N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Wie regelt, beperkt? De ontwerp-Wet op de politieke partijen en de traditie van het non-interventionisme.
Gerrit Voerman, Gohar Karapetian en Sam Maasbommel (red.), Wie regelt, beperkt? De ontwerp-Wet op de politieke partijen en de traditie van het non-interventionisme. Deel 22 van de Montesquieu-reeks.
‘Laten wij […] de officiële erkenning van het partijwezen zo lang mogelijk uitstellen, want het recht brengt naar zijn aard nu eenmaal mee dat zulke erkenning ook regeling meebrengt en wie regelt, beperkt’. Deze woorden schreef staatsrechtgeleerde André Donner, telg uit een vooraanstaand protestants-christelijk en antirevolutionair geslacht, in 1982. Hij vertolkte hiermee een in de vorige eeuw breed gedragen opvatting dat de overheid zich verre moest houden van het reguleren van de politieke partijen. Veertig jaar later kon er kennelijk van uitstel geen sprake meer zijn: vlak voor de kerstdagen van 2022 verscheen de ontwerp-Wet op de politieke partijen (Wpp). De partijwet was in 2018 voorgesteld door de Staatscommissie parlementair stelsel (ook wel naar haar voorzitter de commissie-Remkes geheten), in haar eindrapport Lage drempels, hoge dijken. Democratie en rechtsstaat in balans. In januari 2019 kondigde het derde kabinet-Rutte aan te willen starten met de voorbereiding van de Wpp. Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) heeft er vervolgens bijna vier jaar over gedaan om het wetsvoorstel op te stellen, en dat terwijl het kabinet in juni 2019 verwachtte dat de Wpp al op 1 januari 2022 in werking zou treden.
Gezien de lange tijdsduur lijkt het erop dat het ministerie heeft geworsteld met het wetsontwerp. Geheel verwonderlijk is dat niet, gezien de traditie van terughoudendheid in de Nederlandse politieke geschiedenis in dit opzicht en waarvan Donner een van de vele exponenten was. De bemoeienis van de overheid met de partijen was van oudsher beperkt, vooral ook omdat het juist de partijen en hun fracties waren die de overheid moeten controleren. Om de juiste balans te vinden tussen enerzijds de wens tot regulering van partijen en anderzijds recht te doen aan hun organisatievrijheid, zal voor de ambtenaren op het ministerie van BZK een complexe en delicate onderneming zijn geweest.
Ondanks de van oudsher afstandelijke opstelling van de Nederlandse wetgever, die in de staatsrechtelijke literatuur wel is getypeerd als ‘non-interventionistisch’, zijn de partijen sinds het begin van de jaren zeventig wel meer object van regelgeving geworden. Het is verleidelijk om de Wpp als het logische sluitstuk te beschouwen van dit proces van ‘sluipende codificatie’ (in de termen van de politicoloog Ruud Koole). Nederland voegt zich met de partijwet eindelijk in het Europese patroon: veel landen kennen immers al lang(er) zo’n wet. Of is dat misschien te vroeg geconcludeerd? Resoneert de waarschuwing van Donner nog steeds en speelt het non-interventionisme ook in de Wpp een rol? In deze bundel wordt gepoogd op deze maar ook op andere vragen een antwoord te geven door de vijf onderdelen van de ontwerp-Wpp te analyseren. Een aantal deskundigen op het gebied van partijorganisatie, politieke advertenties en microtargeting, partijfinanciën, toezicht en partijverbod nemen deze componenten van de ontwerp-Wpp onder de loep. Zij gaan niet alleen na hoe de kabinetsvoorstellen op deze terreinen zich verhouden tot het non-interventionisme – in de ene bijdrage krijgt dit meer aandacht dan in de andere –, maar ze beoordelen deze ook uitgebreid op hun eigen merites: leiden de voorstellen van de wetgever ook tot de resultaten die ermee worden beoogd? Daarbij zullen de auteurs enkele aanbevelingen doen die bedoeld zijn als bijdragen aan het komende maatschappelijke en politieke debat over de Wpp.
Op dinsdag 13 juni wordt de 22e bundel in de Montesquieu Reeks 'Wie regelt, beperkt? De ontwerp-Wet op de politieke partijen en de traditie van non-interventionisme' overhandigd aan minister Hanke Bruins Slot. Meer informatie en aanmelden kan via de website van het Montesquieu Instituut.