N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Kabinet zonder volkspartijen
Nu ook het CDA geen regeringspartij is en de VVD haar karakter als volkspartij heeft verloren, is er voor het eerst een kabinet aangetreden dat niet meer steunt op een volkspartij. Dat constateert Joop van den Berg in een onlangs verschenen artikel in Socialisme & Democratie, het tijdschrift van de Wiardi Beckman Stichting.
De belangrijkste vraag die Van den Berg stelt, is: hoe is het zo ver kunnen komen.
Een eerste verklaring is de stelligheid waarmee werd beweerd dat de grootste partij moest gaan regeren. Staatsrechtelijk een onhoudbare stelling. Niet altijd is de grootste partij nodig om tot een werkbare meerderheid te komen en dat was nu ook zo. Het gaat veeleer om een onmisbare partij (bij zuiderburen spreekt men van incontournable) en dat hoeft niet de grootste te zijn.
Het ontbreken van een cordon sanitaire opende verder de weg voor regeringsdeelname van de PVV. Weliswaar wordt die deelname (nog steeds) als problematisch gezien, maar dat weerhield VVD en NSC niet om dat te accepteren.
Dat op het kabinet het etiket extraparlementair werd geplakt, is volgens Van den Berg ten onrechte. Wel lijkt er iets meer handelingsvrijheid voor de deelnemende partijen dan bij eerdere kabinetten. In die zin is het een kabinet van gemengde samenstelling, zoals we die ook in de jaren vijftig kenden. Het ontbreken van een partijbasis voor de premier versterkt wel het beeld van een nogal wankele constructie.
Daarmee wordt de instabiliteit die ook de kabinetten-Rutte III en IV kenmerkte voortgezet. Het is aan de oppositie om daar een werkbaar alternatief tegenover te zetten. Dat vereist dan wel samenwerking.