N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Niemand zei dat de EU perfect is…
Niemand zei dat de EU perfect is. Al wil de EU die schijn soms wel eens wekken wanneer kritiek geleverd wordt op gebreken in (lid)staten. Zo staan we weer met beide benen op de grond, na de (eerste?) onthullingen van het corruptieschandaal in het Europees Parlement (EP). Het is zaak om dat goed uit te spitten en na te denken over verbeteringen in regels en toezicht.
Maar laten we het ook van de andere kant bekijken: kennelijk hebben staten er veel geld voor over om het EP niet alleen te belobbyen, maar ook te betalen, met het niet ondenkbare risico dat zoiets een keer uitkomt. Dat zegt iets over macht en invloed van het EP en dat is winst vanuit dat perspectief.
De EU is evenmin perfect in die zin dat de mechanismes op het stuk van de rechtsstaat efficient en effectief draaien. Inderdaad, de recente discussies en onderhandelingen over EU-geldfondsen en Hongarije laten zien dat de bewaking van de rechtsstaat niet alleen een objectief proces is, maar onderdeel van een ingewikkelde onderhandelingsronde, met -onvermijdelijk- een compromis. Maar wie een paar jaren terugkijkt ziet dat een enorme stap is gezet met de rechtsstaattoets en -conditionaliteit en nu de toepassing ervan.
Natuurlijk is het ongemakkelijk om rechtsstaat deels uitgeruild te zien tegen andere dossiers, zoals steun aan Oekraïne. Ook speelde Hongarije de kaart van toelating van Zweden tot de NAVO. Maar de waarde van het gesloten compromis is dat er nu een toepassing is van het conditionaliteitsmechanisme. Daarop kan en zal in de toekomst verder worden voortgeborduurd.
Perfect is de EU evenmin als we zien dat in belangrijke mate grote dossiers in de Europese Raad moeten worden beslecht, via het beginsel van unanimiteit. Vandaar de roep van sommigen om meer meerderheidsbesluitvorming, waartoe wel verdragswijzigingen nodig zijn. Maar of we er dan echt op vooruitgaan? Er zullen altijd wel unanimiteitsdossiers overblijven die dan gebruikt kunnen worden om op een ander dossier iets af te dwingen. En daarnaast, en dat zouden we in Nederland moeten weten, regeren met consensus en compromis heeft iets gezamenlijks en moois. Misschien niet altijd met full speed, maar wel gedragen en met minder kans op abrupte beleidswijzigingen.
En voor we klagen over ‘misbruik of gebruik’ van de eis van unanimiteit: de meeste, zo niet alle landen maken daar gebruik van. Dat is een uitlaatklep die uitruil mogelijk maakt en het ‘verkoopbaar’ maakt dat een land in een groot pakket van consensus zaken geeft en neemt.
Kortom: eigenlijk wel effectief, maar misschien niet altijd even efficiënt. De voortgang van de EU en haar toenemende impact en rol in grote dossiers laat dat zien. Perfect? Dat is een regeringsvorm die nog uitgevonden moet worden, denk ik...
Prof.Mr. Aalt Willem Heringa is emeritus hoogleraar vergelijkend constitutioneel en administratief recht aan de Universiteit van Maastricht.