N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Struikelend over de drempel: Rutte IV gaat tastend de zomer in
Struikelend over de drempel, zong Wim Kan in een van zijn oudejaarsconferences in de jaren ‘70 over het kabinet-Den Uyl. Soortgelijk gaat Ruttes vierde kabinet, de wankele coalitie van VVD, D66, CDA en ChristenUnie, tastend en zoekend de zomer in.
Ongetwijfeld zullen de partijtoppen binnen de coalitie, alvorens met vakantie te gaan, de balans van anderhalf jaar regeren opmaken. En die kan niet erg opwekkend uitvallen - voor geen van de vier. Ruttes eigen VVD staat op flink verlies. Het lijkt iets minder ongunstig dan een paar maanden geleden, maar de interne onrust is allesbehalve gedempt. D66 en CDA dreigen te worden gehalveerd. En zelfs de ChristenUnie, lange tijd de stabiele factor binnen de coalitie, kreunt en steunt.
Die gedeelde tegenspoed is vermoedelijk het enige goede nieuws voor de vier. Iedereen zit in hetzelfde schuitje. Dat schept een band: niemand binnen de coalitie heeft belang bij een kabinetscrisis en nieuwe verkiezingen. Maar is het voldoende om het boeltje bij elkaar te houden? Intern is het tellen van de knopen vast en zeker al begonnen.
En die optelsom is niet indrukwekkend.
De oogst van anderhalf jaar Rutte IV is schraal. Het mislukte landbouwoverleg van vorige week – zelfs geen half ei na een half jaar onderhandelen – illustreert de machteloosheid. Ook bij andere grote ‘dossiers’ – immigratie, woningbouw – is er geen beweging van betekenis. Elke millimeter moet worden gevochten. Alles wordt betwist. Wat zich aftekent is een coalitiekabinet dat steeds weer vastloopt in geharrewar.
Het kabinet deelt in een algemene politieke malaise. Het lijkt erop alsof de politiek geen vuist meer kan maken. Praktisch alles wat ‘Den Haag’ onder handen heeft - het rijtje dat begint met toeslagen en ‘Groningen’ - rammelt. Alsof de overheidsmachinerie aan het vastlopen is. Natuurlijk is dat niet simpelweg de ‘schuld’ van Rutte c.s., het heeft ook alles te maken met een overbelaste en overvraagde overheid die al sinds jaar en dag meer belooft dan ze kan waarmaken. Maar die politieke en bestuurlijke machteloosheid straalt wel op Rutte IV af. Het versterkt een anti-overheidsmentaliteit, wat koren op de molen van een beweging als BBB is.
Er komt bij dat Mark Rutte z’n glans kwijtgeraakt is. In z’n eerste drie kabinetten was het de premier die vaak inventief, via geitenpaadjes of andere schijnbewegingen, het boeltje bij elkaar wist te krijgen. Maar het feit dat hij het zo lang heeft gered, keert zich nu tegen hem. Door alles wat onder zijn verantwoordelijkheid de afgelopen jaren is misgegaan, is de tovenaarsleerling het stokje kwijtgeraakt. Tijdens het afsluitende debat in de Tweede Kamer over de uitkomsten van de parlementaire enquête naar de gaswinning in Groningen werd dat meer dan eens duidelijk. Een groot deel van de oppositie is domweg klaar met Rutte. Binnen de coalitie schokschoudert men ongemakkelijk over de premier. Ook binnen zijn eigen partij groeit het ongemak. ‘t Is dat nog er geen vanzelfsprekende opvolger klaar staat. Edith Schippers, de gedoodverfde kandidaat, heeft nog wat meer tijd nodig. Kan de VVD na zo’n 17 jaar al wel zonder Rutte?
Stap voor stap groeien, ook politiek, de onopgeloste problemen het kabinet boven het hoofd. Na het mislukte landbouwoverleg wordt de druk op het CDA bijna ondraaglijk groot. Wat heeft de ooit op het platteland zo dominante partij nog in petto om de opstandige achterban tevreden te stellen? Hoe kan het voorkomen dat ook de rest wegloopt naar BBB? Hoe krijgt het dat binnen de coalitie voor elkaar? Raakt de rek er voor D66 er niet uit? Wil Wopke Hoekstra een kabinetscrisis riskeren? Hoe stabiel is zijn leiderschap nog?
Ook de asielcrisis krijgt steeds meer onbeheersbare trekken. De VVD mort openlijk over een gedwongen spreiding van asielzoekers, waarmee D66 en de ChristenUnie zeer content zijn. Zij trekken van hun kant rode lijnen. Dat gaat met steeds meer spanningen gepaard.
Let vooral op de ChristenUnie, jarenlang een toonbeeld van stabiliteit. Binnen die partij borrelt het, het lijkt op een pannetje water dat op punt staat over te koken. Toch al met lange tanden aan een nieuw avontuur ronde Rutte begonnen, schuift de partij de laatste tijd steeds ongemakkelijker heen en weer. De vluchtelingencrisis is een zware steen op de maag. Van oudsher bijbels bewogen met ‘de vreemdeling in onze poorten’, speelt de morele reflex hoog op. Dat ongemak wordt, ongetwijfeld onbedoeld, opgepord door het provinciale pact met de PVV in Flevoland. Segers’ opvolger Mirjam Bikker zal alles uit de kast moeten halen om haar nog niet geheel geconsolideerde leiderschap te bevestigen. Het staat niet op voorhand vast dat het voor de coalitie goed afloopt.
Zo gaat Rutte IV struikelend over de drempel. Maar net als het nu vijftig jaar geleden aangetreden kabinet-Den Uyl kan het het nog heel lang uitzingen. Dat kabinet, dat bol van spanningen stond, maakte de rit bijna vol.
Gerrit Voerman is directeur van het Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen en hoogleraar aan de Rijksuniversiteit Groningen. Jan Schinkelshoek is adviseur van het Montesquieu Instituut.