N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
'Euroscepsis heeft ook een positieve kant'
DEN HAAG (PDC) - Euroscepsisme kan ook positief geïnterpreteerd worden als een opbouwende kritische, 'EUrealistische' gedachte. Dat kan een essentiële bijdrage leveren aan het Europees debat en hoeft niet meteen een directe afkeuring van de Euopese gedachte in te houden. Dat was een van de conclusies van het DiD-debat over Euroscepsis en de Europese Parlementsverkiezingen van 2014. Een panel bestaande uit Sarah de Lange (UvA), Mark Kranenburg (NRC Handelsblad), Nel van Dijk (Groen-Links) en Rene Cuperus (Wiardi Beckman Stichting) ging hierover onder begeleiding van Max van Weezel in debat. In reactie op elkaar en vragen uit een goed gevulde zaal probeerden de sprekers ´Euroscepsis´ te verklaren en een voorzichtige voorspelling te doen over de verkiezingen van 2014.
Sarah de Lange toonde aan dat het kritisch sentiment over Europa de afgelopen vijf jaar vrijwel niet is toegenomen. De mythe dat alle burgers 'klaar zijn met Europa' klopt niet en de meeste Eurosceptische partijen hebben slechts een bescheiden groei doorgemaakt. De relatie kiezer-EU is niet gewijzigd. Brussel blijft een 'ver-van-mijn-bed-show'. Dat geldt in het bijzonder voor het Europees Parlement, 'een echte wetgevingsmachine die veel te technisch werkt' vulde Kranenburg aan.
Het is voor een politicus onmogelijk om succesvol te zijn in Brussel en tegelijkertijd de aandacht van de kiezer in Nederland te trekken. Cuperus: 'Onzichtbaarheid hoort gewoon bij het Europees Parlement.' De negatieve uitslag van het referendum over de Europese Grondwet in 2005 was een signaal dat door de politiek werd opgepakt. De uitslag diende als bewijs voor breed gedragen Euroscepsisme onder de kiezers. Kleine politieke partijen gebruikten dit als politiek speerpunt. Grote middenpartijen gingen daarin mee maar bleven wel reëel.
Het panel was het niet eens over voorspellingen rond de invloed van Eurosceptische partijen als het Franse Front National en het Vlaams Belang uit België na 2014. Aan de ene kant was men bang dat door een dergelijke bundeling euroscepsisme in grote mate zou doordringen tot het Europese Parlement. Kranenburg sprak dit aan de andere kant tegen en wees op het grote verschil tussen Europese en nationale politiek. De burger is klaar met 'technocratisch geneuzel' omdat hij zich daar niet mee kan identificeren.