N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Stemrecht en koninklijk huis
Koningen en koninginnen plegen in Nederland niet naar de stembus te gaan. Maar na een troonsafstand maken ze soms wel gebruik van het kiesrecht. Een foto van 26 april 1933 laat zien dat koningin-moeder Emma (tot 1898 regentes voor haar dochter Wilhelmina) onder het toeziend oog van de voorzitter van het stembureau haar stembiljet in de stembus deponeert. Volgens oud-hoogleraar parlementaire geschiedenis Joop van den Berg maakte koningin-moeder Emma al meteen na de invoering van het vrouwenkiesrecht - voor het eerst in 1922 - gebruik van haar stemrecht. Van den Berg meent ook te weten dat prinses Juliana nadat haar dochter koningin was geworden ter stembus toog.
De website van koninklijk huis meldt dat zowel prinses Beatrix als koning Willem-Alexander en zijn vrouw niet stemmen, omdat ze 'onpartijdig' zijn. Dat de koning niet stemt vindt Van den Berg terecht: 'Tot de kern van de onschendbaarheid is dat de Koning zich onthoudt van politieke keuzes en slechts politieke besluiten uitvaardigt, die de expliciete instemming hebben van de verantwoordelijke minister(s). Deelname aan verkiezingen is daarmee materieel in strijd.' Hij voegt daaraan toe dat prinses Beatrix, nu ze niet langer ministerieel onschendbaar is, het vrij zou staan wél te stemmen, zoals in ieder geval haar overgrootmoeder wel deed.