N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Rekrutering kan een nijpend probleem worden
Het vinden van goede mensen voor het (lands)bestuur en van bijvoorbeeld Kamerleden was altijd lastig, maar lijkt steeds lastiger te worden. De risico's zijn wellicht groter en het aanbod mogelijk kleiner. Dat kan een probleem worden en is het deels misschien al.
Hier en daar is er kritiek op het grote aantal hoger opgeleiden in onze volksvertegenwoordigingen. Daar is iets voor te zeggen, maar ten eerste valt dat momenteel feitelijk wel mee en ten tweede vraagt de complexe samenleving nu eenmaal om bestuurders en afgevaardigden die weten hoe daarmee om te gaan.
Voor bewindspersonen ligt de drempel sowieso nog wat hoger. Besturen vraagt om meerdere competenties: kennis van zaken (of althans het vermogen je die kennis snel eigen te maken), teamspeler kunnen zijn, vaardigheden op het gebied van management, stressbestendigheid, daadkracht, loyaliteit en kunnen omgaan met media. En misschien vergeet ik er nog wel.
Politieke partijen zijn goede organisaties om te kunnen beoordelen of mensen daar in principe voor in aanmerking komen. Zij maken het mogelijk een netwerk te vormen met potentiële bestuurders. Uiteraard zal dan soms blijken dat iemand in principe geschikt is, maar zelf geen ambitie heeft of gewoon (begrijpelijk) opziet tegen zo'n grote verantwoordelijkheid. Maar er is dan een 'kweekvijver'.
Waar partijen aan betekenis verliezen, neemt ook dit vermogen om netwerken te vormen af. Dat geldt zowel voor potentiële volksvertegenwoordigers als voor bestuurders. Uiteraard kan in beide gevallen ook buiten de eigen partij worden gezocht. De kans dat op een later moment blijkt dat de loyaliteit minder groot is dan gedacht, neemt dan wel toe.
Voor een partij zonder leden is deze rekrutering vanzelfsprekend een nog groter probleem. Dat bleek bij de Tweede Kamerverkiezingen 2023 toen de PVV meer zetels behaalde dan het zelf had verwacht. Het aantal 'opvolgers' op de lijst is nog maar heel beperkt. En ook het vinden van bewindslieden was lastig. Licht voordeel is dat er überhaupt geen leden zijn en dat iedereen sympathisant in principe direct in aanmerking komt.
Bij NSC was de 'vijver' iets groter, maar het spoedige vertrek van Folkert Idsinga liet zien dat er dan al snel problemen kunnen ontstaan. De vacature werd vervuld door een benoeming van een Tweede Kamerlid tot staatssecretaris. En omdat Idsinga 'uit' de Kamer kwam, kan hij nu weer terugkeren. Met het vertrek van twee Kamerleden gaat de doorstroming in de fractie niettemin snel. Er gingen in eerste instantie al vier van de twintig Kamerleden naar het kabinet.
Hoe het met het vervullen van de vacature-Achahbar gaat, zullen we zien. De post staatssecretaris voor Toeslagen en Douane is geen gemakkelijke en het vinden van een geschikte opvolger zal nog een hele toer zijn. Of moet er weer onder de Kamerleden worden gezocht?
Nieuwkomers verdienen een plaats in ons bestel, maar juist bij hen kan een klein netwerk en gering potentieel aan 'bestuurders' een probleem zijn. Een ledenloze partij wordt hier en daar wel als model voor de toekomst gezien. Of dat in het licht van het rekruteren van volksvertegenwoordigers en bestuurders een goede zaak is, valt sterk te betwijfelen.
Het toch al lastig kunnen vinden van geschikte bestuurders wordt nog lastiger.
Prof.Dr. Bert van den Braak is onderzoeker bij het Montesquieu Instituut en hoogleraar parlementaire geschiedenis aan de Universiteit van Maastricht.