
  • 3) 
    Autocratization Surges - Resistance Grows (Gothenburg: V-Dem Institute, 2020), https://www.v-dem.net/documents/14/dr_2020_dqumD5e.pdf.
  • 4) 
    25 Years of Autocratization, p. 11, fn. 4; Tamar de Waal, “In Den Haag. Verslappen”, De Groene Amsterdammer (1 april 2025).