N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Achtergrond: initiatiefvoorstellen werden vaker in Senaat verworpen
DEN HAAG (PDC) - De Eerste Kamer verwierp vandaag het door Rens Raemakers ingediende en door hem en Paul van Meenen verdedigde initiatiefvoorstel over het bevorderen van een keuzemogelijkheid van ouders tussen kindercentra die wel of niet gevaccineerde kinderen toelaten. Alleen D66 stemde voor.
Dat laatste is uitzonderlijk, maar verwerping van initiatiefvoorstellen is dat niet. Dat kwam vaker voor dan verwerping van door het kabinet ingediende wetsvoorstellen. Door de regering worden echter veel meer wetsvoorstellen ingediend dan door Tweede Kamerleden. Van initiatiefvoorstellen werd door de Eerste Kamer ruim acht procent verworpen, bij regeringsvoorstellen gaat het om 0,5 procent.
Het is zelfs meerdere keren voorgekomen dat fracties van de indieners tegenstemden of meewerkten aan verwerping. Dat was in 2013 bijvoorbeeld het geval bij een PvdA-voorstel om het aantal raadsleden en wethouders te verminderen. Ook de PvdA-fractie was daar tegen.
Sinds 2010 verwierp de Senaat negen initiatiefvoorstellen. Daaronder waren er van Marianne Thieme over verdoving bij ritueel slachten, van Renske Leijten over bekostiging van huishoudelijke verzorging en van Kees van der Staaij over een hogere drempel voor aanvaarding van wijziging van EU-verdragen.
Van de zestien sinds 1945 door de Eerste Kamer verworpen initiatiefvoorstellen, is het abortusvoorstel van VVD en PvdA in 1976 het bekendste. Toen waren het acht VVD-leden, die medeverantwoordelijk waren voor verwerping.
Het aantal verworpen regeringsvoorstellen lijkt wel iets toe te nemen, al gaat het nog altijd om kleine aantallen. Vorige week verwierp de Eerste Kamer de verlenging van de Tijdelijke Wet maatregelen Covid-19. Onder Rutte III werden vier wetsvoorstellen verworpen.
Dat initiatiefvoorstellen in de Eerste Kamer meer kans op verwerping maken, komt onder andere omdat er minder 'coalitiedwang' is. Bovendien gaat het veelal om voorstellen over politiek-gevoelige onderwerpen, terwijl onder de circa 150 wetsvoorstellen die een kabinet jaarlijks indient een groot deel van technische aard is.