N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Wie o wie wordt de Europese Commissievoorzitter?
Niet alleen in Nederland kan het onduidelijk zijn wie de premier wordt na de verkiezingen. Wie de Europese Commissievoorzitter wordt na de Europese verkiezingen wijst zich ook niet vanzelf.
Uiteraard is het ambt van voorzitter van de Commissie niet hetzelfde als dat van minister-president, al zijn er wel gelijkenissen. De voorzitter geeft sturing aan het college van Eurocommissarissen, waar iedere commissaris een eigen portefeuille heeft. De voorzitter dient dus voor samenhang en coördinatie van het gevoerde beleid te zorgen. Bovendien kan de voorzitter de EU extern vertegenwoordigen.
Benoemingsprocedure Europese Commissievoorzitter
De voorzitter wordt gekozen door het Parlement, op voordracht van de Europese Raad. Artikel 17, lid 7 VEU schrijft de procedure voor: ‘Rekening houdend met de verkiezingen voor het Europees Parlement en na passende raadplegingen, draagt de Europese Raad […] een kandidaat voor het ambt van voorzitter van de Commissie voor. Deze kandidaat wordt door het Parlement bij meerderheid van zijn leden gekozen.’
Het is dus aan de 27 regeringsleiders of staatshoofden tezamen om een kandidaat voor te dragen. Gezien het belang van de functie is er een roep geweest voor verhoogde democratische legitimiteit bij de benoemingsprocedure. Ongeveer tien jaar geleden werd het idee van het spitzenkandidatensysteem geopperd.1)
Dit systeem houdt in dat de politieke fracties in het Parlement allemaal een ‘spitzenkandidat’ aandragen, hun nominatie voor het Commissievoorzitterschap. Zo zou de kiezer invloed kunnen uitoefenen op de benoeming van de Commissievoorzitter. In 2014 is gehoor gegeven aan de stem van de kiezer. Jean-Claude Juncker was destijds de spitzenkandidat van de EVP-fractie en werd voorgedragen als voorzitter nadat deze fractie de meeste zetels won.
Er is echter geen wettelijke verplichting om een spitzenkandidat voor te dragen, de Europese Raad dient alleen rekening te houden met de verkiezingsuitslag. Dit bleek ook na de vorige Europese verkiezingen toen de huidige voorzitter, Ursula von der Leyen, werd voorgedragen door de Europese Raad terwijl zij geen spitzenkandidat was.
Destijds was Manfred Weber de aangewezen kandidaat van de EVP-fractie, maar de Europese Raad besloot toch om een andere christendemocraat voor te dragen. Uiteindelijk heeft het Parlement met een krappe meerderheid ingestemd met de voordracht.
Spitzenkandidatensysteem in nieuwe Kiesakte?
De gang van zaken in 2019 werd gezien als een tegenslag voor het spitzenkandidatensysteem, maar het Parlement probeert er weer nieuw leven in te blazen. In mei 2022 heeft het Parlement een voorstel gedaan voor een nieuwe Europese Kiesakte. Deze Kiesakte zou – onder andere - een EU-breed kiesdistrict introduceren waardoor iedere EU-burger, onafhankelijk van nationaliteit, een stem kan uitbrengen op een transnationale kieslijst.
Het voorstel koppelt het spitzenkandidatensysteem aan deze transnationale lijsten. Iedere politieke familie draagt een transnationale kieslijst aan waar de lijsttrekker mede de beoogd Commissievoorzitter is.
Het vaststellen van de Kiesakte vereist eenparigheid van stemmen in de Raad. Terwijl het Parlement voorstander is van het spitzenkandidatensysteem, is de Raad terughoudend. De Raad Algemene Zaken heeft al meerdere vergaderingen gewijd aan het gehele voorstel van de Kiesakte, waarvan de laatste 15 november jongstleden plaatsvond.
Uit een enquête gehouden onder de lidstaten blijkt breed verzet tegen het uitspreken van steun voor het spitzenkandidatensysteem. Een meerderheid van de lidstaten keurt het systeem af omdat het de institutionele balans zou ondermijnen.
Bovendien tast het de onpartijdigheid van de Commissie aan. Het terughoudende standpunt van de lidstaten is nogal vanzelfsprekend. Op basis van de verdragsbepaling kunnen de lidstaten, vertegenwoordigd door hun staatshoofd of regeringsleider, allemaal hun zegje doen als het gaat om het Commissie voorzittersambt. De lidstaten willen niet de controle over het proces opgeven door zichzelf te binden aan de verkiezingsuitslag en de interne keuzes van de Parlementsfracties. Ze verzetten zich logischerwijs tegen het aan banden leggen van hun verdragsrechtelijke bevoegdheid.
Nederland is één van deze terughoudende lidstaten. Als eerste reactie op het algehele voorstel verklaarde Hanke Bruins Slot dat ‘het kabinet voorstander [is] van verbetering van het spitzenkandidatensysteem.’ Toch wil het kabinet de mogelijkheid behouden dat de Europese Raad een niet-spitzenkandidat voordraagt.
Dit standpunt herhaalt Bruins Slot in haar brief aan de Kamers van afgelopen 3 november. Daarin schrijft Bruins Slot dat de bevoegdheden in Artikel 17(7) VEU gerespecteerd moeten worden. Hier wordt de hoofdrol van de Europese Raad erkend en het belang van de institutionele balans aangehaald. Desalniettemin staat Nederland open voor een juridisch niet-bindende politieke afspraak tussen de Europese Raad en het Europese Parlement.
Toekomst Kiesakte & toekomstige voorzitter
De uitkomst van de vergadering in november was dat er nu vooral gewerkt zal worden aan het vormgeven van de minder controversiële voorstellen. Onderwerpen met weinig steun, waaronder het spitzenkandidatenvoorstel, worden op een laag pitje gezet.
Een nieuwe Kiesakte zal lang op zich laten wachten, inwerkingtreding voor de Europese verkiezingen van komend voorjaar is onrealistisch. Hiermee rekening houdend, heeft het Parlement dinsdag 12 december ingestemd met een resolutie waar ze oproepen tot een interinstitutioneel akkoord tussen het Parlement en de Europese Raad om toch het spitzenkandidatensysteem vast te leggen. Zo probeert het Parlement politieke druk uit te oefenen, maar deze resolutie is verder niet bindend.
Al met al blijft de Europese Raad juridisch gezien onbelemmerd in het voordragen van een Commissievoorzitter. De kandidaat-voorzitter kan een spitzenkandidat zijn, of niet. De Europese Raad zou Ursula von der Leyen nogmaals kunnen voordragen, terwijl zij – tot groot ongenoegen van veel Europarlementariërs - niet op een kieslijst zal staan.
Zodoende stemmen we volgend jaar op parlementariërs en niet de voorzitter.2) Net zoals we in november stemde op parlementariërs en niet voorzitter – dan doel ik uiteraard op de toekomstig voorzitter van de Nederlandse ministerraad. Natuurlijk zal diegene, als lid van de Europese Raad, wél invloed hebben op de benoeming van de Europese Commissievoorzitter.
Nora Vissers is als docent-promovenda verbonden aan Universiteit Maastricht. Zij doet onderzoek naar de rol van de EU in het waarborgen van democratie in de lidstaten.
-
1)Zie ook de blog van Hilde Reiding gepubliceerd in 2018, vóór de vorige Europese Parlementsverkiezingen
-
2)Of zoals Michiel Duchateau het verwoord: ‘We kiezen parlementen, niet regeringsleiders’