N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Rammelende responsiviteit
Participeren en consulteren is een ware trend. Anno 2022 lijkt er haast geen besluitvormingstraject of uitvoeringsproces te worden opgezet zónder een participatieproces. Van de akkoordenwoede tot keukentafelgesprekken. Van stakeholderontbijten, fancy hackatons, tot dialoogsessies met ‘de samenleving.’ Aan participatie en consultatie lijkt er geen gebrek. Toch wringt hier iets. Tegelijk met de groeiende consultatie- en participatietendens, zien we veel signalen van ongelijke en oneigenlijke beleidsbeïnvloeding. Denk aan de rol van (groot)aandeelhouders in de (inter)nationale politieke lobby, de vele recente draaideurlobbyisten, of de invloed van het agrarisch-industrieel complex in de stikstofproblematiek. Het (inter)nationale openbaar bestuur lijkt bij vlagen ziende blind en horende doof voor een breed spectrum aan maatschappelijke belangen, en tegelijk onverantwoord open voor een smaldeel ervan.
Een belangrijke oorzaak hiervan is beperkte bestuurlijke responsiviteit. De kwestie van de verpleeghuizen in de coronapandemie is hier een pijnlijke illustratie van. Volgens de officieel benoemde experts was er weinig risico. Organisaties van verpleeghuizen en daar werkzaam personeel voelden zich uiteindelijk genoodzaakt om via de media te wijzen op de hoge besmettings- en sterftecijfers en al het persoonlijk leed dat zich voor hun ogen voltrok. Kennis van zowel de officiële experts als van de belangenorganisaties uit de sector vormden ieder nuttige beleidsinformatie. Maar beide werden op een verschillende manier gewogen en één ervan lang aan de kant geschoven. Met verstrekkende gevolgen. Dát in de beleid- en besluitvorming belangen worden afgewogen is hierbij niet de kwestie. Maar dat het vaak onbewust, impliciet of intransparant, of allemaal tegelijk, gebeurt, dát maakt het tot een urgent vraagstuk. Niet alleen de zich ontvouwende coronapandemie, maar ook de recente boerenprotesten, de gevolgen van de huidige hoge inflatie en het debacle van Ter Apel hebben pijnlijk duidelijk gemaakt dat sommige belangen bewust onbekend worden gehouden en teveel buiten het politiek-bestuurlijke verantwoordingsproces.
Om bestuurlijke responsiviteit goed vorm te geven is het nodig dat publieke organisaties inbreng van alle relevante belanghebbenden ontsluiten en niet slechts een smaldeel ervan. En dat overheidsorganisaties daarbij toegang moeten verlenen tot en open moeten staan voor al deze inbreng. Dat betekent niet alleen dat iedereen dezelfde plaats aan de (digitale) keukentafel moet krijgen en dat het dan hiermee voldoende geregeld is. Het betekent ook dat iedereen een equivalente plek in de afweging van alle inbreng moet krijgen, als politieke gelijken. Dus een signalering van de CEO van de ING over het toezicht in het kader van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft) zou door De Nederlandsche Bank op equivalente manier moeten worden gewogen als een signalering van een groep burgers die door hun hypotheekverstrekker gedwongen worden alle bankafschriften te achterhalen omdat ze vroegtijdig netjes een paar duizend euro hebben afgelost op hun hypotheek. Beiden kunnen namelijk even relevante signalen afgeven over onbedoelde gevolgen van wetgeving om witwassen en fraude te voorkomen.
Kortom, om responsiviteit beter vorm te geven is zowel een integraler perspectief op relevante expertise voor beleid- en besluitvorming nodig als een betere verankering van de afweging van alle maatschappelijke inbreng in de besluitvorming. Met andere woorden, we hebben een overheid als hoogsensitieve waarnemer nodig in plaats van een vaak ziende blinde en horende dove observant om ongekende belangen te ontrafelen en op legitieme wijze onderdeel van het politiek-bestuurlijke besluitvormingsproces te laten zijn.
Dit is een uitsnede uit de oratie van Caelesta Braun. Ze gaat in haar oratie ook in op het belang van een goed functionerende maatschappelijke democratie en de wisselwerking tussen maatschappelijke democratie en het openbaar bestuur. Vind hier de gehele oratietekst en hier een korte video over haar onderzoeksprogramma.