N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Trage start?
Het beeld bestaat dat het kabinet-Rutte III, en daarmee ook de nieuwgekozen Tweede Kamer, wat moeizaam uit de startblokken is gekomen. De cijfers lijken dat in vergelijking met Rutte II nauwelijks te bevestigen, maar cijfers zeggen niet alles.
De huidige Tweede Kamer is als het gaat om initiatiefvoorstellen, moties en vragen net iets actiever dan die in 2012-2013.
Bij de initiatiefvoorstellen gaat het deels om specifieke 'wensen' van de oppositie, zoals de beschikbaarheid van betaalbare woningen en betere arbeidsvoorwaarden bij payrolling. Maar ook regeringsfracties kwamen al met initiatieven. De strafbaarstelling van seksuele initimidatie komt zelfs uit de koker van CDA en PvdA.
kabinet |
ingediende wetsvoorstellen* |
amendementen |
---|---|---|
Rutte II (november 2012-juni 2013) |
70 |
371 |
Rutte III (november 2017-juni 2018) |
67 |
212 |
-
*uitgezonderd begrotingen, verdragen en herindelingsvoorstellen
kabinet |
beleidsdebatten TK |
dertigledendebatten TK |
---|---|---|
Rutte II (november 2012-juni 2013) |
52 |
34 |
Rutte III (november 2017-juni 2018) |
20 |
23 |
kabinet |
aantal ingediende initiatiefvoorstellen |
moties TK |
gestelde vragen |
---|---|---|---|
Rutte II (november 2012-juni 2013) |
3 |
1972 |
1874 |
Rutte III (november 2017-juni 2018) |
10 |
2426 |
1973 |
Onder de door het kabinet-Rutte II ingediende wetsvoorstellen zaten die over de strafbaarstelling van illegaliteit, de vernieuwing van de Wet jeugdzorg, over de afschaffing van de plusregio's, herziening van de Mediawet en de Wet pensioenaanvullingsregelingen.
De belangrijkste door Rutte III ingediende wetsvoorstellen zijn die over de intrekking van de Wet raadgevend referendum, over halvering van het collegegeld en de verlenging van het partnerverlof.
Tijdens Rutte II waren er spoedig belangrijke debatten over het aftreden van staatssecretaris Verdaas, over de problemen bij de belastingdienst, over de Fyra en over de langdurige zorg.
In de periode dat Rutte III regeert, waren er spraakmakende debatten over de problemen met de aardgaswinning in Groningen, over de dividenddeal en ontwijking van belastingen, over Schiphol en Lelystad Airport en over de uitslag van het WIV-referendum.
In zijn algemeenheid kan niet van opvallend minder grote activiteit worden gesproken en voor zover die er is, hangt dat samen met omstandigheden. In het verleden was dat niet anders. In moeilijke economische tijden kan haast geboden zijn.
Het kabinet-Lubbers I (aangetreden in november 1982) kwam direct met een reeks kortingswetten in de sociale zekerheid en met wetten om salarissen van onderwijzers en ambtenaren te verlagen. De noodzaak om de overheidsfinanciën op orde te brengen, maakte dat er voortvarend wetgeving moest komen.
Het in februari 2007 aangetreden vierde kabinet-Balkenende nam eerst honderd dagen de tijd om het land in te gaan om met maatschappelijke organisaties te spreken. Tijdens de formatie was er over hoofdlijnen gesproken en sommige problemen (zoals het ontslagrecht) werden doelbewust 'doorgeschoven'.