N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Linkse (donder)wolk
Een linkse wolk. Zo verwees premier Rutte naar de samenwerking tussen GroenLinks en de PvdA. De afgelopen tijd lijkt de samenwerking tussen de twee partijen in een stroomversnelling te zijn gekomen met als nieuwe stip op de horizon een gezamenlijke Eerste Kamerfractie. Wat kunnen we hiervan verwachten, en wat ligt er nog meer in het vizier van de partijen? We vragen het Gerrit Voerman, hoogleraar Nederlandse politiek en directeur van het Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen van de Rijksuniversiteit Groningen.
Een recept voor succes?
De omstandigheden voor een fusie tussen de PvdA en GroenLinks zijn uiterst gunstig: het is eigenlijk nu of nooit. Beide partijen hebben – op z’n zachtst gezegd – te maken met electoraal malheur. De PvdA verloor in 2017 zwaar en ging van 38 naar 9 zetels. Tot overmaat van ramp volgde in 2021 geen spoor van herstel: de sociaaldemocraten bleven op 9 zetels steken. GroenLinks deed het in 2017 in tegenstelling tot de PvdA uitstekend. Dankzij het ‘Jesse Klaver-effect’ groeide de partij van 4 naar 14 zetels. In 2021 ging het echter mis. GroenLinks hield 8 zetels over – bijna een halvering.
De electorale tegenwind waarmee de PvdA en GroenLinks kampen en het streven om niettemin toch politiek relevant te zijn, vormen een stimulans voor vergaande onderlinge samenwerking. Zo gingen beide partijen na de Kamerverkiezingen van 2021 als één blok de formatieonderhandelingen in en sloten zij nadat zij in de oppositie waren beland een oppositie-akkoord. In die tijd ontstond ook het idee om na de Statenverkiezingen van maart 2023 in de Eerste Kamer een gemeenschappelijke fractie te vormen. Het volgende station lijkt een fusie te zijn: Klaver bepleitte vorig jaar herfst al een gemeenschappelijk programma bij de komende Tweede Kamerverkiezingen in 2025. Zijn voorstel laat zien dat de PvdA en GroenLinks inhoudelijk steeds verder naar elkaar toegroeien, wat vanzelfsprekend cruciaal is voor een succesvolle fusie. Weliswaar legt de PvdA een zwaarder accent op sociale rechtvaardigheid en GroenLinks op klimaat en milieu, maar in de praktijk maakt dat weinig uit: in de Stemwijzer bij de Europese verkiezingen van 2019 kwamen hun standpunten geheel met elkaar overeen (ook al zitten zij in het Europees Parlement in verschillende fracties).
Wat een fusie verder makkelijker maakt is dat beide partijen tegenwoordig ongeveer even groot zijn, niet alleen zoals al vermeld in de Tweede Kamer (9 en 8 zetels), maar ook wat betreft hun ledental. Zo’n tien jaar geleden had de PvdA ruim 55.000 en GroenLinks 23.000 leden. Met zo’n groot verschil komt een fusie neer op een vijandige overname van de kleine door de grote partij. Inmiddels is de PvdA flink gekrompen naar zo’n 38.000 leden terwijl GroenLinks is gegroeid naar 33.000: een stuk gelijkwaardiger dan in het verleden.
Top-down proces
Electorale tegenslag en het gevoel gemarginaliseerd te raken in combinatie met programmatische nabijheid heeft in de Nederlandse politieke geschiedenis er vaker toe geleid dat partijen fuseerden. Recente voorbeelden zijn de ChristenUnie (2000) en GroenLinks zelf (1990). Beide fusies waren het eindpunt van een ontwikkeling die vooral van onderop tot stand kwam, vooral doordat de betrokken partijen elkaar vonden bij de verkiezingen op gemeentelijk en provinciaal niveau. Bij de PvdA en GroenLinks is daarvan veel minder sprake; zo nemen beide alleen in Zeeland met éen kandidatenlijst en één programma aan de Statenverkiezingen deel. Hun vergaande samenwerking van de afgelopen twee jaar kwam niet zozeer aan de basis op gang, maar werd vooral door de Kamerfracties ingezet. Om het te legitimeren konden de leden zich op een congres (PvdA) en in een referendum (GroenLinks) hierover uitspreken. Zij waren hierover uitgesproken positief, wat op zichzelf vanzelfsprekend een impuls geeft aan de beweging in de richting van een fusie, maar het project tot dan toe niet minder top-down maakte.
Een fusie onvermijdelijk?
Is een fusie onvermijdelijk? Met een gemeenschappelijke Senaatsfractie lijkt het wel die kant op te gaan – hoewel de PvdA en GroenLinks bij de komende Eerste Kamerverkiezingen kozen voor aparte kandidatenlijsten. Zo is er nog een achterdeurtje, mocht het niet gaan zoals ze hadden gehoopt. Toch is het moeilijk denkbaar dat de Senaatsfractie zich weer zou opsplitsen; dat zou voor beide partijen een enorme blamage zijn en hun politieke positie aanzienlijk verzwakken. Er is al zoveel geïnvesteerd in de onderlinge samenwerking dat het moeilijk is om zowel naar de eigen achterban als naar de kiezers het traject niet verder voort te zetten. De Tweede Kamerverkiezingen van 2025 werpen hun schaduw vooruit: de PvdA en GroenLinks kunnen niet lang meer wachten met het maken van een keuze voor een gemeenschappelijke kandidatenlijst, programma en Tweede Kamerfractie.
Obstakels in het vizier
Al met al lijkt een fusie de logische uitkomst van de intensieve samenwerking tussen de PvdA en GroenLinks van de afgelopen jaren, wat niet wegneemt dat er ook nog wel enkele obstakels zijn. Zo verschilt de identiteit van beide partijen nogal. De PvdA is ruim driekwart eeuw oud, was lange tijd een van de machtigste partijen in de Nederlandse politiek, heeft een rijke traditie van meeregeren en heeft als zodanig bijgedragen aan de vormgeving van Nederland. Die roemruchte erfenis bij een fusie opgeven zal voor een deel van haar ledenaanhang zeker niet makkelijk zijn. GroenLinks daarentegen is het zelf het resultaat van een fusie (net als de PvdA overigens in 1946, lang geleden). Niet alleen bestaat de partij – opgericht in 1990 – een stuk korter, ook was haar rol in de politiek altijd minder prominent dan die van de sociaaldemocraten. Dat alles lijkt het voor GroenLinks-leden makkelijker te maken om de partij op te geven.
Een andere barrière kan de uitslag van de komende Statenverkiezingen vormen. Mocht de ene partij het (veel) beter doen dan de andere, dan is er grote kans dat binnen die ene partij geluiden opkomen of het wel zo verstandig is om op een fusie aan te koersen. De Peilingwijzer laat echter zien dat de PvdA en GroenLinks elkaar momenteel niet veel ontlopen.
Komt er dan echt een fusie tussen de PvdA en GroenLinks? Met zekerheid valt dat natuurlijk niet te zeggen. Aan de andere kant: hun politieke relevantie neemt zeker toe wanneer beide zichzelf opheffen en samengaan. Alle seinen daarvoor staan op groen.
Zie ook: G. Voerman, ‘Partijfusies in Nederland. Een vergelijkend seismologisch onderzoek’, in: idem (red.), Jaarboek 1991 Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen (Groningen, 1992), 123-148.
Gerrit Voerman is directeur van het Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen en hoogleraar aan de Rijksuniversiteit Groningen. Judith Dekker en Lisa Janssen zijn redacteur bij nieuwsbrief De Hofvijver.