N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Bundel 22: Bijlage: aanbevelingen mbt de Wpp
Interne partijorganisatie (Voerman en Van Leunen)
De huidige vereisten aan de interne organisatie van politieke partijen – de verenigingsvorm en het 1000 leden-minimum – zijn op oneigenlijke gronden in de partijwetgeving beland en vereisen een principiële discussie in het parlement alvorens te worden overgenomen in de Wpp. Dat een partij rechtspersoonlijkheid heeft ligt voor de hand, maar de keuze van specifieke rechtsvorm dient vrij te zijn.
Partijfinanciering (Broeksteeg)
De partijfinancieringsregels in de ontwerp-Wpp vragen op ten minste één aspect om een heroverweging: de onmogelijkheid voor niet-Nederlanders om aan decentrale partijen te doneren. Deze bepaling is mogelijk discriminatoir.
Politieke advertenties en microtargeting (Maasbommel)
Het register voor politieke advertenties levert een bescheiden bijdrage aan de transparantie van verkiezingscampagnes en het gebruik van microtargeing. Om een gelijk speelveld voor partijen tijdens de campagne te bevorderen en de rol van geld daarin binnen de perken te houden, verdient het in aanvulling hierop overweging om uitgaven aan politieke advertenties en microtargeting te maximeren.
Toezicht (Munneke)
Als extra onafhankelijkheidwaarborgen voor de Autoriteit Wet op de politieke partijen zij aanbevolen om haar leden te laten benoemen bij koninklijk besluit, de beleidsregelbevoegdheid van de minister te clausuleren en te bezien of het lidmaatschap moet openstaan voor mensen met een partijpolitieke achtergrond. Ook de beschikbare middelen in het licht van het verbrede takenpakket van de Autoriteit zijn een aandachtspunt.
Partijverbod (Hoogers en Karapetian)
De voorgestelde partijverbodsregeling laat in het midden wie waartoe bevoegd is nadat de Hoge Raad een partij heeft verboden en welke rechtsbescherming er in een dergelijk geval bestaat. In de parlementaire behandeling dient dit aan de orde te komen.