N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
ATR: hoe werkt dit adviesorgaan?
Op dinsdag 4 maart jl. nam de Tweede Kamer met algemene stemmen het voorstel ‘Instellingswet Adviescollege toetsing regeldruk’ aan (TK 2023-24, 36 450, nrs. 1-3). Een aantal amendementen versterkt nog eens de bevoegdheden van dit adviescollege. In deze bijdrage wordt toegelicht wat dit adviescollege van staat als opdracht heeft en hoe het daarbij te werk gaat.
Inhoudsopgave van deze pagina:
Al dertig jaar wordt gepoogd de regeldruk en administratieve lasten voor bedrijfsleven en burgers terug te dringen. Paars I was het eerste kabinet met een expliciete doelstelling om de administratieve lasten te verminderen. Het ambitieuze project ‘Marktwerking, deregulering en wetgevingskwaliteit’ stelde dat de administratieve- lastendruk voor bedrijven in 1998 met 10% moest dalen. Al in 1997 wordt de 10%-doelstelling behaald. Mede daardoor pleitte de motie-Remkes c.s. in 1998 voor een nieuwe reductiedoelstelling: een lastenverlichting van 25%. Direct bij het aantreden streeft Paars II naar een forse reductie van de administratieve lasten voor het bedrijfsleven (ook 25%). In 2000 volgt de oprichting van het ‘Adviescollege toetsing administratieve lasten’, kortweg Actal. Een onafhankelijk én tijdelijk college. Na diverse verlengingen komt in 2017 het huidige Adviescollege toetsing regeldruk (hierna: ATR) tot stand, ook op tijdelijke grondslag. De hierboven genoemde Instellingswet maakt een einde aan deze tijdelijke adviescolleges. Blijkbaar is het probleem van regeldruk zo hardnekkig dat een permanent college met ruime bevoegdheden noodzakelijk is.
Als hoofdtaak beoordeelt ATR van regering en parlement alle voorstellen van wet, algemene maatregelen van bestuur en ministeriële regelingen. Dat kunnen dus ook initiatiefvoorstellen van wet zijn. Ook over bestaande wetgeving kan ATR adviseren. Soms wordt ATR gevraagd om advies uit te brengen over regelgeving van medeoverheden, over beleidsregels en overige regels van toezichthouders, inspecties en uitvoeringsorganisaties.
De aanneming van wetsvoorstel 36 450 (inclusief de amendementen) leidt tot de volgende, extra bevoegdheden van ATR:
-
-Toetsing van EU-regelgeving: ATR toetst of de Nederlandse beoordeling van Commissievoorstellen voldoende inzicht biedt in de regeldrukeffecten en de werkbaarheid van die voorstellen voor de specifiek Nederlandse situatie. Dit is van belang omdat een groot deel van de regeldruk voortkomt uit Europese wetgeving.
-
-Ministeries kunnen ATR nu ook om advies vragen over hun voorgenomen beleid, zodat de gevolgen van regeldruk al in een vroeg stadium worden ingeschat.
-
-De Tweede en Eerste Kamer kunnen ATR om advies vragen over alle wetsvoorstellen die regeldruk bevatten (dus zowel wetsvoorstellen van de regering als initiatiefwetten en amendementen).
-
-In lijn met het regeerprogramma wordt ATR voortaan verplicht betrokken bij de voorbereiding van wet- en regelgeving met significante regeldrukeffecten.
-
-ATR krijgt de taak om bij evaluaties te beoordelen of de regeldrukeffecten goed in beeld zijn gebracht.
-
-ATR krijgt de bevoegdheid om niet alleen over voorgenomen wetgeving te adviseren maar ook over beleidsregels van uitvoerende en toezichthoudende instanties.
ATR beoordeelt adviesaanvragen aan de hand van een vast toetsingskader, dat bestaat uit vier vragen:
-
1.Eerst wordt er gekeken naar de het nut en de noodzaak van een voorstel. Het college bekijkt of het voorstel gericht is op een maatschappelijk probleem (noodzaak) en of duidelijk is wat het doel is van het voorstel. Daarbij wordt geen oordeel gegeven over het doel zelf, dat is een politiek oordeel. Wel kijkt ATR naar de onderbouwing van het doel en de samenhang met het gekozen instrument (nut). Op basis van het oordeel van ATR kan de politiek vervolgens besluiten of de aanpak (vanuit regeldruk perspectief) goed onderbouwd is.
-
2.ATR kijkt ook naar minder belastende alternatieven. Als hetzelfde doel bereikt kan worden met lagere regeldrukkosten, dan is een voorstel onnodig belastend.
-
3.Het aspect werkbaarheid is cruciaal omdat de effectiviteit van het voorstel in gevaar kan komen als de wettelijke verplichtingen niet uitvoerbaar zijn voor partijen die ze moeten naleven. Bij werkbaarheid kijkt ATR of een voorstel goed aansluit bij hoe organisaties hun activiteiten hebben ingericht en hoe burgers hun leven hebben georganiseerd.
-
4.Tot slot volgt de beschrijving en berekening van de regeldrukkosten. Een helder beeld van de omvang daarvan is essentieel om te beoordelen of de kosten in verhouding staan tot het beoogde doel. Anders gezegd, of ingrijpen proportioneel is of niet.
Op basis van beoordeling van deze vier toetsvragen geeft ATR een samenvattend oordeel of een dictum. Dictum 1 houdt in dat ATR geen opmerkingen heeft en dat het voorstel ingediend of vastgesteld kan worden; dictum 2 bevat enkele adviespunten die eenvoudig te verwerken zijn. Dictum 3 wijst op zwaarwegende punten die in de voorgenomen regelgeving moeten worden aangepast voordat goed onderbouwde besluitvorming mogelijk is. Bij dictum 4 raadt ATR af om het voorstel in te dienen of vast te stellen.
De volgende criteria worden gehanteerd bij de beoordeling van de wetsvoorstellen op regeldruk en administratieve lasten.
De criteria van dictum 1 (indienen): het voorstel bevat regeldruk. Regelgeving is het meest geëigende instrument. Er is onderzoek gedaan naar het minst belastende alternatief, zowel qua beleid, uitvoering als toezicht. Er is voor het minst belastende alternatief gekozen óf de keuze voor een ander alternatief is afdoende toegelicht. De gevolgen zijn kwantitatief en kwalitatief goed in beeld gebracht.
Bij dictum 2 (wetsvoorstel en/of onderbouwing moeten licht worden aangepast) gelden de volgende criteria: de gevolgen zijn kwantitatief en kwalitatief niet helemaal goed in beeld gebracht. Er zijn één of meer kleinere tekortkomingen die moeten worden gerepareerd ten behoeve van de werkbaarheid.
Bij dictum 3 (niet indienen, … wetsvoorstel en/of onderbouwing moeten op onderdelen aanzienlijk worden verbeterd) gelden de volgende criteria: er is wél onderzoek gedaan naar werkbare, minder belastende alternatieven in beleid, uitvoering en toezicht, maar er is niet gekozen voor het minst belastende alternatief, zonder dat dat afdoende is toegelicht. De gevolgen zijn kwantitatief en kwalitatief niet goed in beeld gebracht: de berekeningen vertonen substantiële tekortkomingen, in de zin dat belangrijke doelgroepen of groepen van handelingen niet zijn meegenomen. Er zijn belangrijke aandachtspunten voor de werkbaarheid.
En bij het zwaarste dictum, dictum 4 (niet indienen, wetsvoorstel en/of onderbouwing kennen ernstige fundamentele tekortkomingen die, naar verwachting, niet kunnen worden weggenomen) gelden de criteria: er is geen structureel probleem geïdentificeerd. Regelgeving is niet het meest geëigende instrument of het is niet duidelijk dat de voorgestelde regelgeving het maatschappelijke probleem in belangrijke mate zal wegnemen. Er is geen onderzoek gedaan naar werkbare, minder belastende alternatieven in beleid, uitvoering en toezicht, waardoor er grote vraagtekens zijn t.a.v. de werkbaarheid. En de gevolgen zijn kwantitatief en kwalitatief niet of nauwelijks (op handelingsniveau) in beeld gebracht
Het Adviescollege toetsing regeldruk bestaat uit drie onafhankelijke leden en een staf van rond de 20 medewerkers. Zie voor alle verdere informatie Home | Adviescollege toetsing regeldruk.
Eric Janse de Jonge is lid van het Adviescollege toetsing regeldruk en oud-Eerste Kamerlid.