Alleen maar winnaars

vrijdag 7 juni 2024, 8:21, column van Jan Schinkelshoek

‘Ik ben blij, zo blij…’

Caroline van der Plas slaagde er donderdagavond wederom het algemene sentiment het meest treffend te vertolken: iedereen voelt zich winnaar, ook verliezers.

Het mooie van de gepeilde uitslag van de verkiezingen voor het Europese Parlement is dat elke, nou ja: bijna elke partij zichzelf tot overwinnaar kan uitroepen. En nog met enig recht ook.

Neem de linkse combinatie van PvdA-GroenLinks. De partij van Frans Timmermans lijkt, ondanks verlies, de grootste te worden. Groter dan Wilders’ PVV, die wel weer afstevent op een grote verkiezingswinst. Zo kan elk partij het eigen verlies als winst uitleggen. Het CDA dat niet zo diep wegzonk als tot voor kort leek, D66 dat weer een plusje kon noteren en begon over een ‘wederopstanding’.

Omtzigts NSC deed ook al opgetogen: hoewel de grote winst van eind vorig jaar verschrompelde, was men ‘opgetogen’ over de entree in het Europese Parlement. Ook de VVD, de partij die echt verloor, zag positieve kanten en meende desondanks ‘het verschil te kunnen maken’. Zelfs BBB, nauwelijks een schim in vergelijking met de provinciale verkiezingen van iets meer dan een jaar geleden was ‘blij, zo blij’.

Commentaren van politici op verkiezingsuitslagen moeten als stelregel met tenminste een korrel zout worden genomen. Iedereen probeert, als vanzelfsprekend, om ook een tegenvallend resultaat zo gunstig mogelijk uit te leggen. Al was het alleen maar om de goede moed er in te houden. Op verkiezingsavond start de volgende verkiezingscampagne. En niemand zal zichzelf bij die start op achterstand willen zetten. Wie geeft zich graag af met een zelfverklaarde verliezer?

Uitslagen van Europese verkiezingen dienen met extra behoedzaamheid beoordeeld worden. De opkomst is, al sinds de eerste rechtstreekse Europese verkiezingen [1979], lager, soms zelfs beduidend lager dan bij nationale verkiezingen. Dat vertekent enorm, zo zeer dat dat appels en peren meer vergelijkbaar zijn.

Waarschijnlijk viel de opkomst deze ronde in Nederland mee. Maar nog altijd is zo’n 50 procent is thuisgebleven. Een flink deel van die thuisblijvers meldt zich wel weer bij Tweede Kamerverkiezingen. Dat meer dan de helft van de PVV-kiezers donderdag niet naar de stembus is gegaan [56 procent] - meer dan van andere partijen - zegt daarom nogal wat. Daarom doet Timmermans er goed aan zich niet te rekenen. Net zo min als die lage opkomst Omtzigt uit het veld behoeft te slaan. En het CDA, een partij met een vergrijzende, maar loyale achterban, moet niet er niet te veel hoop aan ontlenen.

Misschien wel het belangrijkste verschil: Europa is toch wat anders dan Nederland. Bij nationale verkiezingen spelen andere sentimenten, andere belangen en andere overwegingen een rol dan bij Europese. Zeker in een politiek klimaat waarin stemmingen zo snel blijken te wisselen. Nog maar vijf jaar geleden waren veel kiezers in de ban van Baudet en was Wilders helemaal uit de gratie.

Daarom behoeft de verliezer van donderdag niet te wanhopen entail de winnaar zich niet al te zeker wanen.

Daarom doet iedereen ‘blij, zo blij’.