Meloni maakt vliegende start

maandag 31 oktober 2022, 13:00, analyse van prof. dr. Harald Hendrix

De Italiaanse politiek staat aan het begin van een nieuw tijdperk. Nu de kruitdampen optrekken die de verkiezing en het aantreden van de regering onder leiding van Giorgia Meloni begeleid hebben, doemt een politieke constellatie op die flink verschilt van wat we de afgelopen decennia gewend waren. Dan gaat het niet louter om het feit dat er voor het eerst een vrouwelijke premier is, ook al is dit op zichzelf een radicale breuk met het verleden die langdurig effect zal hebben. Zeker even verstrekkend zijn de gevolgen van de nieuwe kieswet waarop de nu geinstalleerde volksvertegenwoordiging en regering stoelen.

Precies zoals de bedoeling was van deze lang voorbereide hervorming krijgt de politiek meer slagkracht. Niet zozeer doordat er nu veel minder volksvertegenwoordigers zijn en de samenstelling van eerste en tweede kamer grotendeels overeenkomen. Maar vooral doordat de parlementaire basis van de regering wordt versterkt: wie met een lijstverbinding van partijen bij de verkiezingen het grootste deel van de kiezers achter zich weet te scharen wordt hiervoor beloond met een proportioneel nog veel groter deel van de volksvertegenwoordiging. In dit spel van coalities heeft Giorgia Meloni zich een uitmuntend strateeg betoond, waardoor zij nu als premier stevig in het zadel is komen te zitten.

Terwijl de progressieve partijen zoals decennia gebruikelijk in het drijfzand van hun onderlinge en interne vetes wegkwijnden wist de outsider Meloni, als enige vanuit de oppositie tegen de nationale regering Draghi, het aloude conservatieve blok voor haar karretje te spannen en daarbij de weinig subtiele druk te weerstaan van figuren als Silvio Berlusconi en Matteo Salvini, de gevierde rechtse leiders van weleer. Dat dit haar bij de verkiezingen een klinkende overwinning heeft opgeleverd – haar partij Fratelli d’Italia wist vijf maal zoveel kiezers als vier jaar geleden te boeien – is zeker voor een deel haar persoonlijke verdienste.

Maar veel meer nog is dit een gevolg van een verschijnsel dat de Italiaanse politiek nu al vele jaren gijzelt: de gigantische hoeveelheid zwevende kiezers – het gaat om iets van zes miljoen mensen -- die vanuit een gevoel van radicaal onbehagen bij elke verkiezing wedden op het meest luidruchtig antipolitieke en gouden bergen belovende paard. Na Berlusconi’s privé partijen, de Lega van Salvini en in 2018 de Vijfsterrenbeweging was het nu de beurt aan de enige partij die zich vanuit de oppositie tegen de zittende nationale regering kon profileren als antipolitiek, Meloni’s Fratelli d’Italia. De zes miljoen nieuwe kiezers die zich achter deze versie van de rattenvanger van Hamelen hebben geschaard komen opvallend genoeg overeen met evenveel kiezers die de Vijfsterrenbeweging teleurgesteld achter zich hebben gelaten. Wie in staat is dit enorme kiezersareaal aan zich te binden blijkt nu al decennia lang voorbestemd om leiding te geven aan een regeringsploeg die gouden bergen belooft maar vroeg of laat heftig tegen de muur van de realiteit botst. Dat leidt steevast tot een noodgreep, in de vorm van een niet gekozen regeringsploeg bestaande uit hoogst bekwame bestuurders zoals Mario Draghi – maar voor hem is hetzelfde trucje gedaan door Ciampi en Monti – die dan de boel op orde brengt.

Toch zijn er nu signalen dat deze schadelijke spiraal doorbroken kan worden. De nieuwe regering is stevig verankerd in de parlementaire machtsverhoudingen en stoelt nadrukkelijk op een mandaat van de volksvertegenwoordiging: dat is in Italie al jaren niet meer gebeurd. Maar veel belangrijker nog is het opmerkelijke gezag waarmee Meloni de partijen die in haar lijstverbinding samenwerken in bedwang weet te houden, althans tot nog toe. In de weken na de verkiezingen hebben Italianen kunnen zien dat de aloude politieke machtswellustelingen als Berlusconi en Salvini zeer zichtbaar het onderspit hebben moeten delven in de onderhandelingen over de samenstelling van de nieuwe regering. Meloni heeft zich volstrekt ongevoelig getoond voor hun onophoudelijke ultimatums, dreigingen en pogingen tot omkoping. Ze wijkt hierin radicaal af van de gangbare praktijk van handjeklap bij de vorming van een kabinet: in haar regeringsploeg is geen ruimte voor de favorieten van haar coalitiepartners die mogelijk stoorzenders gaan worden.

Ondanks of misschien juist dankzij haar betrekkelijk geringe ervaring met het gangbare politieke spel is Meloni aan de slag gegaan met een ministersploeg die minder dan voorheen kwetsbaar is voor partijpolitieke machinaties. Ze kan dat doen omdat haar eigen partij veruit de grootste is binnen haar coalitie: in zowel de tweede als de eerste kamer kan zij rekenen op een aantal zetels dat groter is dan haar coalitiepartners samen. Scherp bewust van deze in de Italiaanse verhoudingen ongekend comfortabele machtsverhouding kan zij betrekkelijk sereen haar plan trekken, ook richting partijen buiten haar coalitie. Dat dit gezien en gewaardeerd wordt blijkt wel uit de stemmingen in de volksvertegenwoordiging over de regeringsverklaring: in beide kamers wist de regering Meloni stemmen te trekken van buiten de coalitie.

Ook in de nadere formulering van het regeringsbeleid, zowel voorafgaand aan als volgend op de installatie van de ploeg nu ruim een week geleden, valt deze betrekkelijke onaantastbaarheid te proeven. Natuurlijk zijn er de klassieke stokpaardjes van een rechtse, conservatief-liberale coalitie: soepel omgaan met belastingontduiking, uitkeringen terugdringen. Maar in de cruciale dossiers op het gebied van economie en buitenlands beleid (EU, Oekraine, NAVO) is duidelijk te zien hoezeer Meloni zich heeft laten coachen door haar voorganger, Mario Draghi, wiens beleid zij in veel opzichten wil voortzetten: een opmerkelijke draai voor de leider van de partij die als enige oppositie voerde tegen de nationale regering van haar voorganger. Veelbetekend was dan ook het moment van de machtsoverdracht: een feestje van onderlinge waardering en beoogde continuiteit, waarlijk een unicum in de Italiaanse verhoudingen, en duidelijk een aankondiging van een nieuw tijdperk.

 

Harald Hendrix is hoogleraar Italiaanse taal en cultuur aan Universiteit Utrecht.

Deze bijdrage stond in