N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Over luidsprekers van de onvrede en hoeders van het publieke belang
De maatschappelijk onvrede in ons land heeft sinds de verkiezingen van 22 november 2023 grote vaste vormen aangenomen. Jarenlange onverdraagzaamheid, een onstuitbaar superioriteitsgevoel en het ontmenselijken van een groot deel van de samenleving konden lang in de halfschaduw voortbestaan. Door zowel stilzwijgende steun, opportunistische politiek en media als bestuurlijk onvermogen kon deze onvrede zich afgelopen 22 november manifesteren als een ondemocratische partij die tot de grootste van het land is verkozen.
Deze manifestatie van maatschappelijke onvrede is niet de oplossing. Met gestold vijandsdenken en decennialang haatzaaien lossen we de grote vraagstukken van vandaag niet op. Hoe verleidelijk die gedachte ook is. Er is nu iets heel anders nodig. Iets fundamenteels.
De onvrede in het land vraagt om robuuste oplossingen voor het klimaat, bestaanszekerheid voor velen, de zorg, de woningmarkt, het onderwijs en een innoverende en eerlijke economie. Er is een overtuigend vertoog nodig waar onze toekomst als samenleving over zou moeten gaan, waar plaats en ruimte is voor iedereen om een menswaardig bestaan op te bouwen.
Dát is de opdracht aan ons openbaar bestuur. Om met elkaar te zorgen voor een beschermende overheid voor iedereen. Om de verantwoordelijkheid te dragen voor lange termijn oplossingen die lastig zijn om uit te leggen maar wel nodig zijn. En om tegelijkertijd oor en oog te houden voor de gevolgen daarvan binnen de samenleving.
Dat vraagt iets fundamenteel anders dan alleen een luidspreker van de onvrede te zijn ten koste van de rechten en vrijheden van medemensen. Het vraagt hard werken aan zowel een responsief openbaar bestuur (we luisteren niet alleen naar de samenleving, maar we doen ook echt wat met de signalen die we ontvangen) als een effectief openbaar bestuur (we zorgen voor langetermijn duurzame oplossingen).
Anders gezegd: het vraagt om een evenwichtsoefening tussen verantwoordelijkheid dragen voor en het vertegenwoordigen van het publieke belang. De Raad voor het Openbaar Bestuur gaf onlangs een aantal zinnige adviezen om deze moeilijke evenwichtsoefening vorm te geven vanaf de start van de formatie.
Ik stip ze hier aan:
Allereerst en aan de formerende partijen gericht: hou het kort. Formuleer binnen afzienbare tijd een politiek gedragen kader met doelstelllingen en hou daarbij het vizier op de lange termijn. Laat ruimte voor concrete oplossingen binnen dit kader. Met andere woorden, ontwikkel met elkaar een startdocument en geen dichtgetimmerd akkoord van gestold wantrouwen.
Ten tweede en aan het parlement gericht: maak en neem ruimte. Neem ruimte om niet alleen de vertegenwoordigende rol te vervullen maar help elkaar tijd en ruimte te vinden voor de wetgevende en controlerende opdracht. Een coalitie die een startdocument formuleert geeft het parlement deze broodnodige ruimte.
Ten derde en aan het gehele openbaar bestuur gericht: denk en handel werkelijk als collegiaal bestuur, zowel als regering, als rijksdienst en als uitvoerende organisaties in samenwerking met elkaar. Hou diezelfde collegialiteit hoog in het vaandel als het om interbestuurlijke verhoudingen gaat en zorg daarbij voor robuuste financiële verhoudingen, zodat iedere overheidslaag de rol kan spelen die nodig is.
Ten vierde en eveneens aan het gehele openbaar bestuur gericht: maak en houd beter verbinding met de samenleving. Zorg voor afspraken over doelen, proces en randvoorwaarden en kies samenwerkingsvormen die alle belanghebbenden bij een maatschappelijk vraagstuk hierin meenemen.
Tot slot, en als absolute randvoorwaarde, voeg ik daar expliciet aan toe: bewaak, verdedig en versterk de grenzen van onze democratische rechtsorde. Als dit fundament onder onze samenleving erodeert, valt er op den duur weinig meer duurzaam op te lossen voor diverse groepen in de samenleving. Er rust hiermee dus een serieuze verantwoordelijkheid op de schouders van diegenen die binnen het openbaar bestuur werkzaam zijn om de keuzes te maken die hiervoor nodig zijn.
Dat vraagt een scherp zicht op de grenzen van de democratische rechtsorde, de discipline om deze grenzen te bewaken en het leiderschap om ze te beschermen en samen vóór onze democratische rechtsorde te gaan staan. Laten we hopen dat dit leiderschap tot volle wasdom komt de komende periode en zich manifesteert in vele hoeders van het publieke belang.
Caelesta Braun, hoogleraar openbaar bestuur & maatschappelijke democratie; raadslid Raad voor het Openbaar Bestuur