N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Veel (moties van) wantrouwen tegen kabinetten-Rutte
DEN HAAG (PDC) - Demissionair premier Rutte is kampioen moties van wantrouwen ontvangen. Zijn kabinetten, en met name de laatste twee, ontvingen meer moties van wantrouwen dan die van welke naoorlogse premier ook. Dit blijkt uit een vergelijkende analyse van PDC.
Persoonlijk
De moties van wantrouwen zijn tijdens de kabinetten-Rutte ook meer op de persoon gericht. Tijdens de kabinetten-Rutte werden elf moties van wantrouwen ingediend tegen de minister-president. Jan-Peter Balkenende was de enige andere premier die een tegen hem als minister-president gerichte motie van wantrouwen te verwerken kreeg.
Gehele kabinet
Meestal zijn moties van wantrouwen gericht tegen een specifiek beleid en dus tegen de minister die voor dit beleid verantwoordelijk is. Het komt ook voor dat moties van wantrouwen gericht zijn tegen het gehele kabinet. Dit kwam tijdens Rutte III vijf keer en tijdens het kabinet-Rutte II maar liefst negen keer voor. Alleen de kabinetten-Balkenende IV (vijf stuks) en -Lubbers III (vier) komen hier bij in de buurt.
Indieners van moties van wantrouwen
De PVV diende de meeste moties van wantrouwen (mede) in. De partij van Geert Wilders was als indiener of ondersteuner bij 46 moties van wantrouwen betrokken en bij 49 als de Groep-Wilders ook wordt meegeteld. Overigens, van de 83 moties van wantrouwen sinds 1946 werd er niet een aangenomen.