N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Drie jaar oorlog in Oekraïne: waar draait deze strijd nu eigenlijk om?
Op 24 februari 2022 begon de Russische invasie van Oekraïne. Drie jaar later is het conflict uitgegroeid tot een langdurige en verwoestende oorlog. Terwijl de Europese Unie deze oorlog beschouwt als een aanval op de soevereiniteit van Oekraïne en een directe bedreiging voor de internationale rechtsorde, ziet het Kremlin deze strijd als iets fundamenteel anders: een noodzakelijke correctie van de geopolitieke balans, een spirituele strijd tegen de westerse decadentie en een verdediging van de eigen ideologische doctrine.
Het westerse narratief over de oorlog wordt geleid door principes als democratie en vrijheid. Rusland daarentegen rechtvaardigt de oorlog met een geheel andere ideologische logica, die geworteld is in het Poetinisme en het neodespotische karakter van de Russische staat. Dit maakt de oorlog niet alleen een strijd om grondgebied of geopolitieke invloed, maar ook een botsing tussen fundamenteel verschillende opvattingen over macht, orde en de rol van de staat.
Het moderne Rusland is een systeem waarin autocratische controle, ideologie en een pragmatisch gebruik van staatsmacht samensmelten tot een unieke vorm van bestuur. Waar ‘gewone’ illiberale politici autoritaire trekjes vertonen zonder een diepgaande ideologische verankering, heeft Rusland een systeem ontwikkeld waarin ideologie een cruciale rol speelt in de rechtvaardiging van het regime. Dit onderscheidt het neodespotisme van Poetin van de meer klassieke variant van illiberale politiek.
Neodespotisme: een recent fenomeen
Het concept neodespotisme kan beter begrepen worden door het te plaatsen binnen een breder kader over staatsvormen en politieke macht. Klassieke denkwijzen maken onderscheid tussen vrije systemen enerzijds en despotische systemen anderzijds, waarbij de laatste worden gekenmerkt door de afwezigheid van machtenscheiding en een bestuur dat volledig steunt op de wil van een enkele machthebber.
Poetinisme vertoont aanvankelijk gelijkenissen met dit klassiek despotische model, maar kent tegelijkertijd een specifieke vorm van ideologische rechtvaardiging die het systeem stabiliseert en versterkt. Het politiek Poetinistische systeem is niet gericht op een totale controle van het individu (zoals in het totalitarisme), maar op een balans tussen autoritaire controle, staatgestuurde informatie en een afhankelijkheid van de samenleving. Hierdoor ontstaat een despotisme dat een zekere mate van maatschappelijke acceptatie geniet, zonder te vervallen in de klassieke vormen van totalitarisme. Die acceptatie wordt ideologisch doorgedrukt. In deze ideologie is sprake van een politieke ordening waarin democratisch pluralisme als gevaar wordt gezien en kritiek op de machthebber gelijkgesteld wordt aan een aanval op de nationale eenheid. Het gaat dus niet meer om arbitraire repressie zoals in het despotisme, noch om totale overheersing uit het totalitarisme, maar om een nieuwe mengvorm: neodespotisme.
Inhoud van de achterliggende systeemideologie
De neodepotische ideologie wordt sterk beïnvloed door illiberaal gedachtegoed, bijvoorbeeld door de ideeën van Aleksandr Doegin. In zijn wereldbeeld is Rusland niet slechts een staat, maar een beschaving die een messiaanse taak heeft om de wereldorde te herordenen. Dit zogenaamde Eurazianisme positioneert Rusland als een spiritueel en politiek tegenwicht tegen de westerse liberale orde. Volgens deze visie is de Russische staat niet slechts een politieke entiteit, maar de belichaming van een hogere beschavingsorde die beschermd moet worden tegen westerse inmenging en moreel verval. Poetin gebruikt deze ideologie om zowel binnenlands als buitenlands beleid te legitimeren.
Oekraïne wordt niet gezien als een onafhankelijke natie, maar als een essentieel onderdeel van de 'Russische wereld' dat teruggebracht moet worden in de invloedssfeer van Moskou. Hierdoor wordt de oorlog niet gepresenteerd als een strategische beslissing, maar als een historisch noodzakelijke en moreel gerechtvaardigde strijd.
Kort gezegd bestaat de Russische systeemideologie uit een aantal hoofdovertuigingen:
-
-Autoritaire stabiliteit boven democratische dynamiek – De Russische staat positioneert zichzelf als een alternatief voor de liberale democratie, waarbij politieke stabiliteit en nationale eenheid belangrijker worden geacht dan pluralisme en open politieke concurrentie. Democratische waarden zoals persvrijheid en oppositie worden niet als noodzakelijke instituties gezien, maar als bedreigingen voor de eenheid van de staat.
-
-De staat als beschermer van de traditionele waarden – De Russische machthebber presenteert Rusland als een baken van conservatieve en traditionele waarden, in contrast met wat wordt gezien als het morele en culturele verval van het Westen. De Russische Orthodoxe Kerk speelt hierin een cruciale rol als ideologisch verlengstuk van de staat.
-
-Eurazianisme en de Russische wereld – De Russische systeemideologie haalt inspiratie uit het Eurazianisme, waarin Rusland wordt gepositioneerd als een unieke beschaving met een historische missie. Dit idee rechtvaardigt niet alleen territoriale aanspraken op voormalige Sovjetrepublieken, maar ook de militaire interventies in de regio.
-
-Informatieve monopolie en propagandacontrole – De Russische staat beheerst de informatievoorziening en gebruikt media en propaganda om de publieke opinie te sturen. Kritische geluiden worden onderdrukt en buitenlandse invloeden worden actief geweerd.
-
-Militarisering en nationale grootsheid – Het regime benadrukt het belang van militaire macht. Dit neodespotische streven naar een sterke staat gaat hand in hand met de overtuiging dat Rusland een grootmacht is die zich niet mag laten overheersen door westerse belangen.
De Russische invasie van Oekraïne is dus niet slechts een militaire operatie, maar een uiting van een ideologische strijd. De Russische staat heeft zichzelf gepositioneerd als een beschermer van een hogere orde, waarbij de staat een bijna religieuze functie vervult. Deze visie vindt haar oorsprong in het idee van Rusland als het 'Derde Rome', een concept dat sinds de 16e eeuw fungeert als een ideologische rechtvaardiging voor Russische expansionistische ambities. Deze dimensie speelt een cruciale rol in de oorlog. In Poetins wereldbeeld is de val van de Sovjet-Unie niet slechts een geopolitiek verlies, maar een historische teloorgang. Oekraïne wordt hierin niet gezien als een soevereine staat, maar als een afvallige provincie die teruggebracht moet worden onder Russische controle.
Wat nu verder?
Drie jaar na het uitbreken van de oorlog is het duidelijk dat dit conflict niet slechts om Oekraïne draait, maar om veel meer. Het is een strijd tussen fundamenteel verschillende opvattingen over macht, legitimiteit en staatsorde; tussen twee verschillende wereldbeelden. Waar het Westen vasthoudt aan principes van democratie en rechtsstaat, ziet Rusland de oorlog als een noodzakelijke herconfiguratie van de geopolitieke en morele orde. De Russische staat positioneert zichzelf als een alternatieve beschaving, in strijd met een vijandige westerse wereld. Deze fundamentele kloof maakt een snelle oplossing van het conflict onwaarschijnlijk. Zolang Poetin en zijn regime aan de macht blijven, zal de Russische visie op de oorlog niet veranderen. En het is nog maar de vraag of zijn opvolger niet dezelfde diepgewortelde idealen nastreeft.
Voor de Europese Unie betekent dit dat het conflict niet enkel met militaire of diplomatieke middelen kan worden opgelost, maar dat het ook een lange termijnstrategie vereist om de bredere ideologische confrontatie met Rusland te adresseren. In die zin is de oorlog in Oekraïne niet alleen een regionale crisis, maar een cruciale test voor de achterliggende waardes van onze politieke ordes. Het is nu aan de wereldleiders van het vrije Westen om deze waardes te articuleren. Vooral nu Trump aan de macht is in Amerika – iemand die de werking van deze waardes niet goed voor ogen heeft – is het aan de lidstaten van de EU om dit proces in goede banen te leiden.
Daniel Daineko is onderzoeker en docent aan de Universiteit van Leiden en verbonden aan de afdeling Encyclopedie van de Rechtswetenschap. Zijn onderzoek spitst zich toe op de aard van de Russische staat en de bijbehorende ideologie.