N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Energiepolitiek in Frankrijk: Macron 2.0
We konden net weer rustig ademhalen na de Franse verkiezingen van 24 april en daar zagen we President Emmanuel Macron alweer energiek op de bres staan met nieuwe ideeën. Twee dagen na zijn tweede inauguratie, zorgde hij in Straatsburg voor opschudding met zijn plan voor een pan-Europees Europe 2.0, dat niet minder dan een vernieuwing van het EU-verdrag zou impliceren.
Ook wat betreft de Green Deal speelt hij in Europa een centrale rol met name met zijn steun voor de Europese Commissies REPowerEU waarbij gezocht wordt naar stimulatie van onderzoek en gebruik van alternatieve, niet-Russische, energiebronnen zoals waterstof. Een leuke bijkomstigheid voor de industriële sector zijn de grote subsidies die hiermee zouden vrijkomen.
Nieuwe regering
Maar hoe gaat het eigenlijk op nationaal niveau in Frankrijk? Binnen enkele weken heeft Macron een nieuwe regering samengesteld. Opmerkelijk is de bijna 50-50 genderverdeling in dit nieuwe kabinet. Ook herken je makkelijk de connectie met zijn inaugurele speech van 7 mei waarin hij de Fransen beloofde te zullen werken naar ‘une planète plus vivable’.
Niet minder dan een trio van drie ministers zal zich bezighouden met het milieu en energiebeleid. Notabene Elisabeth Borne, premier met technologische achtergrond, is verantwoordelijk voor de ecologische planning. Zij wordt daarbij bijgestaan door twee ministers die zich ieder op een eigen tak van sport zullen concentreren: Energietransitie voor Agnès Pannier-Runacher en milieutransitie voor Amélie de Montchalin.
Terwijl dit in de meeste analyses wordt aangemerkt als een teken dat er sterk wordt ingezet op milieu en energie, wordt er ook kritiek geleverd op deze versplintering van het ministerie. Juist door de scheiding van milieu en energie zou het beleid minder eenduidig zijn en dus minder sterk. Er zullen echter wel grote maatregelen moeten worden genomen op deze onderwerpen.
Nieuwe energieplannen
Het zal niemand verbazen in deze tijd van de Green Deal en internationale spanningen dat energie en klimaat een centrale rol krijgen toebedeeld in de nieuwe regering. Maar anders dan we zouden vermoeden, heeft Macron al vóór de Russische invasie in Oekraine nieuw energiebeleid aangekondigd. In zijn speech in Belfort van 10 februari maakte hij de plannen bekend voor een forse uitbreiding van het nucleaire energiedomein: de bouw van niet minder dan zes nieuwe centrales voor 2035 met uitzicht op nog eens acht extra centrales.
Opmerkelijk is de nadruk die Macron in deze speech legde op het gezamenlijk maatschappelijk en politiek overleg dat zal volgen in het najaar van 2022 tot de geambieerde start van de bouw in 2028. Het laat zien dat Macron heeft geleerd van de noodzaak van maatschappelijke dialoog uit zijn eerste termijn. Die noodzaak lijkt nu nog belangrijker geworden sinds in februari de benzineprijzen zijn gestegen. In 2018 waren de hogere prijzen de directe reden om massaal met gele hesjes de straat op te gaan. Nu ziet het er voorlopig niet rooskleurig uit voor de energieprijzen.
Daarbij komt nog dat de ambitie van het vorige kabinet, voor een grote uitbreiding van zonne-energie (10 keer de huidige productiecapaciteit in 2050) en de aanbouw van niet minder dan 50 windmolenparken ter zee in de komende dertig jaar, nog steeds staan. Met name windenergie krijgt veel weerstand in Frankrijk en dit was dan ook een onderwerp dat Marine Le Pen graag gebruikte tijdens de verkiezingen.
Wat betreft onshore windmolenparken, stemde de Senaat vorig jaar voor een vetorecht van gemeentes om de bouw van windmolens in hun nabijheid te kunnen blokkeren. Gelukkig voor het nationaal beleid werd deze wet niet goedgekeurd in het parlement. Maar toch weten gemeentes, doordat zij mogen kiezen voor de uiteindelijk locatie in hun gebied, de projecten behoorlijk te vertragen.
Perspectieven
Het is heel waarschijnlijk dat dezelfde onderwerpen uit de verkiezingsretoriek, milieu en energie, weer spoedig zullen terugkomen in het nationaal debat. Eerst zijn er natuurlijk de parlementsverkiezingen van 12 en 19 juni, maar ook daarna zal dit onderwerp zonder twijfel centraal staan.
Macron heeft veel gescoord in zijn Marseille-speech van 18 april, een week voor de presidentiële verkiezingen. Hierin beloofde hij een centrale rol voor het milieu in de komende vijf jaar. Zijn ideeën voor de beplanting van 140 miljoen bomen en het opruimen van maar liefst 50 grote open stortplaatsen gaven de groene stemmer hoop.
Tegelijkertijd resoneert de kritiek dat zulke beloftes weinig gesteund worden door Macrons beleid in zijn eerste termijn. Volgens eigen zeggen had dat veel te maken met externe factoren, zoals de coronapandemie. De toekomst zal uitwijzen of het hem in zijn tweede termijn wel zal lukken en of hij de fransen zal kunnen meekrijgen in zijn beleid.
Marloes Beers is universitair docent internationale betrekkingen aan de Universiteit Utrecht. Haar onderzoek richt zich op de EU geschiedenis, met name de energiepolitiek en Europese identeit. Bijzondere aandachtspunten zijn de ontwikkelingen in Nederland, Frankijk en Duitsland en de rol van de OESO en het IEA.