Kabinetsformatie 2024: Graag zorgvuldig, maar zonder spijkers op laag water

maandag 29 januari 2024, 13:00, Prof.Dr. Joop van den Berg

Ongetwijfeld zal dezer dagen door sommige waarnemers worden opgemerkt: was de koning er nog maar om het proces te leiden. Het gaat er soms, in elk geval buiten de kamer waar wordt onderhandeld, ietwat ruw aan toe. Minister Jetten vindt dat er beter moet worden opgeschoten; twee linkse partijen vinden dat de informateur zich niet aan de afspraken houdt; Geert Wilders gedraagt zich in tweets nog steeds niet als een mogelijk toekomstig premier.

Toch is het de vraag of dat iets met ontbrekende koninklijke begeleiding te maken heeft. Er zijn genoeg voorbeelden te geven van ruw optreden uit de tijd dat het koninklijk gezag nog bij de formatie was betrokken. In 1977 sleepte de formatie zich al maanden lang voort, zodat de fractieleider van de VVD in de Eerste Kamer, Harm van Riel, zich begon boos te maken1).

Dat bracht hem tot de suggestie dat koningin Juliana welbewust probeerde de kansen voor een tweede kabinet-Den Uyl zo groot mogelijk te houden. Alsof een koningin openlijk partij zou kunnen of willen kiezen. De irritatie over het trage tempo was overigens wel te begrijpen.

Maar, een hoog tempo is bij Nederlandse formaties een zeldzaamheid en dat is, zo is ook al gebleken, maar goed ook. In 2012 formeerden VVD en PvdA in ijltempo het tweede kabinet-Rutte. Vier jaar later bleken de gevolgen, toen de PvdA van 38 zetels terugviel naar 9 zetels in de Tweede Kamer. Daargelaten, dat in 2012 de VVD stootte op het felle verzet van de Telegraaf eerst en de eigen partij erna, toen zij bereid was gebleken premies voor de zorgverzekeringen inkomensafhankelijk te maken. Soms kan je beter wat meer tijd nemen en intussen anderen dan de onderhandelaars raadplegen.

De kritiek van minister Rob Jetten op het trage verloop is ook al niet erg doeltreffend. De Kamer heeft, inclusief Jetten, ingestemd met een opdracht aan informateur Plasterk om de maanden december en januari te gebruiken voor ‘een korte informatieronde’ of er een basis is voor verder werken aan samenwerking tussen PVV, VVD, NSC en BBB. Of je die informatieronde ‘kort’ moet noemen is een kwestie van appreciatie, maar de kritiek van Jetten komt onmiskenbaar te vroeg.

Vervolgens is er de suggestie, afkomstig van Groen Links/PvdA en de Partij voor de Dieren, dat de informateur en de onderhandelende partijen zich niet aan de met de Kamer gemaakte afspraken houden. Want zij menen aanwijzingen te hebben dat de formerende partijen ook over andere kwesties spreken dan over de ‘gezamenlijke basislijn voor het waarborgen van de Grondwet, de grondrechten en de democratische rechtsstaat’. Zo staat het in de opdracht aan de informateur. Inderdaad hebben die partijen ook een gesprek gehad met een aantal adviseurs over de sociaaleconomische verwachtingen voor Nederland. Maar, om dat te zien als een overschrijding van de gespreksruimte is er op zijn minst enige fantasie nodig.

De opdracht aan de informateur laat ruimte om al tijdens het werk aan de eerste opdracht ‘indien overeenstemming ontstaat’ andere zaken te onderzoeken. Niets let trouwens de formerende partijen om het werk aan de ‘gezamenlijke basislijn’ te onderbreken voor een gesprek met een paar buitenstaanders-experts. Het doet denken aan de op hoge toon geleverde kritiek van JA21 op informateur Remkes in 2021 toen die, na mislukking van het streven naar het minderheidskabinet, ging onderzoeken of een combinatie van VVD, D66, CDA en CU niet meer voordehand lag.

Dat moment zou nog hebben kunnen dienen voor rapportage tussentijds, maar om van de voortvarendheid van Remkes een nummer te maken was sterk overdreven. Datzelfde kan met nog meer recht worden gezegd van de interventie van de twee linkse fracties. Dat was een gevalletje spijkers zoeken op laag water.

Ten slotte blijkt her en der ergernis over tweets van Geert Wilders, die de schijn tegen hebben de afgesproken radiostilte te doorbreken en die geen toonbeeld van politieke elegantie zijn voor een man die graag minister-president wil worden.

Die tweets slaan echter niet op de formatie in eigenlijke zin en hebben dus weinig met de radiostilte van doen. Die zijn eerder voorbeeld van Wilders’ onbedwingbare behoefte collega’s van andere fracties op de kast te jagen. Erg netjes is zulk gedrag voor een toekomstig premier inderdaad niet. Overigens, dat gedrag vertoonde Wilders ook al toen koningin Beatrix de formatie nog begeleidde, in 2010.

Over het koningschap gesproken: de eerste evaluatiecommissie van de kabinetsformatie-zonder-koning heeft erop gewezen dat het een vorm van elementaire zorgvuldigheid is om de koning periodiek in te lichten over de vorderingen in de formatie2). De koning is grondwettelijk immers deel van de regering. Interessant is dat informateur Plasterk intussen voor het eerst bij koning Willem-Alexander op bezoek is geweest om hem op de hoogte te houden. Vraag is: waarvan?

Als de informateur tegenover majesteit geen radiostilte heeft betracht, dan beschikt de koning inmiddels over meer informatie dan de Tweede Kamer, de opdrachtgever van het formatieproces. Dat is op zijn minst opmerkelijk te noemen. Het zou zelfs reden kunnen zijn voor de Kamer om de informateur te vragen haar dezelfde informatie te verschaffen als waarover de Koning intussen beschikt. Of is dat ook spijkers zoeken op laag water?

Prof.dr. J.Th.J. van den Berg is emeritus hoogleraar aan de universiteiten van Leiden (parlementaire geschiedenis) en Maastricht (parlementair stelsel) en oud-lid van de Eerste Kamer. Hij is fellow van het Montesquieu Instituut.

 

  • 1) 
    J.Th.J. van den Berg, Macht verloren, gezag versterkt. Historische en staatsrechtelijke opmerkingen over het koningschap in Nederland, Amsterdam: Elsevier Boeken 2016, 17 – 21.
  • 2) 
    Paul Bovend’Eert e.a., Zonder koningin. Het officiële evaluatierapport over de formatie van 2012, Amsterdam: Elsevier Boeken 2015, 95 – 97.

Deze bijdrage stond in