Transparantie vereist bij procedure benoemingen Hoge Raad

DEN HAAG (PDC) - De Tweede Kamer moet over de procedure die geldt bij benoemingen van leden van de Hoge Raad meer duidelijkheid scheppen. Tegelijkertijd mag dat niet ten koste gaan van de vertrouwelijkheid rondom de kandidaten. Dit was de conclusie van het debat gisteren over de politisering van de rechterlijke macht, georganiseerd door het Montesquieu Instituut, Perscentrum Nieuwspoort en ProDemos.

Na een korte inleiding van Max van Weezel gingen de Tweede Kamerleden Coskun Çörüz, Jeroen Recourt, Lilian Helder, journalist Marcel Haenen, hoogleraar rechtssociologie Marc Hertogh en rechter Reinier van Zutphen (tevens voorzitter van de Nederlandse Vereniging van Rechtspraak) met elkaar in debat. Ook de zaal deed mee aan het debat met scherpe en prikkelende vragen.

Het debat concentreerde zich al gauw rond de benoemingsprocedure van de leden van de Hoge Raad. Vorig jaar had de benoeming van hoogleraar Ybo Buruma, die in de zaal aanwezig was en zich in de discussie mengde, tot spanning geleid omdat hij PvdA-lid en daardoor 'niet onafhankelijk' was. Meer recent hield de Tweede Kamer de benoeming van advocaat-generaal Aben tegen.

Ook de rechterlijke macht zou volgens de debaters meer openheid en transparantie moeten betrachten. Zo is nu niet bekend welke denkbeelden of politieke kleur het werk van de rechter wellicht beïnvloeden. Meer openheid kan hierover duidelijkheid geven en daardoor politisering voorkomen.

Tenslotte werd geconstateerd dat er met de Trias Politica niets mis is, maar dat er wel een spanningsveld tussen politiek en rechtspraak bestaat. De Trias Politicia is gebaseerd op onderling vertrouwen en controle, maar dat vertrouwen neemt steeds meer af. Politici en de rechterlijke macht voelen de hete adem van de burgers in de nek en zijn zich ervan bewust dat gezag niet meer vanzelfsprekend is.