N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Schimmenspel in Den Haag
‘t Is dat de Gouden Koets op stal stond. Anders zou het een doodgewone, zelfs vertrouwde Prinsjesdag hebben geleken - met een klassieke Troonrede, een vooraf uitgelekte Miljoenennota, een voor de gelegenheid speciaal opgepoetst koffertje en veel, erg veel hoedjes. Maar het was misschien wel de meest onbestemde Prinsjesdag sinds mensenheugenis. De koning zette er zelfs zijn leesbril voor op.
De Derde Dinsdag in September, de start van het politieke seizoen in Den Haag, stond in het teken van een generatiewissel. Na dertien jaar zal het waarschijnlijk Mark Rutte’s laatste begroting zijn. En met hem verdwijnt een stoet aan ministers en Kamerleden, te beginnen met zijn eigen vice-premiers en gevolgd door waarschijnlijk meer dan de helft van de Tweede Kamer die na de novemberverkiezingen niet terugkeert. Alleen dat al maakt de seizoensopening een tikkeltje wezensvreemd. Wie zit er nog met Kerst?
Alsof er niets aan de hand is, debatteerde de Tweede Kamer na Prinsjesdag over een Troonrede die vooral ‘beleidsarm’ klonk en een begroting die net zo demissionair is als het kabinet sinds de kabinetscrisis. Maar die algemene beschouwingen zijn ook niet wat ze lijken. Naar twee eenpitters, Pieter Omtzigt en Caroline van der Plas, is met meer belangstelling geluisterd dan wat kleine partijtjes gewoonlijk deel deel valt: hun stemmen klinken zwaarder. Jesse Klaver kreeg, als woordvoerder van het linkse blok, meer aandacht dan een gewone fractievoorzitter van GroenLinks. Toen Henri Bontenbal achter de katheder plaats nam, vroeg iedereen zich af hoe veel of hoe weinig zetels het CDA nog vertegenwoordigt. Ook Jan Paternotte (D66) werd met zekere meewarigheid aangehoord: wat was er over van het hemelbestormende nieuwe leiderschap? En de nieuwe leider van de VVD, Dilan Yesilgoz, was gedwongen al die dagen te zwijgen: zij zit als minister van Justitie de kabinetsbankjes. Net als ‘concurrent’ Rob Jetten, de opvolger van Sigrid Kraag.
Er werd in Den Haag voor, tijdens en na Prinsjesdag een bijzonder schimmenspel opgevoerd, de feitelijke opening van de verkiezingscampagne. Meer dan gewoonlijk zette iedereen zijn beste beentje voor. Meer dan gebruikelijk droeg iedereen voor uit eigen werk. Meer dan normaal ging het vooral om de eigen profilering. Het krioelde al in de aanloop naar Prinsjesdag van initiatieven, voorstellen en plannetjes. Meer dan een las tijdens de debatten in de Tweede Kamer het eigen verkiezingsprogramma voor.
De uitkomsten van dat schimmentheater waren onvoorspelbaar - en dus met meer dan gewone belangstelling tegemoet gezien. Zouden nieuwe politieke verhoudingen hun schaduwen vooruitwerpen? Hoe verder zonder Rutte?
Het kon vanaf Prinsjesdag, letterlijk, alle kanten opschieten. Het politieke speelveld ligt sinds de kabinetscrisis open, opener dan ooit. Voor een paar dagen hielden oppositie en coalitie openlijk op te bestaan. De regeringscombinatie achter Rutte IV had zichzelf ontbonden, de oppositie ter linker- en ter rechterzijde zocht naar nieuwe kansen. Het resultaat was een een serie gelegenheidscoalitie - over de benzineaccijns, de energietoeslag en het minimumloon. Over nieuwe politieke verhoudingen zei het niet zo veel.
Mark Rutte, dertien jaar heer en meester van dit soort debatten, stond er bij er keek en naar.
Het is in Den Haag armpje drukken om de beste uitgangspositie voor de verkiezingscampagne en de kabinetsformatie. De kaarten voor de volgende ronde worden geschud. Dat spel is vanaf Prinsjesdag volop begonnen. Je hebt er geen Gouden Koets voor nodig…
Jan Schinkelshoek, oud-lid van de Tweede Kamer [CDA] en hoofdredacteur van de Haagsche Courant, is hoofdredacteur van De Hofvijver, de maandelijkse uitgave van het Montesquieu Instituut.