N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Achtergrond: desnoods loting voor het Voorzitterschap
Het lukt het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden maar niet om een voorzitter te kiezen. Geen van de kandidaten weet een meerderheid te behalen. In de Tweede Kamer is dit ondenkbaar. Wel kostte het één keer nogal wat moeite.
In de negentiende eeuw was er enkele keren sprake van een echte strijd tussen twee kandidaten, bijvoorbeeld in 1884 en 1885 tussen de ARP'er Æ. Mackay en de liberaal Eppo Cremers. Zij wisselden elkaar af als voorzitter.
Eerder, in 1868, stonden de zittende conservatieve Kamervoorzitter G.C.J. van Reenen en de liberaal (oud-voorzitter) W.H. Dullert tegenover elkaar. Na vier stemrondes was er nog geen winnaar. Toen werd er geloot en Van Reenen kwam als winnaar uit de bus.
Hij bleef daarna nog een zittingsperiode voorzitter, maar trok zich in 1869 terug als Kamerlid. Dullert werd toen wel tot voorzitter gekozen en zijn voorzitterschap duurde vervolgens ruim twintig jaar.
Het kiezen van de Tweede Kamervoorzitter is geregeld in het reglement van orde en kent de mogelijkheid van diverse stemrondes. Na twee onbesliste stemrondes wordt het aantal kandidaten beperkt. In een vierde stemronde kunnen ten slotte de twee kandidaten die eerder de hoogste aantallen stemmen behaalden tegenover elkaar komen te staan. Mocht de vraag wie dat zijn nog onbeslist zijn, dan kan zonodig een tussenronde plaatsvinden.
De mogelijkheid van loting na een nog een onbesliste vierde ronde bestaat nog steeds (artikel 8.33 reglement van orde).
Sinds 2002 is het gebruikelijk dat de verkiezing van een voorzitter geen uitgemaakte zaak is. Iedereen kan zich kandidaat stellen en mag zijn eigen kandidatuur verdedigen. Overigens stelt de Tweede Kamer tevoren wel een profielschets vast.
Tot 2002 kwam de voorzitter als regel uit de grootste fractie, maar het kwam ook voor dat een zittende voorzitter werd herkozen, hoewel die niet uit de grootste fractie kwam. Frans-Joseph van Thiel (1971) en Dick Dolman (1981) waren daar voorbeelden van. In 1989 was er wel sprake van enige strijd tussen zittend voorzitter Dolman en de tegenkandidaat uit de grootste fractie (CDA), Wim Deetman.
In 2002 versloeg Frans Weisglas (VVD) onder anderen zijn partijgenote Annemarie Jorritsma. Hij was daarmee de eerste sinds lang die na een echte 'strijd' werd gekozen.