N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Studio Europa Maastricht interviewt 'bouwers EU'
DEN HAAG (PDC) - Onder het motto “EU-bouwers aan het woord” heeft Studio Europa Maastricht een eerste groep geïnterviewden op haar website gezet. Het is de verwachting dat er nog velen volgen.
Hoogleraar Mathieu Segers en projectleider dr. Bart Stol lanceerden hun oral history project "EU-bouwers aan het woord" op 7 december in De Witte in Den Haag. Historici en journalisten gaan de boer op om van sleutelfiguren bij de opbouw van de Europese Unie te vernemen hoe zij daarop terugkijken. Naast de verhalen van politici, diplomaten en betrokken ambtenaren komen ook de getuigenissen van onder meer opiniemakers en lobbyisten aan het woord. Via het verzamelen van o.a. persoonlijke archieven, wordt bovendien gewerkt aan de vorming van een omvangrijk Europees archief, uniek in Nederland.
Journalisten, wetenschappers en anderen geïnteresseerden, zoals studenten en middelbare scholieren, vinden daar aanknopingspunten voor hun onderzoek en opinievorming, aldus genoemd duo.
De eerste lichting, die later dus wordt aangevuld, omvat onder andere Joachim Bitterlich, destijds befaamd EU-adviseur van kanselier Kohl, Mark Eyskens, voormalig Belgisch eerste minister, Jan Timmer, oud-CEO van Philips, Nel van Dijk, voormalig Europarlementariër voor CPN en GroenLinks en voormalig minister van Financiën, Onno Ruding.
Over de Franse president François Mitterrand zegt Ruding dat die levenslang maar twee belangen koesterde: dat van hemzelf en die van Frankrijk. “Mitterrand had geen interesse in andere landen dan Duitsland. De kleinere zag hij zeker niet”. Ruding over de liberale euroscepticus Frits Bolkestein: ”Het is voor mij altijd onbegrijpelijk geweest dat hij later lid werd van de Europese Commissie."
De interviews zijn via een website gratis toegankelijk. Het project is opgezet in het kader van het Europees Erfgoedlabel dat de Limburg met steun van de Universiteit Maastricht heeft verworven voor het Verdrag van Maastricht.
Bron: dr. Jan Werts