Alle hulp is welkom?

maandag 15 maart 2021, 13:00, Prof. dr. Joop van Holsteyn

Volgens de leerboeken is de Nederlandse kiezer de laatste halve eeuw gaan kiezen. Waar lange tijd het lidmaatschap van een bepaald bevolkingssegment bijna dwingend richting gaf aan de partijkeuze, is de hedendaagse kiezer vrij van dergelijke electorale banden en oogkleppen. Slaafse stemmers zijn geëmancipeerde kiezers geworden, meer of minder zwevend, ongebonden en vrij in hun keuze, zoals een volwassen representatieve democratie allicht vereist en veronderstelt.

Mooier nog! Want die kiezer van de 21e eeuw laat zich in hoge mate door inhoud en beleidskwesties leiden en maat politiek-inhoudelijke keuzes. Anders dan vaak wordt beweerd en door velen wordt gedacht, zijn het niet vooral de mannelijke of vrouwelijke poppetjes, voorgegaan door lijsttrekkers, die kiezers winnen of verliezen, maar is het bovenal inhoud die de stem stuurt.

Althans, die indruk kan gemakkelijk getrokken worden door de enorme populariteit van de zogeheten stemwijzers, die onder diverse namen en in uiteenlopende hoedanigheden door burgers geraadpleegd worden. Niet zo vreemd, want bij het meer dan ruime aanbod aan partijen en programma’s is er enorm veel te kiezen. En omdat kiezen nu eenmaal altijd lastig is, is alle hulp welkom. De broodnodige hulp van stem- of kieswijzers, waarmee in het Nationaal Kiezersonderzoek van 2017 een meerderheid van 70 procent van de kiesgerechtigden aangaf bekend te zijn. Van die groep gaf weer ruim 70 procent aan voorafgaande aan de Kamerverkiezingen van maart 2017 één of meer stemwijzers serieus te hebben ingevuld. Bij dat invullen gaat het in de regel om het beoordelen van beleidsvoorstellen of programmapunten in het licht van de eigen houdingen en politieke wensen, en het er al dan niet mee eens zijn. Inhoud wint.

En toch. Toch is misschien niet alle hulp even aangenaam. Het lijkt er immers op, dat de stemhulpen van vandaag de plaats van de priesters, dominees en vakbondsleiders uit het verzuilde verleden hebben overgenomen. Hulp is dan geen advies meer, maar heeft een dwingend karakter en perkt de electorale vrijheid in. Luister naar kiezers, nogmaals uit 2017, in antwoord op de vraag waarom zij hebben gestemd wat zij hebben gestemd. ‘Op advies van de stemwijzer.’ ‘Vanwege de stemwijzer.’ ‘Stemwijzer vertelde dat mij.’ ‘De stemwijzer heeft het uitgewezen.’ ‘De stemwijzer gaf dit aan.’ ‘Alle stemwijzers gaven dit aan.’ ‘Via stemwijzer kwam ik hierop.’ ‘Omdat de stemwijzer zei dat deze partij het beste bij mijn standpunten paste.’ ‘Ik heb de stemwijzer gevolgd.’ En zo voort en zo verder. Vele kiezers die expliciet aangeven simpelweg een stemwijzer te hebben gevolgd, omdat dat moest, zo lijkt het. Of meerdere stemwijzers: ‘Drie verschillende stemwijzers kwamen alle op VNL uit!’ Tja, dan moet het wel kloppen. Waar zou die kiesgerechtigde dan nog het lef vandaan halen om af te wijken?!

Dit is te meer het geval, omdat het een-op-een verband tussen verkregen adviezen en gemaakte partijkeuze opmerkelijk eenduidig en sterk is. Van de kiezers die het advies kregen VVD te stemmen deed 57 procent dit, van kiezers die dit advies niet kregen slechts 9 procent. Voor de PvdA zijn de vergelijkbare percentages 29 respectievelijk 2, voor de PVV 34 en 1, voor de SP 40 en 3, voor D66 47 en 7, etc. Het patroon is gelijk en even helder voor alle partijen. Natuurlijk, voor het aantonen van causaliteit is meer nodig, maar dat de partijkeuze van vele kiezers mede het gevolg is van het verkregen stemadvies, is op zijn minst aannemelijk.

Aldus verwordt de sympathieke stemwijzer tot een electorale dwingeland. De behulpzame adviseur wordt de tirannieke baas. Dat is problematisch, want de wetenschappelijkheid en objectiviteit van stemwijzers, die zo duidelijk doorklinkt in de stemmotieven van kiezers, is in hoge mate schijn, slechts deels werkelijkheid en waarheid. De kwetsbaarheden van stemwijzers zijn bekend, zij het misschien niet of te weinig onder het grote publiek. De aanname dat een politieke keuze bovenal op inhoud dient te zijn gebaseerd, en niet op andere factoren zoals vertrouwen in de competentie en integriteit van politici, beoordeling van gevoerd beleid, strategische en coalitieoverwegingen en wat dies meer zij. De specifieke en altijd zeer beperkte selectie in stemwijzers opgenomen standpunten, met onvermijdelijke weglating van heel veel andere. De juistheid van in stemwijzers opgenomen standpunten ook, bij partijen die listig anticiperen op de aantrekkelijkheid van die standpunten – niet voor het eigen programma, maar in de stemwijzer. De wijze van berekening van het stemadvies dat pseudo-objectief aangeeft welke partij voor de kiesgerechtigde de beste is, zelfs nog gevolgd door een tweede en derde keus, om de precisie van het advies nog eens te onderstrepen. ‘Via stemwijzer was dit de uitkomst’, aldus een kiezer uit 2017.

Alle hulp is welkom, heet het vaak. Mwah, niet per se. Sommige hulp heeft perverse effecten en wordt daardoor onwenselijk. Stemwijzers die door velen worden gezien en gebruikt als bepalend voor de te maken keuze, daar is de in een representatieve democratie stemgerechtigde burger niet werkelijk mee geholpen, anders dan van de regen van de vele keuzemogelijkheden in de drup van de beperkte vrije wilsuiting.

 

Prof. dr. Joop van Holstijen is als hoogleraar ‘Politiek gedrag en methoden van onderzoek’ verbonden aan de Universiteit Leiden.

Deze bijdrage stond in