N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Regering-De Wever: een beeld zegt meer dan duizend woorden
Soms is er geen uitgebreide analyse nodig om een politieke realiteit pijnlijk bloot te leggen. Eén beeld kan voldoende zijn. Een officiële regeringsfoto, bedoeld om een nieuw kabinet voor te stellen, kan ook iets anders onthullen, namelijk wie er niét aan tafel zit. (Zie artikel van de NRC voor foto van het kabinet)
Dat is precies wat er gebeurde met de regeringsfoto van het kersverse regering-De Wever I. De compositie is helder, de ministers staan keurig opgesteld, maar de visuele boodschap is onmiskenbaar: dit is een regering waarin vrouwen (en andere diversiteit) nauwelijks vertegenwoordigd zijn.
De vrouwen staan op deze foto niet alleen figuurlijk, maar ook letterlijk in de schaduw van hun mannelijke collega’s. In België, een land dat verregaande genderquota kent en ooit een vrouwelijke premier had, is dat een opmerkelijk beeld. Maar ook in Nederland zien we dat diversiteit in politiek leiderschap geen verworvenheid is, maar een kwetsbaar evenwicht dat net zo makkelijk kan verdwijnen als het kwam.
Wat betekent het wanneer regeringen niet de samenleving weerspiegelen die ze geacht worden te vertegenwoordigen? En welke gevolgen heeft dat voor democratische besluitvorming? Deze vragen verdienen serieuze aandacht – want een beeld mag dan wel meer dan duizend woorden zeggen, de impact ervan reikt nog veel verder.
De situatie in België is niet uniek. Ook in Nederland zien we vergelijkbare trends. In 2017 stelde de toenmalige premier Mark Rutte: "mijn streven is de beste mensen te vinden, de verdeling man-vrouw is secundair". Het latere kabinet-Rutte IV (2022) werd echter geprezen om zijn diversiteit: voor het eerst was de helft van de ministers vrouw, er waren ministers met een migratieachtergrond, en ook de LHTBI-gemeenschap was goed vertegenwoordigd.
Rutte IV leek op het eerste gezicht een belangrijke stap vooruit in de richting van diversiteit in de politiek. Maar nadat dit kabinet viel, volgde na de verkiezingen kabinet-Schoof (2024), dat opnieuw een achteruitgang vertoont.
In Schoof is slechts 34% van de ministers vrouw, en de diversiteit in etnische en seksuele identiteit is beperkt. Tegelijk is ook een compliment op z’n plaats: er is een belangrijke rol weggelegd voor een aantal vrouwen als vicepremiers (Mona Keijzer, Sophie Hermans en Fleur Agema).
De conclusie die we uit deze parallelle situaties kunnen trekken, is dat de vertegenwoordiging van vrouwen en andere gemarginaliseerde groepen in ministeriële rollen - hoewel er soms vooruitgang wordt geboekt - verre van vanzelfsprekend is. Dit geldt zowel voor België als voor Nederland.
De regeringspartijen bij De Wever én Schoof hebben het thema diversiteit helaas niet hoog op hun agenda staan. De foto van de regering-De Wever I is daar slechts het meest recente, zichtbare voorbeeld van. Het beeld dat dit uitzendt naar de buitenwereld is duidelijk: politiek is vooral een aangelegenheid voor mannen.
Welke gevolgen heeft een gebrek aan diversiteit?
Het gebrek aan diversiteit binnen een regering heeft niet alleen gevolgen voor de vertegenwoordiging en inclusie van specifieke groepen, maar ook voor het beleid zelf en de kwaliteit van de democratie. Wanneer besluitvormingsprocessen gedomineerd worden door een homogene groep mensen, zoals in het geval van regering-De Wever I, is de kans groot dat bepaalde kwesties, perspectieven en prioriteiten over het hoofd worden gezien.
Dit heeft niet alleen invloed op de output van het politieke besluitvormingsproces, maar heeft ook een directe negatieve impact op gemarginaliseerde groepen in de samenleving. Het gebrek aan vertegenwoordiging van deze groepen kan leiden tot een afname van hun politieke betrokkenheid en vertrouwen in het systeem.
Zonder rolmodellen die hen weerspiegelen in politieke functies, kunnen deze groepen zich minder gemotiveerd voelen om actief deel te nemen aan het politieke proces, wat hun stem in de besluitvorming verder reduceert. Een negatieve vicieuze cirkel dus.
Bovendien is er steeds meer bewijs dat meer diversiteit onder beleidsmakers leidt tot beter beleid. De combinatie van verschillende achtergronden, ervaringen en perspectieven maakt het mogelijk om beleid te ontwikkelen dat meer recht doet aan de behoeften van de samenleving als geheel, en die de vaak vergeten zorgen van gemarginaliseerde groepen daadwerkelijk in acht neemt.
De rol van politieke partijen en de politieke cultuur
Hoe komt het dat, ondanks de vooruitgang die op sommige momenten werd geboekt, diversiteit niet standaard wordt ingebouwd in de regering? De verantwoordelijkheid hiervoor op dit moment ligt grotendeels bij de politieke partijen die de coalitie vormen en bepalen wie wel en wie niet wordt voorgedragen als minister. Bij de formaties van de verschillende regeringen blijken politieke partijen, zowel in België als in Nederland, vaak geen prioriteit te geven aan diversiteit.
Dit blijkt uit het feit dat er geen harde afspraken worden gemaakt over het aantal vrouwen en de vertegenwoordiging van andere minderheidsgroepen onder ministers. De benoemingen blijven in de meeste gevallen afhangen van politieke strategieën, netwerken en persoonlijke relaties, vaak verhuld onder het mom van ‘competentie’.
Dit is echter problematisch: veel van de ‘beste’ kandidaten voor ministersposten zijn vaak mannen, en in veel gevallen witte, hoogopgeleide mannen. Dit is geen toeval, maar het resultaat van vooringenomenheden en stereotypen die vaak onbewust meespelen in de keuzes die worden gemaakt. Het is belangrijk om ons bewust te zijn van de rol die deze onbewuste vooroordelen spelen en de impact die ze hebben op de uiteindelijke kwaliteit van onze democratie.
Bewustzijn creëren
De vraag die we ons moeten stellen, is hoe we ervoor kunnen zorgen dat diversiteit daadwerkelijk op de agenda komt van politieke partijen. Een deel van het antwoord ligt in het creëren van bewustzijn. Daarbij heeft deze foto van regering-De Wever I, ironisch genoeg, misschien al geholpen.
Een ander deel van het antwoord kan liggen in het stellen van concrete doelen voor de vertegenwoordiging van vrouwen en andere gemarginaliseerde groepen in politieke functies. We moeten de politiek nog maar eens onder de neus wrijven wat voor impact een gebrek aan diversiteit heeft op gemaakt beleid. Politieke partijen moeten ervoor zorgen dat vrouwen en andere gemarginaliseerde groepen klaarstaan en ondersteund worden om zulke functies te vervullen.
Gendergelijkheid in de politiek is helaas geen vanzelfsprekendheid, ook al leven we in 2025. De recente regering-De Wever I laat zien hoe fragiel dit evenwicht is en hoe snel we kunnen terugvallen in oude patronen van mannelijke dominantie, met alle gevolgen van dien.
Zahra Runderkamp is promovenda politicologie aan de Universiteit van Amsterdam. Robin Devroe is postdoctoraal onderzoeker aan de Vrije Universiteit Brussel. Hun beider onderzoek richt zich op de rol van vrouwen in de politiek.