N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
100 dagen PiS-regering
Wat de onrust in Polen leert over de democratie
Polen heeft zichzelf in de nesten gewerkt. Een groot deel van de samenleving, en ook vele waarnemers buiten Polen, vrezen dat het voortvarende optreden van de nationalistische, conservatieve PiS-regering de democratische rechtsstaat ondermijnt. Zowel het succes van PiS als het failliet van de traditionele centrumrechtse en linkse partijen wijzen op belangrijke politieke en maatschappelijke ontwikkelingen. En daaruit vallen ook lessen te trekken voor de betekenis en het voortbestaan van de liberale democratie.
De terugkeer van de ideologie
Een eerste belangrijke vaststelling is de terugkeer van ideologie en ethiek op het politieke voorplan. Begin jaren ’90 verkondigde Francis Fukuyama het einde van de geschiedenis en van ideologieën. Het failliet van die voorspelling is onder andere door globalisering en nieuwe internationale ontwikkelingen en conflicten al enkele jaren duidelijk. Ook Fukuyama kwam al enigszins terug op zijn stelling. Niet enkel op het internationale politieke toneel, maar ook in de nationale politiek wordt ideologische herpositionering en verdieping een steeds grotere noodzaak.
Niet toevallig kon begin jaren ’90 Bill Clinton de Amerikaanse kiezer nog overtuigen met de bekende slogan: it’s the economy, stupid! Het stimuleren van de economie is de oplossing voor alle maatschappelijke problemen en daardoor het primaire politieke streefdoel. Maar de tijden zijn veranderd. Verkiezingen worden gewonnen op basis van een ideologisch en normatief [Polonia1] verhaal en draaien eerder om morele vraagstukken, visies en emoties dan om de geloofwaardigheid van een economisch programma.
Het recente succes van PiS toont dat mooi aan. Waar de traditionele linkse en centrumrechtse partijen in Polen gebukt gaan onder het gewicht van hun inhoudsloze visie, vertelt PiS een duidelijke boodschap: het verhaal van traditionele waarden en een conservatief mens- en wereldbeeld. De verliezende partijen stellen daar weinig tegenover. Vooral PO, de partij van Donald Tusk, heeft nagelaten om in te zien dat mensen behoefte hebben aan een omvattend verhaal, aan een programma dat mensen beroert en beweegt. PO is ideologisch vlees noch vis en betaalde daar de volle prijs voor tijdens de stembusgang. PiS biedt de kiezers wel dat coherente ideologische verhaal. Daar staat tegenover dat de gemaakte economische beloftes van PiS bedenkelijk zijn. De beloofde verlaging van de pensioenleeftijd is in de huidige omstandigheden economisch onverantwoord, de drastische verhoging van de kinderbijslag stemmenkoperij. Maar achter een wankel economisch programma gaat een stabiele ideologie schuil, en dat is voldoende om de kiezer aan te trekken. Immers: It’s no longer the economy, stupid!
Permanente vertrouwenscrisis
Een tweede belangrijke conclusie is dat meer nog dan dat PiS de verkiezingen heeft gewonnen, de andere partijen die hebben verloren. De crisis in de huidige politiek is misschien boven alles een vertrouwenscrisis en daardoor een bedreiging voor de democratie.
25 jaar lang al gaat de helft van de Polen niet stemmen bij de parlementsverkiezingen. Iedere verkiezing (behalve in 2011) is een daad van protest tegen de bestaande regering. Bij de laatste verkiezing had het grootste deel van de bevolking alle vertrouwen in het establishment verloren. Een stem voor PiS en een stem voor Kukiz’15 – een nieuwe anti-establishmentpartij die vooral jongeren wist aan te trekken – was een duidelijke proteststem.
Het centrum-rechtse Burgerplatform dat acht jaar aan de macht was, dient hier als klassiek voorbeeld van een partij die zich met navelstaarderij de vernieling in heeft geholpen door zich te zeer te focussen op het behoud van de macht en op economische en bestuurlijke maatregelen.
De partijen moeten zorgen voor een nieuwe kijk op de werkelijkheid waarin mensen en niet de partijpolitieke belangen centraal staan. En een maatschappelijke visie ontwikkelen waarin de mens meer is dan louter consument of producent en de burger meer dan louter een kiezer.
Partijen die een politique politicienne voeren, verliezen het contact met de werkelijkheid en de kiezer. Dat genereert maatschappelijke problemen in plaats van die problemen op te lossen, en uiteindelijk een proteststem van de kiezers.
De proteststem als boemerang
Een derde belangrijke vaststelling is dat het uitkijken is met het uitbrengen van een proteststem. Velen hebben zich bij het uitbrengen van die proteststem wat verkeken op het gematigde geluid dat PiS liet horen. De partij schoof de wat mildere Beata Szydlo naar voren en vele kiezers voelden wel wat voor de light versie van PiS met haar vernieuwingsbelofte. Maar sinds de verkiezingen gewonnen zijn, staat Jaroslaw Kaczynski, de conservatieve hardliner die de partijvoorzitter is, weer duidelijk op de voorgrond. En ook de veel besproken aanstelling van havik Jacek Kurski (bijnaam bullterriër van Kaczynski ) als nieuwe voorzitter van de Poolse openbare omroep en van de omstreden Zbigniew Ziobro (sheriff uit Krakau), als minister van Justitie leert dat van PiS light weinig overblijft.
Veel mensen hebben nu na drie maanden, spijt van hun stem voor PiS. Een proteststem die als een boemerang in het gezicht is teruggevlogen. Maar ondertussen heeft de partij het wel voor het zeggen en probeert zij op vrij autocratische wijze haar programma door te voeren, zonder veel rekenschap af te leggen aan critici en oppositie. Zulk optreden vergroot alleen maar de bezorgdheid over de uitholling van de rechtsstaat. Dit gaat gepaard met economisch populisme: invoering van een kinderbijslag van liefst 500 zł per maand (115 euro, in Nederland is dat gemiddeld 75 euro), terwijl financiering daarvan niet houdbaar is. Ontgoocheling wordt alleen groter en een boemerang vliegt straks harder terug.
Gebalde vuist, beschuldigende vinger
Daar valt een vierde belangrijke conclusie aan te verbinden: een partij die in een politieke tegenstander vooral een vijand ziet en geen maatschappelijke medestander, heeft een polariserende en ontwrichtende invloed op de politiek en samenleving. Jaroslaw Kaczynski is bijzonder sterk doordrongen van dat vijandbeeld. De meest tragische uiting daarvan is waarschijnlijk de wijze waarop hij achter het vliegtuigongeluk in Smolensk in 2010–waarbij zijn tweelingbroer en de toenmalig president Lech Kaczynski om het leven kwam – een complot van politieke tegenstanders ziet en het als een absolute prioriteit van de huidige regering ziet om de ‘waarheid’ aan het licht te brengen. Zijn waarheid, welteverstaan.
Een democratisch politicus moet verbinden in plaats van verdeeldheid zaaien. Dat doe je via matiging in plaats van polarisering. Maar PiS lijkt – met haar straffe taal en voortvarend optreden – vast te houden aan een politiek van de grote schoonmaak. Dat lost de vertrouwensbreuk tussen burger en politiek niet op, maar vergroot die crisis.
Vertrouwen is de lijm die de verschillende actoren in een democratie bijeenhoudt. Democratie leeft niet enkel in onze instituties, maar vooral in de harten en geesten van de burgers. Democratie is een state of mind die een openheid naar de ander inhoudt en een besef dat compromissen niet noodzakelijk compromitterend zijn. Democratie is de politiek van de uitgereikte hand, niet die van de gebalde vuist of het beschuldigende vingertje.
De belangen van de verliezers
PiS kan moeilijk met kritiek omgaan. Tegenstanders worden al te makkelijk weggezet: in het beste geval als slechte patriotten, in het slechtste geval ronduit als landverraders. Daarmee doet PiS geen recht aan de pluriformiteit van de Poolse samenleving – en gaat zij voorbij aan de noodzaak én de plicht om rechten van minderheden te respecteren. En dat dreigt vandaag juist het democratisch weefsel van de samenleving aan te tasten.
Is het, zo moet je je afvragen, onder democratisch bewind mogelijk dat een partij na het winnen van de verkiezingen een uiterst ambitieus programma in honderd dagen uitvoert, zonder oppositie en kritiek ter harte te nemen? Dat valt te betwijfelen. In een liberale democratie vertegenwoordig je, zodra je de verkiezingen hebt gewonnen en een regering vormt, niet enkel de mensen die op jou gestemd hebben. Je bent niet de president of premier van jouw sympathisanten, maar van een hele natie: een natie waarvan de meeste burgers niet op jou gestemd hebben. De belangen en zorgen van dit deel van de bevolking ter harte nemen is een teken van waar democratisch leiderschap. Hier is voor PiS nog heel wat werk aan de winkel.
Europa
Ook valt op dat euroscepticisme een zeer rendabele politieke strategie is. In Polen was en is het anti-EU sentiment minder uitgesproken dan in bijvoorbeeld Engeland of Nederland. Polen heeft dan ook veel te danken aan de EU en meer van de lusten genoten dan de lasten gedragen van het lidmaatschap, dus Polen heeft de EU nu eenmaal minder kwalijk te nemen.
Maar PiS heeft het eeuwenoude wantrouwen jegens Duitsland handig omgebogen en in een eurosceptisch jasje gehesen en daarmee heel wat kiezers weten te overtuigen. Politicologen maken soms een onderscheid tussen euroscepticisme als maatschappelijk symptoom en als politieke strategie. In het eerste geval is het euroscepticisme een sentiment dat sterk onder de bevolking leeft. In het tweede geval is het een politiek middel: het scheppen van een extern vijandsbeeld – in dit geval de EU – uit electoraal winstbejag. Hoewel strategie en symptoom eigenlijk moeilijk los van elkaar te zien zijn, zien we in het Poolse geval toch sterk het succes van euroscepticisme als politieke strategie. Juist in tijden waarin de EU het al moeilijk heeft, wordt die strategie een steeds interessantere piste voor politieke partijen.
Democratische evenwichtskunst
Een liberale democratie is een moeilijke evenwichtsoefening, een voortdurend zoeken naar het perfecte evenwicht tussen vrijheid en veiligheid, tussen de dingen die toegestaan en de dingen die verboden moeten worden. Soms is er te veel individuele vrijheid, soms te veel focus op veiligheid en daarbij dreigt het gevaar van te veel overheidsinmenging. Leszek Kolakowski, de bekende Poolse filosoof, stelde ooit dat er geen vaste formule is om te bepalen hoeveel vrijheid nu precies optimaal is. Maar wel, zo meende hij, is er een vuistregel die je niet uit het oog verliest in een liberale democratie: iets te veel vrijheid is te verkiezen boven iets te weinig vrijheid. PiS is evenwel een partij die van het tegendeel overtuigd is en daardoor de greep van de overheid op media, rechtspraak, informatieverstrekking en andere aspecten van het maatschappelijke en private leven wil versterken. Daarom is het best om Polen toch maar nauwlettend in het oog te houden. PiS wil een nieuwe wind door Polen laten waaien, maar loopt zo hard van stapel dat de evenwichtskunst op het koord van de democratie steeds moeilijker wordt.
Lees ook
Alicja Gescinska - filosofe, schrijfster, docente Europese politiek (Amherst College, USA)
Malgorzata Bos-Karczewska - econoom, publicist, hoofdredacteur Polonia.nl