Vooraankondiging: Een fundamenteel debat over de Eerste Kamer is eigenlijk nooit gevoerd

Volgende maand verschijnt van de hand van prof. Bert van den Braak een nieuw boek over de Eerste Kamer. Het is het vervolg op zijn in 1998 verschenen proefschrift over de Senaat, dat geschiedenis, functioneren en samenstelling in de periode 1815-1995 beschreef. Van den Braak constateert dat er de afgelopen 25 jaar nogal wat ontwikkelingen waren, die om nadere beschouwing vragen.

Gelet op het toegenomen politieke belang van de Eerste Kamer (en de aanstaande Statenverkiezingen) is het nuttig dat nog eens nader wordt ingegaan op ontstaan, geschiedenis en personele samenstelling, maar vooral op het functioneren van de Eerste Kamer.

Wat doet die Kamer nu eigenlijk, welke rol speelt zij en op grond waarvan beoordeelt zij wetsvoorstellen? Waarom worden relatief weinig wetsvoorstellen verworpen en 'teruggestuurd' en hoe zit het eigenlijk met dat 'primaat' van de Tweede Kamer? Maakt - met andere woorden - de Eerste Kamer de verwachtingen die zij naar buiten toe wekt echt waar of is het grotendeels een kopie van de Tweede Kamer?

De auteur probeert die vragen te beantwoorden en geeft ook een overzicht van de discussies over nut en noodzaak van de Eerste Kamer van de afgelopen 25 jaar. Vraag is daarbij of er in die periode ooit een fundamenteel debat is geweest over de plaats van de Eerste Kamer. In zijn ogen is die discussie zeker niet geëindigd met het eindrapport van de Staatscommissie parlementair stelsel. Sterker: er is alle reden om alsnog dat debat te voeren.

Op donderdag 23 februari vindt de boekpresentatie van het boek 'De Eerste Kamer 1996-2021. Tussen nuttig en overbodig' plaats. Hier zal Van den Braak het eerste exemplaar van het boek overhandigen aan de voorzitter van de Eerste Kamer, Jan Anthonie Bruijn. Meer informatie en aanmelden kan via de website van het Montesquieu Instituut.