N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
‘De Grote Hervorming’: na verkiezingen een ‘Great Reset’ voor Nederland. Regering en parlement voorop
Drie grote crises – toeslagenaffaire, Gronings gas-ellende en corona-effecten – leggen samen een vierde bloot: het anno 2021 zo slecht functioneren van onze topstructuur. De nog uit 1848 stammende organisatiestructuur van regering en het nu zo versplinterd parlement is de gemeenschappelijke oorzaak. Een ‘Great Reset’ kan soulaas brengen.
In alle drie crises is in de bestrijding van ieder der gerezen problemen de onmacht zichtbaar geworden van de (te) vele ministers/ministeries of andere instanties, die er bij betrokken waren of nog zijn. Hun samenwerking laat vaak te wensen over. De oorzaak moet gezocht worden in historisch te zeer gespreide verantwoordelijkheid van ministers en hun departementen als ook over decentrale overheden en instanties en gebrek aan centrale aansturing. Onschuldige burgers worden er de dupe van. Al zal parlementair (enquête)onderzoek dit serieuze vermoeden moeten bevestigen, zal aan het wegnemen van de vermoede oorzaken op voorhand gewerkt moeten worden.
Om herhaling van de vreselijke drama’s onder de bevolking te voorkomen en de wezenlijke kenmerken van onze parlementaire democratie te behouden, is stevige versterking van de bestuurskracht van ons parlementair stelsel onvermijdelijk. De zeer grote opgaven, die de komende jaren toch al moeten worden aangepakt – zoals bij de grote klimaat- en milieu vraagstukken, onderwijs-,zorg- of defensieopgaven – alsmede de eindeloos slepende problemen bij verschillende uitvoeringsorganisaties maken scherpere aansturing – meer focus – door regering en parlement des te noodzakelijk. De politieke partijen zijn tot nu toe hierover echter muisstil. Je ontkomt niet aan de gedachte, dat de meesten van hen kennelijk denken bij stil te blijven zitten, geen vin te verroeren, hun machtspositie te kunnen behouden. Dit alles dient nu openlijk besproken te worden om de zaak direct na de verkiezingen in beweging te krijgen. Zoals Maxim Februari in de NRC zei: er is door de aard der zaken haast geboden.
Maar liefst 140 van de 200 invloedrijksten van de jongste jaarlijkse Volkskrant-top willen een Great Reset, een grote hervorming in ons land. Aldus het recente I & O Research-onderzoek, dat een belangwekkend beeld schetst van hun opvattingen voor de komende jaren. De politiek moet volgens deze voormannen en vrouwen van ons land het voortouw nemen. Dan zeg ik: begin dan bij versterking van regering en parlement om daartoe in staat te zijn. Hun taak is enorm, hun verantwoordelijkheid groot. De komende verkiezingen verdienen zeker ook over de vraag te gaan, hoe hervorming van de topstructuur vorm moet krijgen om genoemde vraagstukken effectief te kunnen aanpakken. De drie te verwachten enquêtes kunnen alleen al voor brede bewustwording hieraan bijdragen.
Voor een beter werkend parlementair stelsel dacht de regering kort geleden nog te kunnen volstaan met een beperkt aantal aanpassingen van o.a. de representativiteit van het parlement, de werking van de Eerste Kamer en nog enige niet echt structurele verbeteringen. Nu blijkt echter dat ons versplinterd parlementaire stelsel belangrijke structurele versterking nodig heeft. De afgelopen jaren groeide bovendien de fragmentatie van de samenleving, het gescheld op internet, de ongekende aanvallen op de parlementaire democratie door verder oprukkende flankpartijen (PVV tweede (!) partij in de peilingen!) of venijnige rellen en ongekend geweldgebruik met oplopende gevaren voor onze democratie.
Door het te grote aantal fracties - nu 16, straks 18 (?) – met een te klein aantal zetels per fractie verzwakte de bestuurskracht van de Kamers. En daardoor indirect ook die van de Regering: nu met minstens vier partijen plus onzekere hulp per geval van andere fracties. De onmisbare balans tussen macht en tegenmacht is uit evenwicht. Die kracht van zowel parlement als regering blijkt onvoldoende om bovengenoemde zeer grote vraagstukken met een redelijke kans op succes aan te pakken. De kakofonie van partijgeluiden in de Kamer heeft de schijn de democratie te dienen, maar komt door hun te grote aantal alleen al, haar zeker niet ten goede. Regeerakkoorden werden dikke boeken, die lang niet altijd helpen, maar Kamerleden wel knevelen. Ze zouden hun langste tijd moeten hebben gehad, maar ze zijn nog springlevend. En onderwijl taant het vertrouwen van de bevolking in de politiek , het gezag van de overheid brokkelt verder af. En de spanning in de samenleving neemt toe. Nog verhult Corona het onderliggende sentiment, maar daarna?.
Crisis binnen ons parlementair stelsel
Door de toeslagenzaak gaat er - Gode zij dank – een schok door het land.
De oprechte verontwaardiging en zelfs woede van kundige en ervaren Kamerleden als Renske Leijten of Pieter Omtzicht bij dat indrukwekkende toeslagendebat, sprak boekdelen. De meeste zorg van hen lag na de slachtoffers, bij het voortdurend meer dan ‘belabberd’ functioneren van Kamer en Kabinet. Bij de bevolking moet die avond een onuitwisbare indruk hebben gemaakt. Haar vertrouwen in de politiek is zeer ernstig geschokt.
Een Minister-president die voor de ministerraad alleen mag agenderen en coördineren, loopt vast, al zal hijzelf nooit gauw willen erkennen, dat hij meer aansturingsbevoegdheid behoeft. Het lijkt echter wel of de Minister-president soms zelf niet meer weet waar zijn verantwoordelijkheid ligt: ‘half wel, half niet verantwoordelijk… wel of niet betrokken?’ Al om wordt Angela Merkel geprezen dat zij iets tot ‘Chefsache’ kan verklaren. Maar Marc Rutte is dat grondwettelijk verboden! Vandaar zijn geitenpaadjes en slinkse omweggetjes van bijvoorbeeld het heimelijke maandag-overleg met zijn vervangers en de regeringsgezinde fractievoorzitters, waar de overige ministerraadsleden en gewone fractieleden de rest van de week voor buigt. Oud-Ombudsman Brenninkmeijer is terecht boos.
Wie deze crisis durft te erkennen kan haar aanpakken. Helaas zijn de politieke partijen in de Kamer, over staatkundige hervorming dus muisstil. Zij hebben er kennelijk geen belang bij. Maar de spanning in de samenleving stijgt gestaag.
Kim Putters, de eerst geplaatste van de 200 antwoordt nu samen met 7 van de 10 van hen met een klaroenstoot: ‘Op naar de Great Reset, ‘de Grote Hervorming’, politiek ga voorop!
Een klemmend beroep op hervorming over vele sectoren van de samenleving, waarbij de overheid de centrale regie moet nemen, zo wordt gezegd (zie blz 7 e.v. van het rapport van I & O Research). Prima! Maar dan moet zij daartoe wel in staat kunnen zijn. ‘De Grote Hervorming’ van ons land begint naar mijn opvatting bij de topstructuur om daarmee effectief het totale hervormingsproces te kunnen leiden.
Drie puntenplan van de Grote Hervorming van ons landsbestuur
Ik stel daarom de volgende punten voor staatkundige hervorming voor:
-
1.Na twee verkiezingsronden voortaan slechts zes fracties in de beide Kamers. Tweede en Eerste Kamerverkiezingen in twee ronden: eerste ronde mag elke partij meedoen, tweede ronde een maand later voor alleen de zes grootste uit de eerste ronde. Dus slechts zes fracties in elke Kamer in plaats van 16 resp. 14 nu. Drie partijen kunnen dan makkelijk een sterke regering vormen . Dus ook geen getrapte Eerste Kamerverkiezingen meer. Kleine partijen worden door dit systeem gestimuleerd samen te gaan om zo de laatste zes te kunnen behoren. Geen kiesdrempel, want in een democratie telt elke uitgebrachte stem.
-
2.Door bevolking rechtstreeks gekozen Regeringsleider. Vertrouwen herwinnen door het met een krachtig signaal te geven: de Minister-president (MP) eindelijk rechtstreeks als Regeringsleider kiezen. Voordeel: geen moeizaam te bereiken, verwaterd en vaak onherkenbaar regeerakkoord meer, maar een regeringsprogramma op basis van het programma, waarop de winnaar is verkozen. Kamerleden kunnen veel vrijer stemmen. MP kiest de ministers rekening houdend met de politieke verhoudingen in de Kamer. De Staten Generaal blijven de wetten vaststellen. De Kamers kunnen het vertrouwen in ministers opzeggen. De MP heeft voor vier jaar een eigen mandaat. Hij kan aanwijzingen geven aan ministers of zaken naar zich toetrekken. Dus veel meer focus in het regeringsbeleid mogelijk.
-
3.Koning officieel Staatshoofd. Sinds 1848 is de Koning slechts lid van de regering zonder stem(recht). Daardoor formeel geen Staatshoofd, feitelijk wel. Wanneer de MP voortaan rechtstreeks gekozen wordt, is aanpassing van de positie van de Koning nodig: geen lid meer van de regering maar in de Grondwet: officieel en onafhankelijk Staatshoofd inclusief zijn onschendbaarheid en de ministeriële verantwoordelijkheid. Met een heldere omschrijving van zijn taak en bevoegdheid: hij vertegenwoordigt als eerste ons land, hij beëdigt ministers, recht op elke regeringsinformatie, recht om de regering te adviseren, stimuleren en waarschuwen. Op Prinsjesdag houdt voortaan de MP de jaarlijkse Regeringsrede ’Stand van het land’ ten overstaan van de Staten Generaal in aanwezigheid van de Koning, vergezeld door Koningin en Kroonprins(es).
Over de haalbaarheid van deze voorstellen ben ik niet gerust. De komende verkiezingen worden volstrekt gedomineerd door de corona-crisis. Met dringend noodzakelijke hervormingen als hier bepleit zijn de kiezers en de politiek niet bezig. De spanningen in de samenleving moeten kennelijk nog hoger oplopen. Maar wat gebeurt er dan is de grote vraag. Laat daarom door een te vormen Driemanschap een dergelijk hervormingsvoorstel aan de Staten Generaal voorbereiden. Minister-president, neem als meest invloedrijke van het land hiertoe het voortouw!
Paul Scholten is oud-burgemeester van onder meer Delfzijl, Soest en Arnhem.