Veel potjes met geld & vernieuwend dualisme?

donderdag 16 december 2021, 17:42, analyse van Anne Bos

‘Zo veel geld! Gaat het kabinet-Rutte IV het vertrouwen soms kópen?’ Het was een terechte en ook een tikkeltje gemene vraag die NOS-verslaggever Niels Geerts kort na de presentatie van het regeerakkoord aan VVD-onderhandelaar Mark Rutte stelde. Het budget is inderdaad ongekend. Geen enkel kabinet (-in wording) uit het verleden presenteerde een regeerakkoord waarin zo veel werd gespendeerd. De potten en fondsen dienen snel te worden gevuld nu de rente zo laag is, maar met een snel oplopende inflatie kan daarin snel verandering komen. Het nieuwe regeerakkoord is ook nog niet doorgerekend door het CPB.

Het nieuw te vormen kabinet zal niet het eerste zijn dat wordt geconfronteerd met tegenvallers. In 1989 dacht het derde kabinet-Lubbers (CDA-PvdA) ook een glorieuze start te maken. Met Kok als minister van Financiën kreeg de coalitie echter al snel te maken met stevige financiële tegenwind en waren bijstellingen onvermijdelijk.

Ook opvallend is het voornemen de bestuurscultuur te veranderen door een duidelijker onderscheid te maken tussen regering (regeert) en Kamer (controleert). We hoorden de vier partijleiders bij Op1 tegen Sven Kockelmann zeggen dat daarmee een einde komt aan het maandagochtendoverleg, het monistische overleg tussen de fractievoorzitters van de coalitiepartijen in de Tweede Kamer en de kopstukken uit het kabinet dat werd gebruikt om de klokken gelijk te zetten. Daarmee komt een einde aan wat begin jaren tachtig begon als het Torentjesoverleg of Suikeroompjesoverleg*. Of de coalitie kan overleven zonder een dergelijk overleg zal de tijd leren. De eindstreep halen lijkt geen doel op zich.

  • de term komt van het CDA; de suikeroompjes waren Ruud Lubbers (CDA) en Gijs van Aardenne (VVD) de stoute neefjes fractievoorzitters Bert de Vries (CDA) en Ed Nijpels (VVD); Arendo Joustra en Erik van Venetië, De geheimen van het Torentje (Amsterdam 1993) p. 78-79.
 

Anne Bos is onderzoeker bij het Centrum voor Parlementaire Geschiedenis.