Veertien jaar premierschap

Bijna veertien jaar was Mark Rutte premier - hoe je verder ook in politiek opzicht oordeelt - een opmerkelijke en bewonderenswaardige prestatie. Met parlementaire verhoudingen waarin coalitievorming vaak lastig was, bezat Rutte de kwaliteit om partijen (fracties) toch bij elkaar te brengen (en houden) en om resultaten te boeken.

Dat deed hij als 'peoples's manager' bij uitstek. Bovendien met een tomeloze energie, waarbij hij bijvoorbeeld ook na vermoeiend Brussels overleg nog even aanschoof bij overleg over de toekomst van de landbouw. Als VVD-leider wist hij bovendien zijn partij vier keer als grootste uit de stembus te laten komen.

Hij staat bekend als iemand die met iedereen kan samenwerken: van een kabinet met CDA en gedoogsteun van de PVV, tot de PvdA, en natuurlijk het vierpartijenkabinet van VVD, CDA, D66 en ChristenUnie. Ook de rol van staatsman, vooral in tijden van crisis, lijkt de VVD'er goed te passen. Denk aan de manier waarop hij Nederland toesprak in maart 2020 aan het begin van de coronacrisis.

Dat daar negatieve zaken tegenover stonden, zal niemand ontkennen. Voor een afgerond historisch oordeel is het nog wat vroeg. Er was ook kritiek op de werkwijze van Rutte. Zo wordt hem verweten een slecht (of selectief) geheugen te hebben als het ging om politiek gevoelige kwesties. In 2021 werd tegen de premier een motie van afkeuring ingediend vanwege zijn gebrekkige geheugen over het 'functie-elders' debacle. En ook Ruttes vermeende aversie tegen openbaarheid, ofwel de Rutte-doctrine, wordt vaak aangehaald als kritiekpunt.

Door zijn pragmatische houding en relativering leek hij problemen soms 'weg te lachen', wat hem de bijmaam 'Teflon Rutte' opleverde. "Visie is als de olifant die het zicht belemmert", sprak Rutte uit bij de H.J. Schoo-lezing van 2013. Een ongelukkige opmerking, stelt hij nu. Maar wat hij hiermee wilde zeggen, dat je je eigen visie af en toe opzij moet zetten om compromissen te sluiten, leek wél in lijn met zijn werkwijze.

Veertien jaar Rutte. Dat betekent tientallen collega-bewindspersonen, vele wetsvoorstellen, en zeker geen gebrek aan ophef. Voor deze mijlpaal is PDC in het biografisch archief gedoken en is hieronder een overzicht opgenomen van de belangrijkste cijfers en wetenswaardigheden uit zijn periode als premier.

Inhoudsopgave van deze pagina:

1.

Langstzittende premiers

Op 2 augustus 2022 was Mark Rutte 4310 dagen minister-president en passeerde hij het record dat in handen was van christendemocraat Ruud Lubbers. Het verbreken van dit record was volgens Rutte zelf nooit een doel, maar toch is het een grote mijlpaal in de Nederlandse parlementaire geschiedenis. Uiteindelijk kwam Rutte tot 5009 dagen.

De afgelopen 42 jaar had Nederland maar vier premiers. Met Ruud Lubbers en Mark Rutte als recordhouders, en Jan-Peter Balkenende en Wim Kok die beide acht jaar aan het roer stonden was er in Nederland een periode van toch wel opvallend stabiel leiderschap. En dat ondanks toenemende instabiliteit door versplintering.

 

Minister-president

Periode

Duur in dagen

Mark Rutte

2010-2024

5009

Ruud Lubbers (CDA)

1982-1994

4310

Charles Ruijs de Beerenbrouck (RKSP)

1918-1925, 1929-1933

3907

Willem Drees (PvdA)

1948-1958

3790

Jan Peter Balkenende (CDA)

2002-2010

3007

2.

Kabinetten-Rutte

Collega-bewindspersonen

In zijn jaren als minister-president heeft Rutte vele bewindspersonen zien komen en gaan. Over Rutte wordt vaak gezegd dat alles van hem afglijdt, maar voor zijn collega's is dat niet altijd het geval geweest. Door de jaren heen vertrokken in totaal 20 ministers uit zijn kabinetten, waarvan 13 om politieke redenen.

 

Kabinet

Aantal

Namen

Rutte I

1

Piet Hein Donner (CDA)*

Rutte II

9

Co Verdaas (PvdA)

Frans Weekers (VVD)

Frans Timmermans (PvdA)*

Fred Teeven (VVD)

Ivo Opstelten (VVD)

Wilma Mansveld (PvdA)

Ard van der Steur (VVD)

Martijn van Dam (PvdA)*

Jeanine Hennis-Plasschaert (VVD)

Rutte III

10

Halbe Zijlstra (VVD)

Mark Harbers (VVD)

Menno Snel (D66)

Bruno Bruins (VVD)**

Eric Wiebes (VVD)

Stientje van Veldhoven (D66)*

Cora van Nieuwenhuizen (VVD)*

Tamara van Ark (VVD)**

Sigrid Kaag (D66)

Ank Bijleveld (CDA)

Rutte IV

6

Sigrid Kaag (D66)*

Wopke Hoekstra (CDA)*

Dennis Wiersma (VVD)

Henk Staghouwer (CU)

Ernst Kuipers (D66)*

Gunay Uslu (D66)*

  • kreeg andere functie

** wegens gezondheid

Aan de andere kant waren er ook bewindspersonen die juist lang met Rutte nauw hebben samengewerkt. Enkele VVD-collega's werden door Rutte niet één maar twee keer gevraagd om deel uit te maken van zijn kabinet. Hierbij spannen VVD-kopstukken Sander Dekker en Stef Blok de kroon, die beide zo'n negen jaar met de premier in een kabinet hebben gezeten.

 

Bewinds­persoon

Periode

Duur in dagen

Sander Dekker (VVD)

2012-2022

3355

Stef Blok (VVD)

2012-2017, 2018-2022

3223

Melanie Maas Geesteranus (VVD)

2010-2017

2570

Edith Schippers (VVD)

2010-2017

2570

Eric Wiebes (VVD)

2014-2021

2539

Kajsa Ollongren (D66)

2017-2024

2440

Hugo de Jonge (CDA)

2017-2024

2440

Carola Schouten (CU)

2017-2024

2440

Grootte van het kabinet

Door de jaren heen zijn Ruttes kabinetten in omvang gegroeid. In 2010 bestond het kabinet-Rutte I uit 20 bewindspersonen; bij de aanstelling van Rutte IV kwamer er liefst 29 kabinetsleden. Die groei kwam toen door het toenemende aantal ministersposten. Zo was er bijvoorbeeld in 2010 nog geen minister voor Stikstof, terwijl dat in de periode 2022-2024 één van de meest spraakmakende ministersposten was.

 

Kabinet

Totaal

Minis­ters

Staats­secretarissen

Rutte I

20

12

8

Rutte II

20

13

7

Rutte III

23

15

8

Rutte IV

29

20

9

Man-vrouw verhouding

Bij het aantreden van kabinet Rutte IV was er een primeur: er waren evenveel vrouwelijke als mannelijke ministers. Als je de staatssecretarissen ook meetelde was de verdeling niet helemaal gelijk, maar het was een grote stap vooruit sinds het eerste kabinet Rutte I: van 20% in 2010 naar bijna 50% in 2021.

 

Kabinet

Totaal

Aantal vrouwen (%)

Rutte I

20

4 (20%)

Rutte II

20

8 (40%)

Rutte III

23

10 (43,5%)

Rutte IV

29

14 (48,3%)

Gemiddelde leeftijd*

Rutte mag dan wel ouder zijn geworden door de jaren heen, zijn kabinetten werden dat gemiddeld niet. Kijkend naar de leeftijd van de bewindspersonen in het kabinet valt op dat de leeftijd van het eerste kabinet gemiddeld hoger lag dan bij de drie opvolgende kabinetten. Verder valt ook op dat staatssecretarissen altijd een stukje jonger zijn geweest, al is het verschil niet enorm.

 

Kabinet

Totaal

Minis­ters

Staats­secretarissen

Rutte I

53,09

54,36

51,81

Rutte II

49,42

49,92

48,91

Rutte III

48,67

50,51

46,82

Rutte IV

50,55

51,15

49,95

  • Bij aantreden

Demissionaire kabinetten

Met zijn kabinetten heeft Rutte ook enkele records gebroken waarbij het maar de vraag is of hij daar blij mee was. Zowel kabinet-Rutte III als Rutte IV hadden de twijfelachtige eer om de langste demissionaire kabinetten te zijn. Ook Rutte II is terug te vinden in deze beruchte top 5.

 

Kabinet

periode demissionair

Duur (aantal dagen)

Rutte IV

7 juli 2023- 2 juli 2024

360

Rutte III

15 januari 2021 - 10 januari 2022

360

Den Uyl

22 maart 1977 - 18 december 1977

272

Balkenende IV

23 februari 2010 - 14 oktober 2010

235

Rutte II

15 maart 2017 - 26 oktober 2017

225

Balkenende I

17 oktober 2002 - 26 mei 2003

222

Hierbij aansluitend heeft Rutte ook het record van de langste formatie in handen. Voor zijn derde kabinet verbrak hij het record al, door 223 dagen de tijd te nemen om een nieuw kabinet te vormen. Bij de onderhandelingen voor Rutte IV kwam hier nog een schepje bovenop en werd het nieuwe record gevestigd op 299 dagen. Over de lange formaties stelde bijzonder hoogleraar parlementaire geschiedenis Bert van den Braak het volgende: "De lange duur van de recente kabinetsformaties laat zien hoe lastig het was om tot een meerderheid te komen. Dat het evenwel lukte om toch steeds stabiele kabinetten te vormen, is evenzeer tekenend voor de periode van premier Rutte."

3.

Rutte en het parlement

Moties van wantrouwen

Premier Rutte was een kampioen in het ontvangen van moties van wantrouwen en/of afkeuring. Zijn kabinetten ontvingen meer moties van wantrouwen en afkeuring dan die van welke naoorlogse premier dan ook (in totaal 127). Vooral Rutte II en III ontvingen veel van dergelijke moties. Zestien van die moties waren specifiek tegen hem gericht. Tijdens het vierde kabinet waren dat er 34.

De vraag is nog wel of dit aan Rutte ligt of dat het meer zegt over de inflatie van het instrument van moties van wantrouwen.

Wetgeving

De wetgevingsmachine draaide op volle toeren tijdens Ruttes kabinetten. Door de jaren heen zijn er veel ingrijpende wetgevingsvoorstellen ingediend en aangenomen. Zo slaagde Rutte I er in om in de twee jaar dat het kabinet bestond de nieuwe Politiewet in te voeren, en hield Rutte II zich bezig met grote hervormingen op het gebied van zorg en sociale zekerheid. Tijdens dit tweede kabinet werd onder meer een deel van de zorgtaken van Rijksoverheid overgeheveld naar gemeenten, waaronder de jeugdzorg zoals geregeld in de Jeugdwet.

In Rutte III kwam de Intrekkingswet tot stand die de Wet raadgevend referendum heeft ingetrokken. Ook werden hier belangrijke stappen gezet richting het sluiten van het gasveld in Groningen met het wetsvoorstel Minimalisering gaswinning Groningen. Door Rutte IV werd de belangrijke invoering van het nieuwe pensioenstelsel gerealiseerd.

Rutte IV had als belangrijkste wapenfeit de Wet toekomst pensioenen. Recentelijk werden nog voorstellen ingediend, onder meer om de regels in de Participatiewet minder streng te maken.

 

Kabinet

Belangrijke wetgeving

Rutte I

Politiewet 2012

Versterking eigen verantwoordelijkheid inburgeringsplichtige

Wet bankenbelasting

Wet verhoging AOW- en pensioenrichtleeftijd

Rutte II

Participatiewet

Wet verhuurderheffing

Jeugdwet

Wet werk en zekerheid

Wet maatschappelijke ondersteuning 2015

Wet langdurige zorg

Omgevingswet

Wet studievoorschot hoger onderwijs (leenstelsel)

Rutte III

Intrekking Wet raadgevend referendum

Minimalisering gaswinning Groningen

Wet stikstofreductie en natuurverbetering

Rutte IV

Wet minimum CO2-prijs elektriciteitsopwekking

CETA (EU-verdrag Canada)

Wet toekomst pensioenen

Wet seksuele misdrijven

Wet beëindiging gaswinning Groningerveld

Kijkend naar het aantal wetsvoorstellen dat is ingediend, dan valt op dat vooral in Rutte II veel wetten zijn ingediend. Daarnaast is te zien dat de Eerste Kamer net wat vaker voorstellen van het kabinet verwerpt dan de Tweede Kamer.

 

Kabinet

Ingediend

Aangenomen

Verworpen

Rutte I

325

301

2, 1 in de Eerste Kamer en 1 in de Tweede Kamer

Rutte II

645

607

8, 5 in de Eerste Kamer en 3 in de Tweede Kamer

Rutte III

458

453

2, beide in de Eerste Kamer

Rutte IV

59

9

8, 6 in de Eerste Kamer en 2 in de Tweede Kamer

4.

Lijstjes

Met welke ophef/crises kreeg Rutte zoal te maken?

Nasleep bankencrisis

Griekse begrotingsproblemen

Vluchtelingenproblematiek/Turkije-deal

Teevendeal

MH17

Brexit

Aardbevingsproblematiek in Groningen

Toeslagenschandaal

Dividendbelasting/Shell/Unilever

Klimaatproblematiek

Corona

Terugkeer IS-weduwen

Hawija-burgerslachtoffers

Omtzigt, functie elders

Evacuaties uit Afghanistan

Notulen ministerraad over toeslagen en kritische Kamerleden

Niet gearchiveerde sms'jes

Excuses slavernijverleden en koloniale oorlog

Stikstofproblematiek/boerenprotesten

Oekraïneoorlog

Hoge inflatie door energiecrisis

Crisis over terugdringen migratie

Conflict in Gaza

Welke Europese collega's heeft Rutte onder anderen zien langskomen?

België: Leterme, Di Rupo, Michel, Wilmes, De Croo

Denemarken: Thorning-Schmidt, Løkke Rasmussen, Frederiksen

Duitsland: Merkel, Scholz

Finland: Kiviniemi, Katainen, Stubb, Sipilä, Rinne, Marin, Orpo

Frankrijk: Sarkozy, Hollande, Macron

Griekenland: Papandreou jr., Papademos, Samaras, Tsipras, Mitsotakis

Hongarije: Orban

Ierland: Cowen, Kenny, Varadkar, Martin

Luxemburg: Bettel

Polen: Tusk, Kopacz, Szydło, Morawiecki

Portugal: Sócrates, Passos Coelho, Costa

Slowakije: Radicová, Fico, Pellegrini

Spanje: Rodríguez Zapatero, Rajoy, Sanchez

Tsjechië: Rusnok, Sobotka, Babiš, Fiala

Zweden: Reinfeldt, Löfven, Andersson, Kristersson

Europese Commissie: Barroso, Juncker, Von der Leyen

Europese Raad: Van Rompuy, Tusk, Michel

 

De opgenomen cijfers maken onderdeel uit van het biografisch archief en de dataverzameling van PDC. Zowel op teksten als op de cijfers is het copyright van toepassing. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de redactie van Parlement.com, t.a.v. Prof. dr. Bert van den Braak, eindredacteur en onderzoeker bij PDC en bijzonder hoogleraar parlementaire geschiedenis en parlementair stelsel aan de Universiteit Maastricht.

E-mail: info@parlement.com