Activistisch regeren in Italië

maandag 27 augustus 2018, analyse van prof. dr. Harald Hendrix

De ministersploeg onder leiding van premier Conte die Italië nu al zo’n drie maanden regeert onderscheidt zich vooral door een onwil zelf bestuurlijke verantwoordelijkheid te nemen. Of die onwil voortkomt uit gebrek aan ervaring, uit onvermogen of juist uit een politieke strategie is een vraag die met het verstrijken van de weken en maanden steeds prangerder wordt.

Regeringsstijl

Zeker de reacties van regeringswege op de ramp in Genua doen vermoeden dat wat eerst nog weggezet kon worden als een langdurig naijlen van de verkiezingsretoriek geleidelijk aan een patroon aan het worden is. Mede dankzij het blijvende succes bij de achterban dat dergelijk verbaal wapengekletter oplevert zou dit patroon, ook als het wortelt in gebrek aan ervaring en zelfs onvermogen, wel eens het waarmerk van de regering Conte kunnen gaan worden.

Denkend vanuit een vermeende slachtofferrol de verantwoordelijkheid voor ongeveer alles anderen in de schoenen schuiven, zonder maar een halve dag na te denken over oorzaken en gevolgen, laat staan wettelijke kaders en de lange termijn repercussies: dat is de bijna instinctieve denktrant en regeringsstijl die dit kabinet hanteert, zoals de onverdroten en volstrekt niet onderbouwde beschuldigingen tonen waarmee de beide vicepremiers Salvini en Di Maio reageerden op het instorten van het Morandi viaduct.

Ook al weten zij zelf verdraaid goed dat pas een diepgaand onderzoek opheldering kan geven over mogelijk schuldigen – zo die er al zijn -, en ook al realiseren zij zich dat hun eigen partijen op regionaal en lokaal niveau daarbij zeker de dans niet zullen ontspringen: het agressief polariseren en zondebokken aanwijzen zit de voormannen van de Lega en de Vijfsterrenbeweging in het bloed.

Grootspraak

Dat de inhoud van dit soort boodschappen er minder toe doet dan de scherpe toon waarmee ze de wereld in worden geslingerd laat zien dat deze regering de activistische achtergrond van de partijen / bewegingen waarop zij stoelt nog lang niet achter zich heeft gelaten. En kennelijk is zij niet van plan dat ooit te gaan doen.

Begrijpelijk is dat wel, want het is juist dergelijke aan gevoelens van frustratie en verontwaardiging appellerende grootspraak die hen geen windeieren heeft gelegd, bij de parlementsverkiezingen van maart, maar ook in de eerste maanden van de regering. Peilingen laten zonder afwijking zien dat de steun voor dit kabinet onder het Italiaanse electoraat onverminderd groot blijft. Het applaus waarop het publiek vicepremiers Salvini en Di Maio onthaalde bij de herdenkingsdienst voor de slachtoffers van de ramp in Genua toont dat hun even agressieve als assertieve aanpak een gevoelige snaar raakt, ook buiten verkiezingscampagnes.

Dat tegelijkertijd zo'n agressief assertieve aanpak, en de evidente steun hiervoor bij een groot deel van het publiek, bevorderlijk is om veranderingen in gang te zetten blijkt wel uit het feit dat de exploitant van het autowegennet rond Genua binnen enkele dagen, zonder ook maar enige schuld aan de ramp te bekennen, een noodfonds van opmerkelijke omvang (500 miljoen euro) heeft ingesteld. Een vergelijkbaar effect had Matteo Salvini al eerder voor elkaar gebokst in het explosieve migratiedossier. Door nu eindelijk eens de Italiaanse poot stijf te houden en op een theatrale wijze elke toegang voor migranten tot Italië te verbieden is hij er in geslaagd de al lang overeengekomen Europese solidariteit af te dwingen.

Toekomst

Zeker met dit soort korte termijn succesjes in haar achterzak zal de regering Conte er wel voor waken haar activistische aanpak in te ruilen voor een bestuurlijke benadering. Toch zijn er als het er op aan komt in het land steeds krachten die in staat blijken conform hun institutionele opdracht de wilde plannen van deze hemelbestormende regering in te tomen. Als staatshoofd heeft president Mattarella al moeten ingrijpen in de spierballenpolitiek van Salvini rond vluchtelingen toen deze dreigde te leiden tot een conflict tussen verschillende betrokken ministeries.

En deskundigen zoals de directeur van de Sociale Verzekeringsbank hebben aangetoond dat de door Vijfsterrenbeweging zo vurig gewenste bijstandsregeling geen banen zal opleveren maar juist zal gaan kosten, op de korte en de lange termijn. Dat vicepremier Di Maio deze constatering onmiddellijk wegzette als een leugen en de brenger van het slechte nieuws dreigde te ontslaan laat zien hoe weinig hij nog zijn rol als verantwoordelijk bewindspersoon beheerst, daarin waarschijnlijk gesterkt door het lichtend voorbeeld van Donald Trump.

Maar ook hier is de toon uiteindelijk belangrijker dan de inhoud. Want in dit regeren voor de Bühne heeft het tevreden stellen van de kiezers prioriteit boven een regeerprogramma. Bij de uitvoering daarvan lijkt veel grotere flexibiliteit mogelijk, en pragmatisch realisme. Het vaststellen van de begroting 2019 in september zal duidelijk maken hoe ver die flexibiliteit en dat realisme reiken.