N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Prognose samenstelling nieuwe Tweede Kamer: nieuwe wijn in oude zakken
Het aantal Kamerleden met een achtergrond in het openbaar bestuur blijft ook in de komende vier jaar onverminderd hoog. Dat blijkt uit een prognose van PDC van de mogelijke samenstelling van de Tweede Kamer na de aanstaande verkiezingen. Aan de hand van actuele gegevens van de Peilingwijzer en gegevens uit het eigen biografisch archief stelde PDC een waarschijnlijke samenstelling van de toekomstige Tweede Kamer vast ten behoeve van TKverkiezingen.com, de verkiezingsspecial van Parlement.com.
De prognose laat zien dat het aantal vrouwelijke Kamerleden na de Tweede Kamerverkiezingen op 17 maart ook niet fundamenteel veranderen zal. Weliswaar ligt het in de lijn der verwachtingen dat het aantal vrouwen iets hoger zal zijn dan nu, maar afgezet tegen de trend van de afgelopen jaren is de lijn nogal vlak. Naar verwachting zullen er na de verkiezingen 58 vrouwen in de Tweede Kamer zetelen, op dit moment zijn dat er 47, maar in 2012 en 2017 waren dat er respectievelijk 60 en 54.
De conclusie die zich nu al sterk opdringt, kijkend naar zowel leeftijd, regionale spreiding, maatschappelijke achtergrond als geslacht, is dat het profiel van de Tweede Kamer nauwelijks veranderen zal na 17 maart. Hoewel er minstens 43 huidige Kamerleden niet terugkeren, zullen hun vervangers geen ander profiel laten zien. Het is vooral nieuwe wijn in oude zakken.
Inhoudsopgave van deze pagina:
In lijn met eerdere Kamerperioden blijft het aantal van kandidaten met ervaring in politiek, bestuur en overheid ongeveer 73 procent. Tegelijk is opvallend dat meer dan mensen vaak denken de Kamerleden ervaring hebben in het bedrijfsleven. 38% van de mogelijke nieuwe Kamerleden heeft in die sector ervaring opgedaan. Collectieve sectoren als het onderwijs en de zorg scoren met +/- 10% fundamenteel lager. Mogelijke Kamerleden die eerder een functie in de communicatie hadden, zijn er meer (ongeveer 20%). Opvallend is het (blijvende) lage aandeel van leden uit de agrarische sector. De virtuele nieuwe Kamer zou slechts één iemand met een agrarische achtergrond hebben.
Partijpolitieke verschillen
Tegelijk is er qua maatschappelijke achtergrond een groot verschil tussen de kandidaten van politieke partijen. Opvallend is bijvoorbeeld dat PVV en SP het hoogst scoren met leden die eerder actief waren in politieke functies (partij, fractiemedewerker, bestuurder). Dat is bij die partijen voor 95 en 92 procent het geval. Bij PvdA en VVD geldt dat voor slechts ca 50 procent van de waarschijnlijk gekozenen. Ongeveer een kwart van de SP'ers en PVV'ers was of is raads- of Statenlid.
Bij GroenLinks valt een hoog aantal potentiële Kamerleden met een achtergrond in een maatschappelijke organisatie op (ongeveer 70%). Bij PvdA (50%) en CDA (33%) ligt dat aantal lager en bij de VVD is het zelfs nog geen 15%. Onder de waarschijnlijke nieuwkomers zijn er bijvoorbeeld die actief waren op het gebied van klimaat en energie, zoals Kauthar Bouchallikht (GroenLinks, coördinator Klimaatstaking), Joris Thijssen (PvdA, directeur Greenpeace Nederland), Henri Bontenbal (CDA, consultant bij energiebedrijf Stedin), Marinus Tabak (VVD, directeur energiecentrale) en Raoul Boucke (hoofd afdeling duurzaamheid ministerie I&W). Daarmee is zichtbaar dat klimaat een steeds belangrijker politiek onderwerp wordt.
Prognose nieuwe Tweede Kamer en achtergrond
Volgens de gegevens van de Peilingwijzer, zou de Tweede Kamer er, als er nu verkiezingen zouden zijn, uitzien zoals in tabel 1.
Tabel 1: huidige zetelverdeling volgens de Peilingwijzer (februari 2021)
Partij |
Zetels |
Onzekerheid |
---|---|---|
VVD |
41 |
38-44 |
PVV |
20 |
18-22 |
CDA |
19 |
17-21 |
D66 |
14 |
12-16 |
PvdA |
12 |
10-14 |
GroenLinks |
12 |
11-13 |
SP |
11 |
9-13 |
ChristenUnie |
6 |
5-7 |
Partij voor de Dieren |
5 |
4-6 |
FVD |
3 |
1-5 |
SGP |
3 |
2-4 |
DENK |
2 |
1-3 |
50PLUS |
1 |
0-2 |
JA21 |
1 |
0-3 |
Als de kandidaten volgens lijstvolgorde gekozen zouden worden, en er dus niemand met voorkeursstemmen de Kamer in gekozen zou zijn, levert deze zetelverdeling de volgende verdeling van maatschappelijke achtergronden op. Hierbij is rekening gehouden met de gehele carrière, voor zover bekend, van de kandidaten. Van ervaren kandidaten is dus niet alleen hun politieke functie meegenomen, maar zijn ook de eerdere functies en werkzaamheden betrokken.
Tabel 2: spreiding van de potentiële nieuwe Tweede Kamer op maatschappelijke achtergrond
Sector waarin ervaring werd opgedaan |
Aantal Kamerleden |
Percentage |
---|---|---|
politiek |
110 |
73 |
bedrijfsleven |
57 |
38 |
raad/Staten |
56 |
37 |
bestuur |
56 |
37 |
maatschappij |
40 |
27 |
communicatie |
30 |
20 |
onderwijs |
18 |
12 |
wetenschap |
18 |
12 |
zorg |
15 |
10 |
veiligheid |
11 |
7 |
financieel |
10 |
7 |
cultuur |
4 |
3 |
agricultuur |
1 |
1 |
De ontwikkeling van het aantal vrouwelijke Kamerleden laat zien dat er, na een vlotte stijging in de jaren 1980, al jaren sprake is van stagnatie in het aandeel vrouwen in de Tweede Kamer. Tussen 1994 en heden schommelt dat percentage steeds tussen de 31% en 43%. Nadat er bij de Kamerverkiezingen van 2017 weliswaar 54 vrouwen waren verkozen, is dat aantal op dit moment lager vanwege tussentijds vertrek en vervanging van Kamerleden.
De prognose laat zien dat het aantal gekozen vrouwelijke Kamerleden waarschijnlijk in lijn zal zijn met het aantal vrouwen dat op kieslijsten staat. NRC becijferde dat 37% van de kandidaten een vrouw is. Het percentage van 39% is daarmee dus in lijn.
Tabel 3: aantal vrouwen in de Tweede Kamer door de jaren heen en prognose 2021
Jaar |
Aantal vrouwelijke Kamerleden |
Percentage |
---|---|---|
Prognose verkiezingen 2021 |
58 |
39% |
Op dit moment |
47 |
31,3% |
2017 |
54 |
36% |
2012 |
60 |
40% |
2010 |
64 |
42,7% |
2006 |
56 |
37,3% |
2003 |
55 |
36,7% |
2002 |
51 |
34% |
1998 |
54 |
36% |
1994 |
49 |
32,7% |
1989 |
38 |
25,3% |
1986 |
30 |
20% |
1982 |
29 |
19,3% |
1981 |
27 |
18% |
Ondanks het feit dat verschillende partijen flink inzetten op verjonging, zoals de PvdA, zal de Kamer qua leeftijdsspreiding waarschijnlijk geen grote verschillen vertonen met de situatie na de verkiezingen van 2017.
Het grootste deel van de Kamerleden zal nog steeds tussen de 35 en 49 jaar oud zijn. Dat past bij de trend van de afgelopen jaren. Het feit dat het aantal Kamerleden tussen de 50 en 64 lager is, heeft deels te maken met het gegeven dat Kamerleden minder lang blijven zitten. De ervaring in de Tweede Kamer lijkt langzaamaan te verdwijnen. Het aantal 50-64-jarigen neemt iets af, ten faveure van het aantal 35-49-jarigen.
Tabel 4: Potentiële samenstelling van de Tweede Kamer, gespreid naar leeftijd
2021 |
2017 |
|
---|---|---|
18-34 jaar |
14% (N=21) |
14% (N=21) |
35-49 jaar |
57% (N=86) |
59% (N=88) |
50-64 jaar |
27% (N=40 |
25% (N=37) |
>64 jaar |
2% (N=3) |
2% (N=4) |
Net als rond eerdere verkiezingen komt PDC met analyses van kandidaten en de nieuwgekozen Tweede Kamer. Uiteraard zitten er onzekerheden in dit te verwachten profiel, bijvoorbeeld omdat er ook kandidaten met voorkeurstemmen kunnen worden gekozen.
Het beeld dat beklijft is echter dat de Kamer voor een deel zeker zal vernieuwen, maar dat het vooral oude wijn in nieuwe zakken zal zijn.
Verschillende analyses over de toekomstige Tweede Kamer worden vanaf nu wekelijks op basis van de meest recente peiling gepubliceerd op www.TKverkiezingen.com, de verkiezingsspecial van Parlement.com. Deze analyse maakt PDC op basis van het Real Time Research instrumentarium.
De actuele analyses van de prognose van de gehele Kamer en per partij is te vinden via onderstaande link.
Bert van den Braak is onderzoeker bij PDC en hoogleraar parlementaire geschiedenis aan de Universiteit van Maastricht. Edgar Hoedemaker is als projectmanager & eindredacteur verbonden aan PDC.