N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
De financiële crisis als motor voor politieke integratie Europese Unie?
DEN HAAG (PDC) - De financiële markten zijn veranderlijk en zijn in zekere zin niet te sturen. De overheid kan talloze maatregelen nemen maar het is de vraag wat voor invloed het heeft. Dit betoogde Boele Staal gedurende het debat ‘Is de kredietcrisis een democratische crisis’ dat op 13 april plaatsvond. De Europese Unie is op zoek naar een oplossing voor de crisis. Holt de politiek hierin de onstuurbare markten achter na? Welke keuzes zijn er en wat voor gevolgen heeft de crisis voor de Europese Unie? Na een inleiding door Ludolf van Hasselt, gingen Boele Staal, Kathalijne Buitenweg en Roel Janssen hierover in debat.
In het debat bleken verschillende visies over de oorzaken van de crisis. Boele Staal vindt dat banken de schuld in de schoenen krijgen geschoven voor een dieperliggend probleem. ‘De grens van de schuldcapaciteit is opgezocht: hier zijn meer mensen bij geweest dan alleen bankiers.’ Kathalijne Buitenweg is het eens met Staal: de banken hebben overbodige risico’s genomen, maar daarnaast hebben overheden geen toezicht gehouden en hebben ook burgers bijgedragen door hun leengedrag. Buitenweg benadrukte dat de invoering van de euro een heel eenzijdig economische proces is geweest. ‘We moeten niet doen alsof het verbazend is dat er nu crisis is’. Het lag volgens Buitenweg ‘in de lijn der verwachting’. De euro is ingevoerd zonder dat de politieke instellingen en regelgevingen er op toegerust waren.
Staal ziet de onrust op de financiële markten als een gevolg van een vrije economie. Door deze vrijheid te beperken kan er meer sturing aan de economie worden gegeven. Risico management en toezicht op Europees niveau zijn hier voorbeelden van. Roel Janssen bevestigde dat er wel degelijk invloed kan worden uitgeoefend op de financiële markten, en verwees naar China en Rusland en de nationalisatie van de ABN-AMRO in 2008.
Door de economische crisis heeft de Europese commissie meer bevoegdheden gekregen. Dit is volgens Van Hasselt geen teken van een groeiend vertrouwen in de Europese instituten: ‘de lidstaten vertrouwen de commissie niet, maar elkaar nog minder’. Volgens Janssen heeft de crisis in zekere zin een ‘disciplinerende en heilzame werking’ gehad. De financiële markten hebben geen ‘knoppen om aan te draaien’ maar de crisis dwingt nu wel tot maatregelen en verdere politieke integratie. Buitenweg vindt deze kijk veel te positief. Volgens haar zijn er geen substantiële veranderingen en moeten we vooral niet doen alsof we nu ‘het licht hebben gezien’: economische belangen hebben nog steeds voorrang.
Ook vanuit de zaal werden volop vragen gesteld en meningen gegeven. Bij de afsluiting van het debat riep een jonge vrouw uit het publiek op de kloof tussen generaties te verkleinen en te spreken in mogelijkheden in plaats van in beperkingen. Nederland moest zich niet ‘verschuilen achter de dijken’ en zich niet laten leiden door angsten. De panelleden sloten zich allen aan bij deze oproep. Buitenweg voegde hier nog aan toe dat er natuurlijk veel te verbeteren valt maar dat we als tweede rijkste land van de Europese Unie en als achtste exportland van de wereld, toch vooral positiviteit zouden moeten uitdragen!