EUitdagingen

maandag 20 december 2021, 13:00, column van Prof.Mr. Aalt Willem Heringa

De EU heeft een voordeel: het coronabeleid is in belangrijke mate nationaal beleid en dus niet echt een onderwerp dat de EU verscheurt of bedreigt. Want die onderwerpen zijn er al genoeg. Gelukkig is de Brexit achter de rug, al ettert dat nog steeds na voor de positie van vissers en van Noord-Ierland, en door de wil van de Britse regering om zich te profileren en af te zetten tegen de EU. Die houding is binnen de EU ook aanwezig. Vanuit Polen wordt moord en brand geschreeuwd. Dat land beticht de EU van chantage; Hongarije kan het voortouw daarbij inderdaad nu aan de Polen laten en zich wat verschuilen, maar komt ongetwijfeld ook met een reactie over de rechtsstatelijke conditionaliteitstoets en de financiële gevolgen daarvan. De Poolse hoge toon baseert zich op een zelfde nationalistische insteek als het geval was bij de voorstanders van de Brexit: de meerderheid beslist, de nationale zeggenschap is leidend, no matter what. Macht boven recht.

Voorrang van EU recht

Het idee van de voorrang van het EU-recht is een rechtsstatelijke EU-eis: bekend aan de Polen en Hongaren (en Britten) toen men toetrad. Destijds was dat ook de reden voor de Britse hoogste rechter om die voorrang te accepteren. Maar, het spel dat gespeeld wordt is als van het jongetje dat met vriendjes knikkert, de regels betwist en overtreedt en dan niet meer mee mag doen en huilend zijn beklag doet.

En tevens is de discussie ook van en door constitutionele hoven van lidstaten een riskant spel: het Duitse Hof heeft daar aanvankelijk iets goeds mee bereikt (een sterker Europees Parlement en een grondrechtencatalogus) maar heeft ook het spel op de wagen gezet door het betwisten van de positie van het Hof van Justitie.

Zo’n fundamenteel issue is niet bevorderlijk, en al helemaal niet als daaraan ook gekaapte constitutionele hoven mee gaan doen.

Externe uitdagingen

Want deze interne strijd is niet alleen lastig, maar komt op een lastig moment. De omvorming met de Green Deal, de (in)stabiliteit van de energietoevoer, migratie, en dan vooral immigratie naar de EU en illegale emigratie met bootjes van Frankrijk naar het VK; en de toegenomen spanning aan de EU-buitengrenzen met Wit-Rusland en Rusland en de militaire driften van Poetin, de positie ten opzichte van China en een vooral ook op zichzelf gefocuste VS, en overigens de continue onrust in de Balkan en de vraag hoe wijs het is om landen aldaar geen concreter perspectief op toetreding te geven. In een vacuüm springen nu eenmaal anderen in.

De EU is op deze fronten kwetsbaar, en dan zie je dat van buiten wordt gepord of er actie volgt. En dat laatste gaat bij de EU veelal trager en diffuser dan de ‘bedreigingen’ van buitenaf.

Nationale perspectieven

De EU vaart, met de nationale lidstaten aan de riemen en deels ook aan het roer. Uitdaging is dan ook om de nationale parlementen vooral bij de les en erbij te houden. Deze zijn wel verliezers van de EU-integratie genoemd, ten faveure van de Europese Raad en haar leden, de regeringsleiders. Nationale parlementen dienen hun rol vooral ook beter te vervullen. Voor het Nederlandse parlement is tekenend dat men zich steeds laat overvallen.

Twee voorbeelden: de eerste keer betrof het ESM-verdrag. De Tweede Kamer sprak daarover af dat men graag geconsulteerd wilde worden bij steunverleningen. Waarom niet geregeld dat de regering de instemming behoeft? De tweede keer speelde ten tijde van de Brexit, toen de Tweede Kamer zich er over beklaagde dat men pas op het aller-allerlaatste moment de verdragsteksten kreeg. Daarvoor geldt hetzelfde: beding meer tijd en leg bijvoorbeeld in een Europawet preciezere procedures en tijdpaden af. Draagvlak binnen de lidstaten is cruciaal onderdeel van het EU-project.

Uitdagingen genoeg, maar die zijn er ook wel altijd geweest. In feite is de geschiedenis van het EU-project nog maar kort. Pas 70 jaar geleden, in 1952 trad het EGKS Verdrag (de voorloper van de huidige EU) in werking. 60 jaar geleden in 1962 vroeg een Nederlandse rechter een prejudiciële vraag aan het Hof van Justitie die leidde tot de 1963-uitspraak in het arrest Van Gend & Loos. Daarna zijn er regelmatige uitbreidingen van de EU geweest. En zijn er verdragswijzigingen geweest die hebben geleid tot wat de EU nu is (via onder meer het Verdrag van Maastricht van 1992 en het Verdrag van Lissabon van 2007). Maar wie of wat een regionaal machtsblok met waardengemeenschap wil zijn, moet niet gek opkijken als anderen die positie willen testen en aantasten. En dat komt van binnenuit en van buitenaf.

 

Aalt Willem Heringa is hoogleraar vergelijkend staats- en bestuursrecht aan de Universiteit Maastricht.